Meer militairen, om ontwikkeling te redden
Even buiten Kabul verrijst een gloednieuwe elektriciteitscentrale, grotendeels gefinancierd door de VS. Voor de inwoners van de uit zijn voegen gegroeide Afghaanse hoofdstad is de centrale van levensbelang, want stroom is hier uiterst schaars....
Maar een bezoekje aan de centrale illustreert meteen de twee belangrijkste problemen waarmee de Afghanen te kampen hebben: duurzaamheid en veiligheid. Als alles goed gaat, kan de centrale (die 80 duizend huishoudens van stroom kan voorzien) vanaf april draaien. Maar het probleem is dat de Amerikaanse ontwikkelingsorganisatie USAID slechts voor negen maanden de brandstofkosten dekt. Dan moet het project op eigen benen verder.
Het tweede probleem springt meteen in het oog, zodra je bij de centrale aankomt. Het ziet eruit als een vesting, met een hoge muur erom en overal zwaarbewapende bewakers. ‘Anders blazen de Taliban de boel op. Zij willen het licht uitdoen’, zegt de manager.
Het is een klacht die je overal hoort in Afghanistan. De afgelopen jaren is er flinke vooruitgang geboekt met hulp van de internationale gemeenschap: er zijn tal van scholen gebouwd, wegen aangelegd, putten geslagen enzovoort, maar wat veiligheid betreft gaat de situatie alleen maar achteruit. Zelfs in ‘veilige’ provincies als het noordelijke Kunduz durven politierekruten niemand te zeggen dat ze zich hebben aangemeld voor overheidsdienst. ‘Voor je het weet, gaat je hoofd eraf’, zegt een agent uit Kunduz.
Dat is natuurlijk weinig opwekkend nieuws voor de NAVO, die sinds 2003 de leiding heeft over de ISAF, de internationale troepenmacht in Afghanistan. Maar zeker voor wie hoopte dat ontwikkeling de sleutel zou zijn tot het oplossen van de problemen van Afghanistan, is het een deprimerende constatering.
Waarschijnlijk was het sowieso moeilijk te voldoen aan de torenhoge verwachtingen die de komst van de buitenlanders met hun geavanceerde technologie bij de bevolking heeft gewekt. Maar alle vooruitgang dreigt nu te worden overschaduwd door een toenemend gevoel van onveiligheid dat de burgers bekruipt.
Voorlopig hebben de Taliban geen enkele kans de macht te grijpen in Kabul, maar stilletjes boeken ze wel steeds meer terreinwinst op het platteland waar ze de bevolking intimideren met nachtelijke brieven waarin ouders die hun dochters naar school sturen met de dood worden bedreigd.
De steeds dreigender schaduw van de Taliban maakt het voor de Afghaanse autoriteiten moeilijk de radicale leiders van de beweging te isoleren door onderhandelingen aan te bieden aan de gematigden.
Uit bezorgdheid over het oprukken van de Taliban overwegen de Afghaanse autoriteiten nu – met de zegen van de VS -- overal in het land civiele veiligheidstroepen op de been te brengen om de plaatselijke bevolking te beschermen.
Een slecht idee, vinden de meeste hulporganisaties die in het land actief zijn. ‘Daarmee creëer je nieuwe krijgsheren’, zegt een westerse hulpverlener.
Maar er is weinig keus als de NAVO-landen vasthouden aan hun weigering meer troepen naar Afghanistan te sturen. Het is een lastig dilemma, maar de NAVO-landen zullen er toch niet omheen kunnen: de vraag is nu of ze bereid zijn meer in te zetten op de veiligheid in Afghanistan om er zo voor te zorgen dat al het ontwikkelingswerk niet tevergeefs is geweest.
Bert Lanting