Met dank aan een Friese veteraan
LUIK - Ze slaan Pieter Weening heel hard op zijn schouders en ze zeggen te hebben genoten van zijn geweldige prestatie. 'Mooi, man', zegt Pieter Weening met z'n Friese tongval en dat is hem duidelijk aan te zien. Hij glundert van oor tot oor.
De afgelopen maanden werd er vaak en met enthousiasme gesproken over Nederlandse wielrenners, met name de jongste generatie. Maar zondag lacht in Luik een 33-jarige veteraan, al elf jaar professional, het laatst.
In Luik-Bastenaken-Luik levert Pieter Weening zijn kopman Simon Gerrans af op de afspraak, te weten de Rue Walther Jamar. Het traditionele slotstuk van de klassiekers, normaal gesproken een slijtageslag, eindigt in een finish met 28 renners binnen de halve minuut.
Weening: 'Toen wist ik al dat het goed zat. Er is geen wielrenner die na zesenhalf uur koers nog zulke snelle benen heeft als Simon.' Dat was een wel erg optimistische redenering, want bij het opdraaien van de laatste paar honderd meter leek de Ier Dan Martin het kansrijkst. Maar de titelverdediger nam die bocht te scherp, viel en verspeelde zijn kansen.
undefined
Lange, kansloze ontsnapping
Aldus ging de honderdste editie van La Doyenne niet de geschiedenis in als gedenkwaardig. In telegramstijl zou het koersverloop zich niet onderscheiden van Milaan-San Remo of Gent-Wevelgem. Langdurige en kansloze ontsnapping, samensmelting in de finale, spervuur van demarrages en de snelste benen winnen.
Je zou kunnen beweren dat de favorieten elkaar gevangen hielden tot de laatste kilometers of dat die favorieten elkaar tegenwoordig zo weinig ontlopen. Zelfs Fabian Cancellara moest het in de Ronde van Vlaanderen op de eindsprint laten aankomen. En Philippe Gilbert is in het jaar van zijn comeback evenmin de ongenaakbare die hij in 2011 was.
Maar misschien was deze compacte wedstrijd ook wel een beetje het werk van Pieter Weening. In zijn typische stijl, waarin de inspanningen niet verhuld blijven, loodste hij Gerrans naar de kans van diens leven.
De Australische winnaar, als zodanig de eerste op de erelijst van 'Luik', stak zijn waardering niet onder stoelen of banken: 'Pieter heeft het echt fantastisch gedaan. In de klimmetjes reed hij telkens zo hard op kop, zodat er niemand kon ontsnappen en als er iemand weg was, dichtte hij het gat. Ik kan hem er niet genoeg voor bedanken.'
Mede dankzij hem dus boekte Gerrans, ook 33 jaar oud, in Luik de mooiste overwinning uit zijn loopbaan. 'Ik heb al een paar mooie zeges op mijn naam staan, met name in de Tour. Maar ik rijd deze wedstrijd sinds ik prof ben en ik had nooit gedacht dat het een keer zou lukken. Het is zo'n zware wedstrijd.'
Zijn Nederlandse ploeggenoot wist niet zo goed raad met de lof die hem in Luik van alle kanten werd toegezwaaid. Iemand had Weening een belachelijk grote fles bier in handen gedrukt en daarmee wist hij niet goed raad. Uit de Friese Wouden komt een mensensoort die niet gediend is van gekkigheid. Geen woorden maar daden en dat in oervorm.
Die ongemakkelijke verhouding met aandacht heeft de loopbaan van Pieter Weening gekenmerkt. Hij komt uit de kweekvijver van de Rabobank en was een van de eersten in een lange rij, die een mooie toekomst werd voorspeld. Dat is er nooit uitgekomen, al was het maar doordat de verwachtingen op hem drukten als een molensteen.
undefined
Wars van opsmuk
Na ruim een decennium betaald wielrennen staat Weening nog altijd te boek als de laatste Nederlander die een Tourrit won. Dat is dus ook al weer negen jaar geleden en het zegt meer over het Nederlandse wielrennen dan over hem.
In 2012 stapte Pieter Weening over naar het Australische Orica en dat is vermoedelijk de beste beslissing in zijn carrière geweest. De Australiërs zijn in de regel ook wars van opsmuk en in die sfeer komt Weening het best tot zijn recht. Hij doet zijn werk zonder morren.
Ploegleider Matthew White zei zondagmiddag dat Pieter Weening goud waard is voor zijn ploeg. Geen moeite is hem te veel en geen inspanning te zwaar. 'Ik hoop dat we hem er in de Giro voor kunnen belonen. In principe rijdt hij die en er liggen zeker kansen.' In 2011 droeg Weening al eens vier dagen de roze trui na winst in de vijfde etappe.
Bij Orica belonen ze Weening graag voor zijn onbaatzuchtigheid, zoals vorig jaar met de eindzege in de Ronde van Polen. Maar het liefst lijkt hij toch zijn kloten voor een ploeggenoot af te draaien. Voor niemand geldt deze permanente wielerwijsheid meer dan voor Pieter Weening.
En dus liet hij al het enthousiasme voor zijn noeste arbeid onhandig maar spinnend van tevredenheid over zich heen komen. 'Great job', zei zijn Australische ploeggenoot Simon Clarke. 'Incredibile', zei zijn Italiaanse ploeggenoot Ivan Santaromita. En Pieter Weening verzuchtte: 'Mooi, man.'
undefined