Louter onbegrip voor omroepplan
Buiten Den Haag is er nauwelijks steun voor de plannen van het kabinet met de publieke omroep. Maandag is er een hoorzitting waar een stoet prominenten het verzet zal verwoorden....
Als Pino uit Sesamstraat maandag op het Binnenhof negentigduizend handtekeningen onder een steunbetuiging aan de NPS aanbiedt aan de mediawoordvoerders in de Tweede Kamer, zal oud-D66-minister Roger van Boxtel, nu voorzitter van die NPS, op gepaste afstand glimlachen. Negentigduizend handtekeningen voor een omroep zonder leden, dat zal Den Haag toch aan het denken moeten zetten. Er is massief verzet! Op het Plein, vlak voor het Kamergebouw, zal de NPS zich de hele middag roeren. Muziek in alle stijlen, een lied van Wieteke van Dort en van Loes Luca en tal van andere culturele uitingen zullen richting de Tweede Kamer klinken. Het zal de politiek ervan doordringen dat de NPS als ‘kraamkamer van de publieke omroep’ moet blijven bestaan. In het Kamergebouw vindt tegelijkertijd een hoorzitting plaats waar iedereen met een beetje hart voor de publieke netten de gelegenheid te baat zal nemen afkeuring uit te spreken over de kabinetsvoornemens. Het verzet bestaat uit een lange stoet van politieke prominenten, Hilversumse bestuurders, programmamakers en cultuurminnaars. Want buiten Den Haag zijn er maar weinigen te vinden die nog begrip kunnen opbrengen voor het door de coalitiepartijen in juni gesloten compromis. De financiële onderbouwing deugt niet, zeggen de bestuurders; het aanbod op de publieke radio en tv zal ernstig verschralen, zeggen de programmamakers; het uitgangspunt is verkeerd, zeggen wetenschappers. In een recente analyse van onderzoeksinstituut TNO uit Delft, onder supervisie van hoogleraar en mediaspecialist Paul Rutten, blijkt dat staatssecretaris Van der Laan (D66) met haar omroepplan meer problemen veroorzaakt dan oplost. Te veel verlaat zij zich, aldus TNO, op een rapport van de Wetenschapelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) over de toekomstige relatie tussen overheid en media. Dit heeft ertoe geleid dat de politiek zich tot in detail met programma’s als NOVA en Buitenhof heeft bemoeid. Dit is volgens Rutten c.s. onacceptabel, gezien de noodzakelijke onafhankelijkheid van de omroep. De opheffing van de NPS en de hieruit voortvloeiende discussie over programma’s als NOVA zijn het gevolg van een zogeheten functiebenadering door de overheid: de NOS draagt zorg voor de nieuwsvoorziening en de ledengebonden omroepen krijgen geld voor opinievorming en debat. Omdat de NPS geen leden heeft, zou die omroep helemaal verdwijnen. Ook voor puur amusement is in de plannen geen plaats meer. TNO heeft sterke twijfel over ‘de wetenschappelijke waarde en de helderheid’ van die functiebenadering door de WRR. Door die vervolgens te gebruiken als blauwdruk voor hervormingen in Hilversum, slaat de politiek de plank mis. Het onderscheid tussen nieuws en achtergrond bij voorbeeld is flinterdun. Een journalistieke achterhoedediscussie wordt zo tot uitgangspunt van het mediabeleid gemaakt. TNO acht het onverantwoord dat de overheid in zijn bemoeienis met media, of het nu gaat om internet, kranten, radio of tv, niet langer kijkt naar het mediumtype en de ontwikkelingen in de markt. Het uitbannen van amusement bij de publieke omroep is ‘onjuist en onverstandig’. Het zal verdwijnen naar commerciële zenders en dat kost marktaandeel en dus reclame-inkomsten. Amusement vervult in de visie van Rutten bovendien net als nieuws en opinie een belangrijke rol in het maatschappelijk debat en in ‘het bevorderen van sociale samenhang en de ontwikkeling van culturele identiteit’. De raad van bestuur van de publieke omroep heeft al berekend dat het plan van Van der Laan grote tekorten zal opleveren en na 2008, als de nieuw beoogde wet in werking treedt, honderden banen gaat kosten. Volgens hoogleraar Rutten zal het plan van van der Laan ‘stranden in de uitvoering’. ‘Op deze manier kun je geen tv-net maken. De autonomie van de omroepen wordt in beton gegoten, fiancieel deugt het niet en je krijgt een heilloze discussie over het onderscheid tussen nieuws, opinie en achtergrond. Dit leidt onvermijdelijk tot marginalisering.’ Na de hoorzitting maandag volgt een week later een Kamerdebat met Medy van der Laan. De staatssecretaris, die eerder veel lof oogstte voor haar moed om de bezem te halen door het Hilversumse omroepbastion, oogst nu alleen nog maar woede en onbegrip. Dat ze zelf niet aanwezig was bij het besluit van de coalitiefracties om de NPS op te doeken, heeft haar politieke geloofwaardigheid aangetast. Ook partijgenoot Van Boxtel van de NPS is de verbijstering daarover nog niet de baas. In juni heerste de ‘zomerzotheid’ en dat leidde tot een plan vol ‘innerlijke tegenstrijdigheden’. Dat de aandacht in het debat zich richt op de NPS, zegt nog niet dat elders geen pijn wordt geleden. Bij veel omroepen, die budgettair zwaar worden gekort, heerst de angst dat het einde van de publieke omroep nabij is. ‘Wat hebben wij nog in dat nieuwe bestel te zoeken?’, klinkt het van VPRO tot TROS. Dat Hilversum door interne strijd zelf debet is aan de Haagse drang tot ingrijpen, wordt breed erkend. Maar in het algehele belang doet dat er even niet toe. Eerst moet dat onzalige plan van Van der Laan van tafel.