Meer coke-gebruikers naar verslavingszorg

Volgens de stichting is het aantal cocaïnecliënten in de verslavingszorg sinds 1994 verdrievoudigd. De groep vormt inmiddels eenderde van het totale aantal drugscliënten.

Directeur Ton Ouwehand van SIVZ noemt dat een 'zorgelijke trend'. Ouwehand: 'Het is niet meer alleen het Gooise Matras dat cocaïne snuift. Het gebruik is afgedaald. Vaak in de vorm van crack, de versneden goedkopere variant, die hoogverslavend is.'

De nieuwe cliënten van de instellingen voor verslavingszorg zijn overigens zowel cocaïne- als crackgebruikers.

Volgens het SIVZ lijkt zich een tweedeling te voltrekken tussen een nieuwe, sterk groeiende groep cocaïnecliënten en een oude groep heroïneverslaafden. Ouwehand: 'Met heroïneverslaafden bereiken we goede resultaten. Er is een netwerk, er is met iedereen contact en er bestaat een vervangend middel, methadon. Tegen cocaïneverslaving bestaat nog geen goede behandelmethode.'

Cocaïne is de laatste jaren sterk in populariteit gestegen in het uitgaanscircuit van de grote steden. Dat hangt deels samen met de afnemende populariteit van xtc. 'Met cocaïne heb je minder last van de beruchte dinsdagdip die xtc-gebruikers overvalt na een weekeinde feesten', verklaart antropoloog Ton Nabben, die in Amsterdam jaarlijks verslag doet van drugstrends. 'Cocaïne is ook beter te combineren met alcohol en het gebruik valt je minder goed aan te zien. Daarnaast is xtc een weekendmiddel, cocaïne kun je ook doordeweeks gebruiken.'

In dat laatste schuilt het gevaar. 'Cocaïne vraagt voortdurend om aandacht, het werkt minder lang. Het wordt gevaarlijk als mensen cocaïne nodig hebben voor hun zelfvertrouwen.'

Van de 7700 cocaïnecliënten in 2002 zijn er 5100 autochtoon, van wie een niet-gespecificeerd deel van Antilliaanse of Surinaamse afkomst is.