Lhbt-gemeenschap wil homohuwelijk op Curaçao legaliseren, maar kerk zit tegen
De lhbt-gemeenschap op Curaçao wil dat het homohuwelijk op het Caribische eiland wettelijke erkenning krijgt. Een voorstel daartoe is donderdagavond, aan het begin van de jaarlijkse week van de ‘Curacao Pride’, overhandigd aan de vicevoorzitter van het Curaçaose parlement, Giselle McWilliam.
‘Personen die gelijke plichten hebben zoals het betalen van belasting en bijdragen aan sociale premies behoren ook op dezelfde rechten te kunnen rekenen,’ zo stellen drie Curaçaose homo-organisaties in een gezamenlijke verklaring. ‘Ook personen van de lhbt-gemeenschap verdienen de bescherming die ons recht door middel van het huwelijk aan burgers biedt.’
De kans dat het homohuwelijk er op korte termijn zal komen, is nihil. Curaçao geldt weliswaar als redelijk homovriendelijk, maar een huwelijk tussen mensen van hetzelfde geslacht kan momenteel noch binnen de regering en parlement, noch binnen de samenleving op een meerderheid rekenen. De strategie van de lhbt-organisaties is om het onderwerp in elk geval beter bespreekbaar te maken.
Dat kan, zo hopen zij, mogelijk leiden tot een erkenning van het geregistreerd partnerschap voor homo-stellen. Het grootste verzet daartegen zal waarschijnlijk komen van de op Curaçao nog altijd zeer invloedrijke katholieke kerk, die ook over het nodige geld beschikt om tegen-campagnes te voeren.
Eigen wetten
Curaçao is sinds oktober 2010 een autonoom land binnen het Nederlands koninkrijk, dat dus ook zijn eigen wetten opstelt. Hetzelfde geldt voor de autonome landen Aruba en Sint Maarten. Ook daar is het homohuwelijk nog onwettig. Anders ligt dat voor de andere drie voormalige Antilliaanse eilanden, Bonaire, Sint Eustatius en Saba. Als zogeheten ‘bijzondere Nederlandse gemeentes’ is het homohuwelijk daar officieel wel erkend.
Bij de opening van de zesde Curacao Pride, waarbij zo’n vijfhonderd mensen aanwezig waren, was minister Marylin Alcalá Wallé namens de regering de gastspreker. Zij liet zich in algemene termen uit over ‘gelijke rechten voor iedereen’, maar noemde daarbij het verbod op discriminatie wegens seksuele oriëntatie uitdrukkelijk niet. ‘Waar we ook naar toe willen, we moeten het samen doen’, aldus de bewindsvrouw.
‘Alhoewel wij alles doen om de acceptatie en tolerantie te vergroten’, zo stellen de Curaçaose lhbt-organisaties, ‘kan er niet gewacht worden tot iedereen overtuigd is. Het gaat hier om erkenning van gelijke waardigheid van personen.’ De organisaties wijzen erop dat in het verleden van het eiland ook zaken als het opheffen van rassensegregatie en ongelijke behandeling van vrouwen, niet meteen op steun van de gehele bevolking konden rekenen.
De premier van Curaçao, Eugene Rhuggenaath, geldt als iemand die zich wel openlijk uitspreekt over gelijke rechten voor de lhbt-gemeenschap op het eiland. Vorig jaar was hij de gastspreker bij de opening van Curacao Pride. Dit keer stond hij niet op het programma, maar verscheen hij na de toespraak van Alcalá Wallé plotseling tussen het publiek, tot luide vreugde van de organisatoren en sympathiserende aanwezigen.