Marcelo krijgt drie doelpunten aangereikt

Van onze verslaggever

Paul Onkenhout

VOLENDAM

Het was een staaltje cynisme dat voor zich sprak. De supporters weten dat Volendam nóóit kampioen van Nederland zal worden, niet omdat de bedoelingen van de club niet goed zouden zijn, maar vanwege de financiële situatie. PSV heeft dit seizoen een begroting van 45 miljoen gulden, Volendam keert de dubbeltjes om en heeft zeven miljoen gulden te spenderen.

En zo kan het dat bij PSV Marcelo Silva Ramos in de aanval speelt, als vervanger van Nilis in feite, en bij Volendam Aschwin de Bruyn. De een is voor vijf miljoen gulden gekocht van Cruzeiro, de ander in de zomer weggeplukt bij een Nederlandse hoofdklasser, het Amsterdamse AFC. Volendam beëindigde de wedstrijd gisteren met vijf spelers die vorig jaar in het amateurvoetbal actief waren, PSV kon het zich veroorloven om oud-internationals als Vink en Valckx rust te gunnen.

Zelfs als PSV alles tegen had gezeten, en Volendam alles mee, had Volendam niet gewonnen van PSV. Het verschil in kracht in daarvoor eenvoudigweg te groot. PSV-coach Advocaat koos Zenden en Marcelo als vervangers van de Belgen Nilis en Degryse die zich met de nationale ploeg voorbereiden op de interland tegen Turkije.

Toen zijn Volendamse collega Van der Zee, zelf een nieuweling in het betaald voetbal en afkomstig van zaterdagclub Kozakken Boys, zijn achttien man tellende selectie overzag, telde hij tien spelers die vorig seizoen nog amateur waren. Steur, Molenaar en Persijn waren geblesseerd en tot overmaat van ramp viel in de slotfase Govedarica uit.

Het opvallendste aan de wedstrijd was niet dat de Braziliaan Marcelo drie maal scoorde, maar dat PSV tegen Volendam slechts drie doelpunten maakte en zelfs in de slotfase nog een treffer incasseerde. Advocaat had na afloop over bepaalde aspecten van het duel dan ook flink de smoor in. Een uitwedstrijd met 3-1 winnen, ondanks de afwezigheid van twee van de beste spelers, en toch ontevreden zijn, dat kan alleen in Nederland waar het verschil tussen de topploegen en de anderen almaar groter lijkt te worden.

PSV gaat fier aan kop, maar de tegenstand is tot nu toe geboden door ploegen die een zwaar seizoen tegemoet gaan, NEC, FC Groningen en Volendam. Na de derde competitieronde staan zij respectievelijk op de dertiende, veertiende en achttiende plaats.

Gisteren sprong PSV uiterst nonchalant met de kansen om, met Zenden als grootste boosdoener, en talloze malen weigerden spelers een ploeggenoot aan te spelen die zich in een kansrijkere positie bevond. Het gaat té gemakkelijk om de concentratie te bewaren, zei Advocaat. Voor PSV heeft tot nu toe de noodzaak ontbroken om voortdurend voluit te gaan. Dat is ook de reden dat de drie ploegen die PSV tot nu toe in de competitie trof erin slaagden te scoren.

Drie spelers van PSV trokken zich niets aan van de geringe tegenstand en de troosteloze ambiance, schaars bezette tribunes, een aanhoudend gordijn van regen en een stadion waarin één tribune ontbreekt. René Eijkelkamp draaide de jonge Leeflang dol, Wim Jonk dirigeerde het spel in zijn geboortedorp vakkundig en Jaap Stam toonde aan dat hij gereed is om zaterdag met het Nederlands elftal tegen Brazilië te spelen.

Het was vreemd dat Van der Zee zijn beste verdediger, Binken, aan Marcelo koppelde, en de onervaren Leeflang aan Eijkelkamp. Andersom had meer voor de hand gelegen. Eijkelkamp ondervond weinig hinder van zijn geïmponeerde tegenstander en Marcelo scoorde drie maal, in de twintigste minuut en twee maal in de beginfase van de tweede helft.

Het waren de eerste doelpunten van de Braziliaan in de Nederlandse competitie. Mooi waren ze niet maar dat verwacht ook niemand van hem.

Vergelijkingen met zijn voorgangers uit Brazilië, Romario en Ronaldo, gaan mank. Marcelo (23) is een ijverige speler die sterk oogt in de combinatie, maar afhankelijk is van wat andere spelers hem aanreiken. Hij was gisteren aan de Dijk ook niet de beste speler.

Dat was Zoetebier, de Volendamse doelman die dit seizoen over veel zal kunnen klagen, maar niet over de hoeveelheid arbeid die hij in het veld nog voor zijn ploeg mag verrichten.