Leipheimer: doping bij Rabobank
AMSTERDAM - Bij Rabobank was sprake van een dopingprogramma dat werd geleid door de arts van de wielerploeg. Die arts verkocht epo aan Levi Leipheimer en hielp de renner van 2002 tot en met 2004 bij het gebruik van het verboden middel.
Dat heeft Leipheimer onder ede verklaard aan het Amerikaanse antidopingagentschap Usada. Zijn verklaring maakt deel uit van het dossier dat is opgebouwd tegen Lance Armstrong, met wie Leipheimer twee jaar samen fietste voordat hij naar Rabobank trok.
Zijn uitspraken brengen de wielerploeg en zijn sponsor verder in het nauw. Wat Leipheimer zegt, sluit naadloos aan bij wat de Volkskrant in mei publiceerde. Bij Rabobank werd het gebruik van doping in elk geval tot en met 2007 getolereerd door de ploegleiding en in goede banen geleid door de medische staf, schreef deze krant na maanden onderzoek.
Net als toen zien de bank en de wielerploeg geen reden tot een onderzoek. De Rabobank houdt vol dat er vanaf 2007 maatregelen zijn genomen om het zerotolerancebeleid te kunnen naleven. Een woordvoerder van de bank: 'We spreken over een ploeg vóór 2007 en een ploeg erna. Wat zich voor 2007 afspeelde, is een ander verhaal.'
'Als het waar is wat Leipheimer heeft gezegd, is dat heel slecht', aldus de woordvoerder. 'Het gaat hier om iemand die onder ede stond. Maar we zien geen enkele aanleiding in te grijpen. Het huidige management weet niet of er een dopingprogramma was.'
Hoewel de Rabobank een onderzoek niet nodig acht, zegt de ploeg bereid te zijn mee te werken aan een waarheidscommissie. Die moet renners de mogelijkheid bieden over hun dopingverleden te getuigen. Overigens is van zo'n commissie nog lang geen sprake.
Het Usada-rapport kan negatieve gevolgen hebben voor (oud-)renners van de ploeg. De Dopingautoriteit zegt stukken op te vragen bij de Amerikaanse collega's en die op Nederlandse connecties door te pluizen. Die kunnen een dopingzaak in Nederland tot gevolg hebben.
Bernhard Kohl, Thomas Dekker en Rory Sutherland erkenden eerder dopinggebruik onder de vlag van Rabobank. Marc Lotz gaf gisteren toe ook bij Rabobank doping te hebben genomen. Erik Dekker leverde een te hoog hematocriet af bij het WK van 1999, maar een door de bank geïnstigeerd onderzoek pleitte hem vrij. Michael Rasmussen sjoemelde met dopingcontroles voordat hij in 2007 uit de Tour werd gezet.
Op Radio 1 ontkende De Rooij gisteren dat hij heeft geweten van het epo-gebruik van Leipheimer of de betrokkenheid van de ploegarts, wiens naam in het Usada-dossier onherkenbaar is gemaakt. Hoogstwaarschijnlijk betreft het de Belg Geert Leinders. 'Een renner maakt zelf zijn keuzen, niet de ploegleider of de ploegarts', aldus De Rooij.
Oud-Raborenner Remmert Wielinga noemde dat 'totale onzin'. 'Als er binnen de Raboploeg mensen waren die alles wisten, was het wel het management van de ploeg', zei hij tegen Omroep Brabant. Wielinga werd beschouwd als een groot klimtalent bij de Rabobank, waarvoor hij van 2003 tot en met 2005 uitkwam. 'Ik begreep toen al dat bepaalde dingen gebeurden', onderschrijft hij de ervaringen van Leipheimer.
Leipheimer zegt in zijn Rabotijd met een ploeggenoot over het wederzijdse gebruik van epo te hebben gesproken. De naam van 'renner 14' is onzichtbaar gemaakt. Michael Boogerd, jarenlang een van de best presterende Raborenners, weersprak gisteren tegen NuSport dat Leipheimer hem kan hebben genoemd: 'Ik heb nooit epo gebruikt.'
undefined