Libanon houdt adem in voor Israëlische tegenzet
Hezbollah zit in de Libanese regering, maar die heeft weinig te zeggen over de radicale beweging. Niemand kan haar ontwapenen, hoewel de VN dat in een resolutie heeft geëist....
De Libanese hoofdstad Beiroet wachtte woensdagavond met ingehouden adem op een verdere Israëlische reactie nadat de fundamentalistische shi’itische Hezbollah twee soldaten had gevangengenomen. De uitspraak van de Israëlische premier, Ehud Olmert, dat hij de aanval beschouwt als een oorlogshandeling van een soevereine staat, doet het ergste vermoeden.
Olmert houdt Libanon verantwoordelijk voor de aanvallen vanaf haar grondgebied en benadrukt bovendien dat Hezbollah nota bene lid is van de regerende coalitie. Maar de regering heeft in de praktijk weinig te zeggen over Hezbollah en over het zuiden van het land dat door de groep beheerst wordt.
‘Wij waren niet op de hoogte van de plannen voor een aanval en wij zijn hiervoor niet verantwoordelijk’, verklaarde de Libanese regering die gisteravond in spoedberaad bijeenkwam. Het kabinet veroordeelde de Israëlische militaire reactie en vroeg om een spoeddebat in de VN Veiligheidsraad.
Hezbollah, dat bijna 20 jaar lang de Israëlische bezetting bestreed, is de enige belangrijke Libanese groep die nog wapens bezit, 16 jaar na het einde van de burgeroorlog in 1990 en zes jaar na de Israëlische terugtrekking uit het zuiden van het land in 2000.
Israël en de VN hebben Libanon regelmatig opgeroepen de autoriteit van de regering te doen gelden over het hele grondgebied en troepen naar de grens te sturen om botsingen tussen Hezbollah en Israël te voorkomen. In VN-resolutie 1559 van 2004 wordt de ontwapening van alle Libanese gewapende groepen geëist, een verwijzing naar Hezbollah.
Maar de Libanese regering is zwak, verdeeld, en worstelt om het centrale gezag te doen gelden. Als ‘nationaal verzet’ dat wordt gezien als succesvol in de strijd tegen Israël, geniet Hezbollah behoorlijke populariteit, vooral uiteraard onder de shi’ieten die de grootste groep in het land vormen. In Libanon en in de internationale gemeenschap wordt geaccepteerd dat niemand momenteel Hezbollah met geweld kan ontwapenen.
De Libanese partijen houden al maanden een nationale dialoog die onder meer moet leiden tot de ontwapening van Hezbollah maar die heeft nog geen vruchten afgeworpen. Eind vorige maand werd een gespreksronde opgeschort vanwege de escalerende crisis rond de gevangengenomen Israëlische soldaat in Gaza. Israëlische vliegtuigen waren over het paleis van de Syrische president, Bashar Assad, gevlogen, een bondgenoot van Hezbollah en van Hamas, de Palestijnse groep die achter de kidnapping bij Gaza zat.
Syrië moest zich vorig jaar uit Libanon terugtrekken na een bijna 30 jaar lange militaire aanwezigheid, nadat Damascus van veel Libanezen de schuld kreeg van de moord op de voormalige Libanese premier Rafiq Hariri.
De pro-Syrische Hezbollah zit nu vooral in de door anti-Syrische groepen gedomineerde Libanese regering om het programma van de tegenpartij te blokkeren. De groep is er in geslaagd te voorkomen dat de pro-Syrische president Emile Lahoud is verwijderd.
Hezbollah werd door een groep shi’itische geestelijken opgericht na de Israëlische invasie van 1982 en werd gesteund door Iran en Syrië. Hoewel Hezbollah het ontkent, wordt aangenomen dat de leden betrokken waren bij de grote bomaanslagen op de Amerikaanse en Franse mariniers en op de Amerikaanse ambassade in Beiroet in 1983. Ook na de Israëlische terugtrekking van 2000 is Hezbollah erin geslaagd het conflict gaande te houden door een stuk grond in het oosten, de Sheba Farms, als Libanees grondgebied te claimen terwijl het volgens de VN hoort bij de door Israel bezette Golan-hoogvlakte.