Column
Mannen spelen, vrouwen zuchten
Het was maar honderd meter naar de bakker. Rennen ging nog niet zo goed. Twee dagen daarvoor was ik bevallen van mijn eerste kind. De zon scheen, ik wilde naar buiten. Eventjes weg van die zoetzure geur van babypoep, kots en muisjes. Op de terugweg holde ik toch, met mijn halfje bruin. Hijgend kwam ik bij het wiegje. Mijn dochter lag rustig te slapen. Gelukkig! Niet gestikt, geen stuipen. Toen wist ik: ik ben nooit meer vrij.
Mijn wijze moeder had dat al gezegd, maar ik vond een haar zwartkijker. Moederschap betekent behalve groot geluk en grote liefde ook nooit meer zorgeloos zijn. Altijd verantwoordelijk voor een hulpeloos wezen. Want als het met dat door jou voortgebrachte, broze leven niet goed gaat, is het jóúw schuld. Daar had de prille vader toch minder last van. Die was gewoon dolblij met zijn kind.
Daarover gaat het onlangs verschenen onderzoek van het Sociaal en Cultureel Planbureau, Lekker vrij? Hoe vrij of belast we zijn is nauwelijks objectief vast te stellen. Het gaat om de ervaring, het zit in ons hoofd. Mannen en vrouwen, zegt het SCP, hebben na aftrek van uren waarin zij werken, zorgen, slapen en eten evenveel vrije tijd. Toch voelen vrouwen zich zwaarder belast. Ook vrouwen zonder kinderen, zij het iets minder.
A woman's work is never done. Er moet zoveel, altijd. De kinderen moeten vermaakt, de bejaarde ouders bezocht, en de zieke tante en de vriendin die in scheiding ligt. Is dat allemaal gedaan, dan moeten de bloembollen geplant, de dyslexieverklaring aangevraagd, of is er wel iemand jarig. Iedereen tevreden, geen verwijten alsjeblieft. Om nog een béétje vrije tijd te hebben moeten vrouwen wel parttime werken - denken ze. Maar doordat ze parttime werken trekken ze nog meer huiselijke en emotionele taken naar zich toe.
Het zit 'm ook in de definitie van 'vrije tijd'. Is met je kind een puzzeltje maken en met je demente moeder eendjes voeren zorg of vrije tijd? Veel vrouwen noemen dat zorg. Vrij voelen ze zich na drie glazen wijn, met vriendinnen of met een boek op de bank als de kinderen slapen. Mannen ervaren een potje voetbal met de kinderen wél als ontspanning. Dat geeft de redenering in dit SCP-rapport iets circulairs.
Mijn favoriete schrijver F.B. Hotz schreef, in zijn debuutverhaal Dood weermiddel over mannen: 'Al ons werken is spelen - zolang je er genoegen aan beleeft. Vrouwen spelen nooit. Die werken pas echt: met strakke gezichten en zuchten.' Om dergelijke zinnen werd hij in 1976 voor vrouwenhater uitgemaakt; veertig jaar later krijgt hij gelijk van het SCP. Ik, feminist, vond zijn observaties troostrijk. Tenminste íémand die het zag. Hotz had een gevoeligheid voor menselijke zwaktes en kwetsuren en voor het droevige onbegrip tussen de seksen, waarvan het feminisme veel had kunnen opsteken.
Zijn generatiegenote Andreas Burnier, ook door mij ook bewonderd en wél omarmd door feministen, had die subtiliteit bepaald niet. Zij vond dat 'mensen met een vrouwelijk lichaam' in alles werden achtergesteld, maar hield niet van geklaag, gezeur en getut. Ze kende maar één remedie: zich als een man te gedragen. Elisabeth Lockhorn laat in haar mooie biografie van Burnier zien welke prijs ze daarvoor betaalde: een mislukt moederschap.
Als ik mannen ergens om benijd en bewonder dan is het om hun vermogen om alles wat om aandacht schreeuwt achteloos opzij te schuiven en te zeggen: nu ben ik aan het werk. Of: ik ga sporten. Of drie uur series kijken. Wat moet dat heerlijk zijn, om het leven niet als een Taak te zien. Geen af te vinken lijst verplichtingen. Geen Sisyfus te zijn.
Het heeft vast iets met onze voorvaderen te maken: voor de mannen zat het werk erop als de buit geschoten was, terwijl het zogen en zorgen, besjes en nootjes verzamelen altijd maar doorging. Neemt niet weg dat het na al die jaren van emancipatie een teleurstellende conclusie is: ook al zouden we erin slagen werk, zorg en vrije tijd eerlijk te verdelen, dan nog voelt dat niet zo. Mannen hebben meer lol in wat ze doen, buitenshuis en thuis. Ze zijn meer relaxed, eisen speeltijd op.
Wij zouden wat meer lol moeten maken. Ons oefenen in zorgeloosheid. Weer een Taak.
Aleid Truijens is schrijfster, literatuurrecensente en biografe. Reageren? opinie@volkskrant.nl