Liggend tussen de anemoontjes

Boris Pasternak (1890-1960) is in het Westen vooral beroemd geworden door zijn roman Dokter Zjivago en de rel rond de aan hem in 1958 toegekende Nobelprijs voor literatuur....

Aai Prins

In eigen land had Pasternak al veel eerder naam gemaakt als dichter. Hij was naast Majakovski een van de leidende futuristen geweest, en met zijn dichtbundel Mijn zuster, het leven (1922) was hij definitief doorgebroken. Zijn hermetische liefdes- en natuurlyriek vol associatieve metaforen en ingewikkelde syntaxis viel echter niet bij iedereen in de smaak.

Zo vond Trotski Pasternaks poëzie ‘struikgewas’ waar men zich doorheen moest zien te worstelen; in zijn Literatuur en revolutie (1924) komt Pasternak dan ook niet voor. In de toenemende repressie van de jaren dertig werd het Pasternak niet alleen steeds moeilijker gemaakt om te publiceren, maar kreeg hij zelf ten slotte ook geen vers meer op papier; hij ging zich toeleggen op het vertalen van onder andere Georgische poëzie. Er is wel eens gesuggereerd dat met name die vertalingen de Georgiër Stalin hebben doen besluiten Pasternak in leven te laten.

In 1936 vestigde Pasternak zich in het schrijversdorp Peredelkino nabij Moskou, waar hij tuinierde en aan zijn beroemde Hamlet-vertaling werkte. Tot zijn eigen verrassing was hij eind 1940, aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog, weer tot schrijven in staat en zo ontstond Peredelkino, een cyclus van elf gedichten die nu in een fraaie Nederlandse vertaling is verschenen.

In deze cyclus sloeg Pasternak een compleet andere weg in. Hij schreef nu transparante, ‘provinciaalse’ poëzie over zijn dorpse leven. Je ziet hem voor je, spittend en schoffelend, zwetend (‘met potglazuur begoten’) bladeren verbrandend op een zomerse dag: ‘We laten in de voorjaarstijd/ tot vroeg de moestuin branden,/ als op het feest der vruchtbaarheid/ een heidens offerande.’

En steeds weer verwondert hij zich over de wisseling der seizoenen met hun regen, hun zon, hun kou, hun rijp (‘dat doodswitte wonder’); en juist door die ijzeren opeenvolging in de natuur kan hij aan de verschrikkingen van zijn tijd ontsnappen:

‘We liggen tussen anemoontjes,/ kamille, wilde balsemien,/ de armen losjes achterover,/ de hemel boven ons te zien. (. . .) En zie dan, tot die schare dennen/ behoren wij, de eeuwigheid,/ van dood, epidemie, ellende,/ zijn wij – voor eventjes – bevrijd.’

Aai Prins

Boris Pasternak: PeredelkinoVertaald uit het Russisch en ingeleid door Petra CouvéeUitgeverij Douane48 pagina’s euro 10,-ISBN 90 808804 6 9Vertaald uit het Russisch en ingeleid door Petra CouvéeUitgeverij Douane48 pagina’s euro 10,-ISBN 90 808804 6 9

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden