'Marianne is voor mij niet dood'
Nieuws heeft een korte levensduur. Wat gisteren nieuws was, is vaak de dag erna vergeten. Vierde aflevering van een serie, april 1999: de rechtbank veroordeelt twee verdachten van de aanslag op café Bacchus in Gorcum tot 16 jaar....
'M ARIANNE was een maatje. Het was helemaal niet van: mijn pa is een ouwe lul met lang haar. Als er in Gorinchem een bluesfestival was, gingen we er met z'n tweeën heen. Ik was 26 toen Marianne kwam. Ik vond het prettig om jong vader te zijn. Dan kun je je makkelijker inleven.
'Ze was vrolijk, hield van gezelligheid en had het liefst dat het hele huis vol zat. We konden onze handen dichtknijpen met zo'n dochter. Marianne was niet aan de drugs en was geen hollewaai. Ze zat in het eerste jaar van de kunstacademie en deed wat ik altijd had willen doen. Ze had alleen veel meer talent. Haar laatste schilderij is niet af, zandbergen met twee figuurtjes die verdwijnen in de verte.
'We hebben haar beschermd opgevoed. We lieten haar nóóit 's avonds laat alleen fietsen. Ze werd altijd gebracht en gehaald. Die nacht stond Jenny, mijn vrouw, op haar te wachten op de Grote Markt, twintig meter van Bacchus. Ze dacht eerst dat er vuurwerk werd afgestoken.
'Ik zat thuis in de keuken. Anderhalf uur later dan ik had verwacht, hoorde ik gestommel. Twee politieagenten kwamen door de poort, Jenny sjokte erachteraan. ''Uw dochter is doodgeschoten'', zei een van de agenten.
'Ik heb niet het gevoel dat ze dood is. Ze zit in m'n hoofd en in m'n hart. Ze is er wel en ze is er niet. Elke minuut ben ik met haar bezig. Het enige dat ik wil is dat ze er weer is, maar dat kan niet. Langzaamaan begin ik me te realiseren dat ik ben geamputeerd.
'In een roes kun je meer aan dan ik ooit voor mogelijk heb gehouden. Je schijnt een flinke hoeveelheid hersenen te hebben die normaal nooit wordt gebruikt. Een gedeelte daarvan schakel je in, denk ik. Misschien zit gek worden niet in onze aard. We zijn lamgeslagen, maar moeten verder, ook voor Els, onze tweede dochter.
'Ik rommel wat in de muziek. Ik heb tien jaar gedrumd in bluesbands. Omdat ik niet goed genoeg was, ben ik ermee gestopt. Organiseren van festivals, beginnende bands helpen en schrijven over muziek gaan me beter af. Vroeger kenden ze me in Gorcum daarvan. Nu ben ik bekender als de vader van Marianne.
'Ik heb veel vrienden in de muziek. Regionale bands hebben de cd Waarom gemaakt. Ik was bij de presentatie, het greep me naar de strot. De meeste muzikanten kennen mij, en Marianne ook, en het was net alsof ze er een tandje bij hadden gezet. Hakte er diep in.
'In juni hebben vrienden het festival Music is the best georganiseerd, een soort muzikaal monument. Je kon best uit je dak gaan, want er werd goed gespeeld, maar iedereen wist wél waarom-ie er was: stop het zinloos geweld.
'Het is de bedoeling dat het festival jaarlijks terugkeert. Dat zal hard nodig zijn, het geweld neemt toe, we gaan Amerika achterna. Ik heb geen hippiedenkbeelden, de wereld kun je niet verbeteren, maar misschien kun je de grote groep meelopers aan het denken zetten. Idioten zullen er altijd rond blijven lopen.
'Ik put kracht uit muziek. In de schuur heb ik een hok met een klein stereotorentje, daar draai ik soms keihard Zappa. Ik heb een blues-tic en een Zappa-tic. Als kind al. Iedereen was weg van de Beatles of de Rolling Stones, ik stortte me op Zappa. Marianne had ook dat eigenzinnige. Ze trok zich er niks van aan dat op school niemand in spijkerbroek en op gympen liep.
'Eigenlijk ben ik schoolmeester, ik heb 23 jaar voor de klas gestaan; nu zit ik thuis. Ik was al aan het kwakkelen voordat dit gebeurde. Ik heb een van de daders in de klas gehad. Gelukkig kan ik hem niet voor de geest halen.
'Ik ken de daders niet en dat wou ik zo houden. Ik ben niet naar de zitting geweest. Mijn oudste zwager was er, mijn beste vriend, een neef en een broer van een vriend, die advocaat is. Ik heb geen zin om die gasten te zien.
'De feestdagen nog, en dan is het jaar rond. Een jaar loopt voortaan van 10 januari tot 10 januari. Eind januari dient het hoger beroep. We proberen ons er niks van aan te trekken.
'Net als van de gelukkig-nieuwjaarwensen. Dat heeft me altijd al tegengestaan, 1 januari is voor mij gewoon de volgende dag. De beste wensen, daar ben ik vorig jaar onder bedolven. Tien dagen later was mijn wereld ingestort.'