Macht Moslimbroeders groeit, maar afsplitsing ligt op de loer
De groeiende macht van de islamisten is het meest tastbare resultaat van de Arabische Lente. Van Marokko en Egypte tot en met Koeweit.
De aanvankelijke euforie over de Arabische Lente is in het Westen, maar ook onder veel Arabieren, grotendeels verdwenen. Zondag werd Mohammed Morsi, van de Moslimbroederschap, de eerste islamistische president van Egypte. Niet iedereen voelt zich behaaglijk bij die ongekende ontwikkeling in het grootste land in de Arabische Wereld. Eerder al kwam in Tunesië de aan de Moslimbroederschap gelieerde Ennahdapartij aan de macht en mochten de Moslimbroeders onder druk van de Arabische Lente in Marokko en Koeweit deelnemen aan de parlementsverkiezingen, waarbij ze grote overwinningen behaalden. Over enkele weken hopen de Moslimbroeders een belangrijke rol te spelen in de Nationale Assemblee van Egypte's buurland Libië, terwijl rebellen van de Moslimbroederschap in Syrië dagelijks op leven en dood vechten tegen het regime-Assad, hopend op zijn val.
Hoe riskant is dit alles? Zullen de islamisten - fanatieke moslims, die geen scheiding van kerk en staat nastreven, maar juist een theocratie op islamitische grondslag - hun kans grijpen en in de hele regio de ultrapuriteinse, anti-westerse theocratie invoeren? Doemt aan de horizon het door de Moslimbroeders bejubelde Islamitische Kalifaat op? Hoe zal de vertaling van de ideologie naar de praktijk gestalte krijgen?
'De Moslimbroederschap is geen monolithisch blok', antwoordt Maurits Berger, islamoloog aan de universiteit van Leiden en verbonden aan instituut Clingendael. 'Het is geen organisatie die vanuit een hoofdkwartier centraal wordt aangestuurd. De Moslimbroeders hebben hetzelfde gedachtengoed, maar elke regio heeft haar eigen identiteit. In de rijke Golfstaten laten ze zich niet de wet voorschrijven door Caïro of Tunis.'
Dat de Moslimbroeders onderling hevig van mening kunnen verschillen, bleek al bij het uitbreken van de Arabische Lente eind 2010. Terwijl in Tunesië en Egypte ook Moslimbroeders de straat opgingen, veroordeelden hun geestverwanten in Algerije en Marokko de massaprotesten. Het protest werd door buitenlandse krachten georganiseerd, verklaarden ze - later schaarden ze zich alsnog achter de volksopstanden.
'De contacten tussen de Moslimbroeders in de verschillende landen zijn niet overdreven warm', zegt ook de Egyptenaar Amr Ryad, hoogleraar in de geschiedenis van Islam aan de Universiteit van Leiden. 'Naar buiten toe is er eenheid, maar onderling is er dikwijls onenigheid en rivaliteit.' Onlangs nog haalde de leider van de Tunesische Ennahdapartij, Rashid al-Ghanouchi, hard uit naar zijn Egyptische geestverwant Morsi. 'Jij schurkt te veel tegen de militairen aan', zei Ghanouchi. Op hun beurt maanden de Egyptische Moslimbroeders hun geestverwanten in Koeweit, Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten om vrouwen meer rechten te geven, een advies dat evenmin goed landde.
Van de meest gematigde tot de radicaalste Moslimbroeder: allen beroepen zij zich op de leer van Hassan al-Banna, de oprichter van de Moslimbroederschap die een terugkeer naar de islamitische waarden en normen op basis van de 'zuivere Koran' predikte. Maar hoe rigide moet de interpretatie van het Heilige Boek zijn en wie heeft uiteindelijk het laatste woord: God of het volk?
'Naarmate de Moslimbroeders langer meespelen in de politiek, worden ze pragmatischer', zegt Ryad. 'Ook raken ze dan vaak versplinterd.' Hij noemt Algerije en Jordanië. Al blijft de Moslimbroederschap in die landen de grootste oppositiebeweging, haar volgelingen zijn uitgewaaierd over diverse partijtjes. Volgens Ryad dreigt ook in Egypte politieke versplintering. 'Voor de verkiezingen splitste de prominente Aboul Fatouh zich af van de moederpartij; hij kreeg veel stemmen.'
De meningsverschillen tussen pragmatici en haviken vallen samen met een generatieconflict binnen de Moslimbroederschap dat in alle Arabische landen speelt. Oudere mannen zijn veelal volgelingen van de ideoloog Said Qutb, grondlegger van het militante islamisme. Veel jongere Moslimbroeders zien sjeik Yusuf al-Qaradawi als hun peetvader; die heeft niks met de gewelddadige toon van Qutb en zegt voorstander te zijn van een herinterpretatie van de Koran aan de hand van moderne vraagstukken.
De jonge neo-islamisten zijn niet per se gematigder, maar wel pragmatischer. 'De jongeren zijn in het hele Midden-Oosten in de meerderheid. De jonge Moslimbroeders zijn in de regel goed opgeleid, dikwijls in het buitenland', zegt Berger. 'Wat bij hen ook speelt, is dat zij hun trots als burger hebben hervonden. De boodschap van die Moslimbroeders is niet zozeer pan-islamistisch als wel nationalistisch: 'Dude I want my country back!' ('Gozer, geef me mijn land terug!').
Populair door welzijnswerk
De Moslimbroederschap, al-Ikhwan al-Muslimin, werd in 1928 opgericht in de Egyptische havenstad Ismailiya. Doel van grondlegger imam Hassan al-Banna was het behoud van de islamitische cultuur en een islamitische staat gezuiverd van imperialistische, westerse invloeden. De Moslimbroeders werden vooral populair door hun welzijnswerk. Sinds de oprichting zijn er vele afsplitsingen geweest, zoals de gewelddadige Islamitische Jihad en Jama'a al-islamiya, en de gematigde Wasatpartij.
undefined