Macron speelt Midden- en Oost- Europese landen tegen elkaar uit
De Franse president Macron zet een offensief in voor gelijke beloning in de hele EU. 'Europa is geen supermarkt.'
De Franse president Emmanuel Macron kwam, zag en zaaide verdeeldheid in Midden- en Oost-Europa. In de Bulgaarse hoofdstad Sofia sloot hij vrijdag een driedaagse tour af, waarbij hij steun probeerde te vergaren voor nieuwe beloningsafspraken voor de vaak goedkopere arbeiders uit de oostelijke lidstaten van de Europese Unie. Belangrijk bijeffect: hij lijkt de zogenoemde Visegrad-4 (Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije) uit elkaar te spelen.
In West-Europa werken Poolse loodgieters en Roemeense chauffeurs vaak voor de lage lonen uit hun eigen land. Het gevolg is dat ze hun collega's in Frankrijk of Nederland wegconcurreren. Plannen om deze 'sociale dumping' in de EU tegen te gaan - in Nederland vertolkt door demissionair minister Asscher onder het motto 'gelijk loon voor gelijk werk' - lopen in Brussel vast op onwil uit het oosten. Met name de Poolse economie ontleent zijn concurrentiekracht aan goedkope arbeid. Warschau vreest dat Poolse schilders niet langer worden ingehuurd als ze even duur worden als hun Nederlandse of Franse concurrenten.
Macron doet nu een nieuwe poging de discussie open te breken in aanloop naar de EU-top van regeringsleiders in oktober. Hij noemde de bestaande regelgeving 'een verraad aan de Europese geest dat het populisme in de kaart speelt', en waarschuwde Oost-Europese lidstaten dat Europa 'geen supermarkt' is. Burgers op het hele continent willen zich volgens hem 'bevrijden van de krachten van globalisering'. Macron stelde dat de Brexit voor een deel het gevolg is van het gebrek aan goede sociale regelgeving.
Een aantal dwarsliggers, Tsjechië en Slowakije, kreeg Macron voor het eerst aan zijn kant. 'We zijn dicht bij een overeenkomst', verklaarde de Slowaakse premier Robert Fico. Ook de Roemenen toonden zich bereid tot een compromis. De Bulgaarse premier Borisov zei een oplossing te willen voor 1 januari volgend jaar, wanneer Bulgarije het roulerend EU-voorzitterschap krijgt. Dat alles tegen de zin van de belangrijkste muiters in Europa: Polen en Hongarije. Voor de tour van Macron kregen ze niet eens een uitnodiging voor een bijeenkomst die hij organiseerde. Frankrijk laat daarmee blijken niet te kunnen leven met de anti-Europese koers van Jaroslaw Kaczynski (Polen) en Viktor Orbán (Hongarije).
In Sofia zei Macron vrijdag dat het Poolse volk 'meer verdient' dan een halsstarrig nee tegen arbeidsmarkthervormingen. 'Polen heeft besloten zich te isoleren van Europa.' Het mag van hem niet 'de richting van Europa bepalen'. In een reactie zei de Poolse minister Waszczykowski (Buitenlandse Zaken) dat Macron met zijn initiatief vooral Polen wil dwarsbomen op de Europese interne markt.
Polen, Hongarije, Tsjechië en Slowakije proberen doorgaans als Visegrad-4 (ook wel V4) hun beleid op elkaar af te stemmen, bijvoorbeeld op de gevoelige thema's van grensbewaking en herverdeling van vluchtelingen. Maar Tsjechië en Slowakije zien dat het Europa met de komst van Macron ernst is met hervormingen, aldus Wojchiech Przybylski, hoofdredacteur van Visegrad Insight.
'Na de Duitse verkiezingen, is de verwachting, gaan zowel de EU als de eurozone vaart maken met hervormingen. Zowel de Tsjechen als de Slowaken willen over de toekomst meepraten, in plaats van zich te laten gijzelen door Polen en Hongarije.' Slowakije is al lid van de eurozone, Tsjechië wil een waarnemersstatus.
Waar premier Orbán de Visegrad-4 graag als één blok presenteert, zien anderen steeds grotere verschillen. Zo hebben de Tsjechen en Slowaken duidelijk moeite met de populistische toon die hun buurlanden aanslaan. Ze zijn bang de boot te missen wanneer Macron en bondskanselier Merkel werk maken van een zogeheten Europa van twee snelheden. Fico (Slowakije) haastte zich daarom te zeggen dat zijn beleid verankerd is in het Frans-Duitse hart van Europa, niet in het oostelijk blok.
Van een V4, zo lijkt het, wordt het Visegrad-blok steeds meer een V2: Polen en Hongarije. Beide liggen op ramkoers met de Europese Commissie, en geven elkaar waar mogelijk rugdekking.