De woordherkenning verloopt via een patroon waarbij de hersenen kleine deeltjes van het woord registreren, en niet het woord als geheel. Dat gebeurt zelfs als mensen jarenlang duizenden woorden per dag lezen.

Tijdens het onderzoek kregen proefpersonen lijsten met woorden onder ogen, van korte tot langere woorden. De leesbaarheid daarvan varieerde. De korte woorden werden efficiënter verwerkt dan de langere, concludeerden de onderzoekers. Voor alle woorden gold echter dat de proefpersonen ze alleen konden lezen wanneer de letters apart te onderscheiden waren. Zelfs de vijf meest voorkomende drieletterwoorden werden alleen in deeltjes herkend.

Volgens de onderzoekers verloopt daarmee, vergeleken met de letterherkenning, de woordherkenning ineffiënt. De leermogelijkheden in het herkennen van patronen in de hersenen lijkt zijn grenzen te hebben, aldus de onderzoekers.