Macht is aan werknemer en consument
De nieuwe economie heeft weinig te maken met technologie en alles met nieuwe verhoudingen op de arbeidsmarkt. Randstad-strateeg Hans Junggeburt, hoogleraar flexwerk en uitzendarbeid, voorziet de komst van self-navigators en virtuele projectteams op de werkvloer....
OOK SOCIOLOOG Hans Junggeburt gelooft in de nieuwe economie. Maar voor de strateeg van uitzendorganisatie Randstad, sinds kort één dag per week hoogleraar op het terrein nieuwe arbeidsverhoudingen aan de Universiteit van Amsterdam, heeft het fenomeen weinig van doen met technologie, maar des te meer met de verschuivende positie van consumenten en werknemers in de diensteneconomie.
'Ik ben het fundamenteel oneens met de maatstaven die worden gehanteerd om de ''oude'' en 'nieuwe'' economische verhoudingen te typeren en van elkaar te onderscheiden. Het gaat niet om technologie of internet. Waar in de oude economie werknemers en consumenten als het ware de afgeleiden vormden van het voortbrengingsproces, staan in de nieuwe economie de mens, als werknemer en consument, aan de basis van het sociaal-economische stelsel.'
- Het nieuwe toverwoord is toch ook kenniseconomie?
'Ik vind het arrogantie om dat te zeggen. Waren mensen vroeger soms dommer? Het begrip kenniseconomie suggereert dat eerdere economieën niet of nauwelijks op kennis en informatie-uitwisseling waren gebaseerd. Niets wijst erop dat het huidige sociaal-economische stelsel of de huidige werknemer superieur zijn aan die van vroeger. De opkomst van landbouw en industrie waren ondenkbaar geweest zonder de ontwikkeling en verspreiding van kennis.
'De nieuwe economie is niets meer dan de digitale variant van de diensteneconomie. ICT-ontwikkelingen staan, net als menselijke dienstverlening, in het licht van het zo veel mogelijk vergaren van informatie en kennis over klanten. Dus niet digitalisme, maar consumentisme regeert de nieuwe socaal-economische verhoudingen.'
- Op de arbeidsmarkt staan mensen momenteel toch vooral centraal omdat ze schaars zijn?
'Dat is waar, maar waarom? Niet op grond van kwantitatieve vraag-aanbodverhoudingen, ofwel schaarste, maar op grond van kwalitatieve veranderingen in de relatie tussen werknemer en werkgever.
'In de industriële economie was 60 procent van de beroepsbevolking werkzaam op laaggeschoold industrieel niveau. De werknemer had zijn baan harder nodig dan omgekeerd. Zowel hoger- als lagergeschoolden werkten daarbij heel bedrijfsspecifiek: overstappen was moeilijk doordat kennis was toegespitst op die éne baan. Ook was het in de industriële economie vrijwel uitgesloten om voor jezelf te beginnen. Dat vergde kapitaal en dat was schaars in de industriële economie. Tegenwoordig is een goed idee al genoeg om te beginnen. Het is dan ook niet kapitaal, maar kennis die schaars is in de huidige tijd.
'Werknemers zijn tegenwoordig minder afhankelijk van de branche of sector waarvoor ze zijn opgeleid - ze kunnen hun kennis en kunde overal te gelde maken. In dat opzicht is er wel een kenniseconomie. Werknemers zullen als self-navigators zelf kunnen gaan bepalen waar en hoe ze zich aan werkgevers verbinden.'
- Maar toch. Als over tien jaar de banen niet meer voor het oprapen liggen, dan zeggen werkgevers toch weer ouderwets: voor jou tien anderen?
'Vroeger was dat zo. Let wel: het is een misvatting te denken dat de macht nu volledig bij de werknemer is komen te liggen. Mijn stelling is dat beide partijen in de nieuwe economie nevengeschikt aan elkaar zijn geworden.
'Het is deze structureel andere positie van werknemers ten opzichte van werkgevers die maakt dat de toekomstige werknemer in geval van werkloosheid, ik zou willen spreken van opdrachtloosheid, gebruik zal maken van de mogelijkheden die internet biedt. Ze zullen zich zelfstandig of in de vorm van virtuele projectteams mondiaal op de arbeidsmarkt kunnen gaan aanbieden.'
- De uitzendbranche, uw eigen sector, zoekt nieuwe terreinen op de arbeidsmarkt. Wat komt er in de plaats van 'piek en ziek' - het opvangen van extra werk en vervanging bij ziekte?
'Vooropgesteld: ook dat blijft een belangrijke taak. Of de markt krap is of niet, of het eb of vloed is, altijd is er beweging op de arbeidsmarkt. Nu al komen mensen minder naar een uitzendbureau om te vragen: ''Heb je werk?'', maar vaker met de vraag: ''Heb je ander werk?''
'Daarmee schuift de uitzendbranche van de rand naar het centrum van de arbeidsmarkt, net als veel arbeidsmarktbeleid. Het gaat niet meer zozeer om het instromen van werklozen op de arbeidsmarkt, maar het laten doorstromen van werkenden van de ene naar het andere functie. Daar staat echter tegenover, en noem dat het maatschappelijk verantwoord ondernemen van uitzenders, dat deze organisaties nog steeds en vooral zullen moeten worden aangesproken op hun instroomfunctie: de reïntegratieproblematiek.'
- Uw toekomstvisie klinkt mooi en aardig, maar onderbouwing blijft moeilijk. Ondanks de 24-uurseconomie werken de laatste jaren juist méér mensen van negen tot vijf, de gemiddelde baanduur is ondanks de jobhoppers gestegen en het aantal zelfstandige ondernemers is ongeveer stabiel.
'Klopt allemaal, maar dat neemt niet weg dat sinds het eind van de jaren tachtig een transformatie is ingezet. Voorspelbaarheid, maakbaarheid en controleerbaarheid maken plaats voor turbulentie.
'Je ziet het vooral op het personele vlak. Enerzijds moeten werknemers employable, inzetbaar blijven en niet vastroesten in een functie, zich blijven scholen. Deeltijd en flexibel werk is toegenomen. Anderzijds bieden werkgevers geen banen meer voor het leven aan, maar binden zij werknemers aan zich voor de duur van een project - een maand, een jaar, of drie jaar.'
-Zijn er in de toekomst geen ondernemingen meer?
'Wel degelijk, want ondernemingen vullen ook een basisbehoefte: ergens bijhoren. Alleen zullen ze zich veel meer moeite moeten getroosten om werknemers aan zich te binden. De behoeften van die nieuwe werknemer zijn naar hun aard veel individueler: individuele arbeidsverhoudingen, uitdagend werk en de mogelijkheden werk en privé te combineren.'
- Je moet wel stevig in je schoenen staan in die nieuwe arbeidsmarkt.
'Dat klopt. Ik geloof echter niet zozeer in werkstress - de te grote arbeidsdruk - maar meer in lifestress. We moeten zoveel rollen combineren en dromen nastreven. Werk en vakantie, carrière en privé. In plaats van de baan voor het leven, waarbij de werkgever mij dus ook volledig verzorgde, moet een werkgever nu voor de duur van de opdracht mijn privéleven helpen te organiseren.
'Uitzendorganisaties zouden zich veel meer moeten laten aanspreken op de organisatie van deze ''privetisering'' van de onderneming: het regelen van kinderopvang, boodschappendienst en opleidingen.'