Meisjesbesnijdenis in Indonesië wekt zorg
In de cijfers van Unicef figureert vooral Afrika als arena van vrouwenbesnijdenis. De vermin- kingen in Azië blijven buiten beeld, gaf de organisatie deze week toe. In Indonesië groeit de populariteit ervan, in naam van de islam.
Terwijl besnijdenis van meisjes in Afrika geleidelijk afneemt, lijkt het in Indonesië alleen maar erger te worden. 'Het is alarmerend', zegt Lies Marcoes, veteraan van de Indonesische vrouwenbeweging. 'Vroeger was het alleen een traditie, tegenwoordig zeggen de fundamentalisten dat het volgens de islam verplicht is.'
Met hulp van mensen als de feministische schriftgeleerde Musdah Muliah verkondigen Marcoes en haar medeactivisten dat dit onzin is, maar het is vaak vechten tegen de bierkaai: de conservatieven zijn sterker dan ooit in Indonesië.
In Bandung worden al massale besnijdenissen van jonge meisjes gehouden en in de steden is de nieuwe, vrome middenklasse vatbaar voor het idee van besnijdenis als uiting van piëteit. 'Mijn schoonzus is niet besneden', zegt Marcoes. 'Maar bij haar dochter heeft ze het wel gedaan. Ze wil een goede moslim zijn.'
Lange tijd heerste een merkwaardige stilte rond khitan, zoals besnijdenis in Indonesië van oudsher heet. In de statistieken van de VN over genitale verminking van vrouwen (FGM) komt het land niet voor, maar het bestaat wel degelijk, op zeer grote schaal zelfs. Het is een oude traditie.
Maar op welke schaal precies? Dat weet niemand. Vrouwenorganisaties schatten dat jaarlijks 2 miljoen meisjes worden besneden. Bij veldonderzoek met haar vrouwenbond Rumah Kitab kreeg Marcoes de indruk dat álle families het doen. Volgens Ninuk Widyantoro van stichting Kesehatan Perempuan (Vrouwen en Gezondheid) bestaan er regionale verschillen; op Oost-Java bijvoorbeeld is het minder dan op West-Java en Atjeh.
Het betrouwbaarste onderzoek stamt uit 2003. De Population Council stelde in zes provincies vast dat 92 procent van de ondervraagde families voorstander was van het genitaal besnijden van meisjes. Dat rijmt met de bevinding in 2012 van de Universiteit van Maleisië: van de moslimvrouwen in het buurland is 94 procent besneden.
Zeker zo zorgwekkend in het onderzoek uit 2003: in 22 procent van de gevallen werd de clitoris of een deel ervan afgesneden en in nog eens 49 procent gebeurde het op een andere schadelijke manier. Dat strookte niet met het (nog steeds) bij velen levende idee dat khitan onschuldig is en 'symbolisch': een prikje of een sneetje in de clitoris van de pasgeboren baby.
'Terugslag na terugslag'
Het onderzoek leidde in 2006 tot een verbod op FGM in Indonesië. Sindsdien, zegt Siska Dewi Noya van Rutgers/WPF in Jakarta, is de toestand alleen maar slechter geworden, met 'terugslag na terugslag'.
Terugslag 1 - De Indonesische Raad van Ulama vaardigde in 2008 een fatwa uit, volgens welke besnijdenis van meisjes wel degelijk is toegestaan.
Terugslag 2 - In 2010 liet de (gematigde) Nahdlatul Ulama (NU), met 40 miljoen leden 's lands grootste moslimorganisatie, weten dat besnijdenis een goede religieuze traditie is. Wel werd de leden geadviseerd 'niet te veel' te snijden.
Terugslag 3 - Het ministerie van Gezondheid deed later dat jaar een richtlijn uitgaan: ziekenhuizen en gezondheidswerkers mogen besnijden, maar alleen op een 'veilige' manier, 'zonder schade aan te richten'.
De richtlijn was bedoeld om het ruige snijden tegen te gaan. Toch zijn de vrouwenorganisaties boos. Zij zien het als een stempel van goedkeuring door de staat op het fenomeen FGM. Een opvatting die strookt met de VN-resolutie uit 2012 waarin zorg wordt uitgesproken over de 'medicalisering' van genitale verminking.
'Een richtlijn voor iets dat verboden is, hoe kan dat nou?', zegt Noya. Zij vermoedt dat - naast pressie van de Raad van Ulama - financiële belangen een rol hebben gespeeld. Voor elk 'geboortepakket' (besnijden, oorpiercing, vaccinatie) kan een arts omgerekend 35 euro rekenen.
Maar gesprekken hierover met de regering verlopen moeizaam. Van een gezondheidskwestie is FGM een politiek-religieuze zaak geworden. Uiterst gevoelige materie, gezien de opmars van de fundamentalisten. Vandaar dat khitan geen onderdeel is van het nationaal bevolkingsonderzoek. De prevalentie is daarom niet bekend, maar ook niet hoe ingrijpend het besnijden wordt uitgevoerd.
Geen 'Afrikaanse toestanden'
Zeker is wel dat van Afrikaanse toestanden, waarbij gruwelijk in vrouwen wordt gehakt, geen sprake is. In Maleisië werd geen bewijs gevonden van seksueel dysfunctioneren. FGM in Indonesië beperkt zich tot type 1 en type 4 (zie inzet linksonder).
Maar wát precies? Vooral op het platteland kunnen traditionele snijders met scharen en messen gekke dingen doen. Clitorissen worden in ziekenhuizen vermoedelijk niet afgesneden. Maar zelfs daar, zegt Marcoes, groeit de tendens om ook weer niet te voorzichtig te prikken: 'Het moet wel bloeden.'
Hoe dan ook is FGM - van alle vier types - volgens de VN een schending van de mensenrechten en een ernstige vorm van geweld tegen meisjes. De Indonesische activisten zijn het daarmee eens.
Zelfs als het symbolisch is, dan is het een slecht symbool, vinden ze. Noya: 'Het gaat om de reden erachter. Het is onderdrukking: vrouwen mogen geen seksuele verlangens hebben. Impliciet steunt de regering dat idee.'
'Vrouwen worden gezien als vies en wild', zegt Marcoes. 'Hun libido moet worden gecontroleerd. Wat dat betreft is er geen verschil met Afrika.'
INZET:
Vier typen van genitale verminking
De Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) onderscheidt vier typen van meisjesbesnijdenis. Hoewel ze verschillen, zijn alle vier typen door de Verenigde Naties aangemerkt als ernstige vorm van kindermishandeling.
Type 1 Gedeeltelijke of totale verwijdering van de clitoris en/of de voorhuid van de clitoris.
Type 2 Gedeeltelijke of totale verwijdering van de clitoris en de kleine schaamlippen, met of zonder verwijdering van de grote schaamlippen.
Type 3 Vernauwen van de vaginale opening door wegsnijden en aan elkaar hechten van de kleine schaamlippen en/of de grote schaamlippen, met of zonder verwijdering van de clitoris.
Type 4 Alle andere schadelijke handelingen aan de vrouwelijke geslachtsorganen voor niet-medische redenen, zoals prikken, piercing, kerven, schrapen en wegbranden.
INZET:
In hoeverre heeft vrouwenbesnijdenis te maken met de islam?
Heeft genitale verminking (FGM) van vrouwen een grond in de islam? Ja en nee.
Meisjesbesnijdenis is niet exclusief voor de islam; in Afrika gebeurt het ook onder andere godsdiensten. En lang niet alle moslims doen eraan; er zijn moslimlanden waar het niet voorkomt.
Het probleem is dat veel ouders die hun dochters laten besnijden zich beroepen op 'onze cultuur' en/of 'onze godsdienst', begrippen die onontwarbaar zijn verstrengeld. FGM-bestrijders hameren er daarom op dat besnijdenis een traditie is die los staat van de religie.
Deze benadering helpt ook om dorpsimams en andere geestelijk leiders mee te krijgen, vaak met succes. Zo spraken de hoogste geestelijke autoriteiten in Egypte zich in 2006 uit tegen FGM.
In de Koran komt vrouwenbesnijdenis niet voor. Wel in enkele hadiths, uitspraken en daden van de profeet. De minst vage daarvan is zoiets als: áls je snijdt, doe het dan niet te erg. Voor al deze hadiths geldt dat ze volgens de schriftgeleerden dhaeef (zwak) zijn, een soort fluisterzinnen van twijfelachtige betrouwbaarheid.
Afgaande op de primaire bronnen van de godsdienst is het daarom absoluut juist om te zeggen dat besnijdenis van vrouwen geen onderdeel is van de islam.
Maar naast de bronnen is er de juridische traditie. Dat verandert het beeld. Khatana (besnijdenis) geldt zelfs als verplicht in een van de vier rechtsscholen van de soennitische islam, de Shafi'i. Qua aanhang is dit de op een na grootste stroming in de soennitische islam (Zuidoost-Azië, Oost-Afrika en delen van het Midden-Oosten.
Website shafiifiqh.com: 'Besnijdenis is wajib (verplicht) voor mannen en vrouwen. Als een vrouw ouder is, is het niet toegestaan als het haar kan beschadigen.'
Volgens de Hanafi-school (de grootste) en de Maliki-school is besnijdenis voor vrouwen sunnah (eerbaar). De Hanbali-school is verdeeld tussen wajib en sunnah.
'Vrouwenbesnijdenis heeft voor zover wij weten altijd onderdeel uitgemaakt van de shariatraditie', zegt Maurice Blessing, oud-docent sharia aan de Universiteit van Amsterdam. Bovendien, zegt hij, speelt gewoonterecht in de sharia vanouds een belangrijke rol. 'Zo is besnijdenis waarschijnlijk ooit de sharia binnengesmokkeld.'
undefined