Meer krediet voor grote lener
Amsterdam - De Nederlandse banken lenen sinds de kredietcrisis veel gemakkelijker aan grote bedrijven dan aan het midden- en kleinbedrijf. Het aantal nieuwe leningen aan kleine en middelgrote bedrijven was begin dit jaar 35 procent lager dan in het derde kwartaal 2008.
Dat blijkt uit onderzoek naar de uitleenpraktijken van drie Nederlandse banken. De conclusies staan in het eindverslag van de Taskforce Kredietverlening, de commissie onder leiding van MKB-Nederland-voorzitter Loek Hermans. Het rapport is dinsdag naar de Tweede Kamer gestuurd.
Aanleiding voor het onderzoek van de taskforce was de 'kredietparadox': enerzijds klaagden ondernemers steen en been dat de banken sinds eind 2008 de kredietkraan hebben dichtgedraaid, anderzijds meldt De Nederlandsche Bank (DNB) elk kwartaal dat de banken meer uitlenen aan het bedrijfsleven. Dit komt doordat DNB en de banken schermen met het totaalbedrag aan uitstaande kredieten, wat sinds 2008 inderdaad altijd is blijven stijgen. De bedrijven klagen over het gedaalde aantal nieuwe leningen. De taskforce stelt vast dat de banken vooral terughoudend zijn met het verstrekken van zeer grote kredieten.
Laatstgenoemde conclusie wordt bevestigd door de statistieken die DNB op zijn website publiceert. In een van de tabellen staat dat banken in het derde kwartaal van 2008 52,4 miljard euro nieuwe leningen aan bedrijven verstrekten. Twee jaar later was dit nog maar 28,5 miljard euro. De daling zit bijna geheel in de kredieten groter dan 1 miljoen euro.
De taskforce ziet maar één mogelijke verklaring voor de discrepantie tussen de stijgende krediethoeveelheid en het dalende aantal nieuwe leningen: 'De aflossingen op bestaande leningen zijn kennelijk nog meer gedaald dan de productie van nieuwe.'
Dit vermoeden strookt met de signalen uit onder andere de melkveehouderij en de binnenvaart. Banken hebben zich doorgaans coulant opgesteld tegenover boeren en schippers die niet aan hun aflossingsverplichtingen konden voldoen, omdat ze geen belang hebben bij een faillissement. De boerderij en het schip die als onderpand voor de lening dienen, dalen bij een bankroet acuut in waarde.
Het aantal nieuwe kredieten daalt overigens ook omdat bedrijven er minder behoefte aan hebben. In slechte tijden is er minder animo om te investeren. Daardoor is er ook minder vraag naar kredieten.