Daaruit doken resten van authentiek Romeins aardewerk op, een Romeinseglazen flessenhals en een loden plaatje waarin vroegchristelijke symbolenwaren gekerfd, zogeheten christogrammen. Dat is een combinatie van de tweeeerste letters van het Griekse woord voor Christus.

Na aanvankelijke scepsis vatte in Nijmegen de theorie post dat hetchristendom, mogelijk met een groep landverhuizers uit Frankrijk, al in de2de eeuw of begin 3de eeuw Nederland bereikte. In de rest van Europa duikenchristogrammen pas begin 4de eeuw op. Een tentoonstelling volgde.

Maar een deskundige in Leiden hield twijfel. Hij hield de vondstennog eens tegen het licht. De resultaten verschijnen zaterdag in hetwetenschappelijke jaarboek van de Nijmeegse historische vereniging Numaga.

Isotopenonderzoek van het loden plaatje leerde dat het geen honderdenmaar slechts enkele tientallen jaren oud is. De aardewerkscherven en hetglaswerk stammen wel uit de Romeinse periode, maar de inscripties zijn erveel later in aangebracht.

Onder de microscoop bleek dat het laagje zouten dat gedurende eeuwen inde grond op de buitenkant van het aardewerk is ontstaan, door deinscripties is doorbroken. Op de flessenhals was nog het glasslijpsel tevinden van de diamantfrees waarmee de christelijke symbolen zijnaangebracht.