Lloyd-Webber op de bres voor schoner en chiquer West-End
Ondanks de massale drukte, de continu uitverkochte voorstellingen en de lange rijen voor clubs en restaurants is het Londense theaterdistrict West-End bezig te vervallen....
Lloyd-Webber die zelf veertien West End-theaters bezit, heeft zich afgelopen week beklaagd over de deplorabele staat van West-End. De theaters zijn vrijwel allemaal verouderd en te klein. Volgens hem vinden bezoekers dat ze te veel betalen voor oncomfortabele plaatsen. Voor de toiletten staan vaak lange rijen, bij de bars is het regelmatig een complete chaos. Na afloop van de voorstellingen zijn er nauwelijks legale taxi's te vinden. 'En dan nog de overlast van drugsdealers en wildplassers rond de theaters', klaagt Lloyd-Webber zijn nood.
De Theatre's Trust, de overkoepelende organisatie van de West-Endtheaters, deelt zijn kritiek. 'De faciliteiten van veel theaters zijn archaïsch en het zicht op het podium is vaak slecht', aldus Theatre's Trust in het pas verschenen jaarverslag.
Lloyd-Webber is behalve schrijver van musicals als Cats, The Phantom of the Opera en Evita sinds begin 2000 ook een van de belangrijkste theaterexploitanten van Londen geworden. Voor 140 miljoen gulden kocht hij elf theaters die samen met de drie theaters die hij al bezat in de Really Useful Theaters zijn ondergebracht. Zijn grootste theater is de London Palladium met tweeduizend plaatsen.
Lloyd-Webber wil zijn theaters graag moderniseren en de capaciteit vergroten. Zo wil hij Lyric en Apollo samenvoegen tot één groot, nieuw theater. Tot nu toe krijgt hij daarvoor geen toestemming omdat al zijn theaters onder monumentenzorg vallen.
Volgens Lloyd-Webber voldoet de vaak meer dan honderd jaar oude inrichting van veel van de gebouwen echter niet meer aan de eisen van het huidige publiek. Vaak zijn er nauwelijks damestoiletten, omdat in de Victoriaanse tijd vrouwen niet werden geacht aan de bar te drinken. Ook zijn de mensen in vergelijking met honderd jaar geleden langer geworden, waardoor er onvoldoende beenruimte is.
Volgens Lloyd-Webber hebben de prijzen van de toegangskaarten ook geen gelijke tred gehouden met de prijzen van nieuwe musicalproducties. De producties zijn in twintig jaar acht keer zo duur geworden, de prijzen van de tickets slechts verdrievoudigd: van ongeveer 10 pond naar ruim 30 pond.
'In onze nieuwe productie The Beautiful Game hebben we een orkest van negen muzikanten, voor The Phantom hebben we een orkest samengesteld van dertig mensen. Maar dat is financieel niet niet meer te doen.'
Volgens Lloyd-Webber is West-End er op dit moment beroerder aan toe dan het NewYorkse Broadway in de jaren zeventig. Hij wijst op de enorme overlast van drugshandelaren en de daarmee samenhangende criminaliteit. Ook is er een schreeuwend tekort aan openbaar vervoer. Er zouden buslijnen moeten komen. Daarnaast zouden door het vrijgeven van tarieven taxichauffeurs moeten worden gestimuleerd om zich aan het einde van de voorstellingen in West-End te verzamelen.