Lege eetzalen, en een assortiment braakgeluiden uit de salons
De schrijver van Moby Dick reist naar Europa. Atlantische Oceaan, 14 oktober 1849
Een verschrikkelijke dag. Zware storm, en iedereen ziek. Lege eetzalen, en een assortiment braakgeluiden uit de salons. Taylor, MCurdy en Adler liggen allemaal te kooi, en ik blijf als enige over om te getuigen van hun ellende. Heb wat in mevrouw Kirklands Europese reisverslag gelezen (Holidays Abroad, red.). Het bevalt me. Ze is geestig, verstandig en fijngevoelig. Ben de dag op de een of andere manier doorgekomen, met lezen en wandelen aan dek, ofschoon dat laatste grensde aan waaghalzerij.
Ik moet nog melden dat kort nadat die gestoorde passagier overboord was gesprongen (een Hollander overigens) een van de tussendekspassagiers naar achteren kwam om de kapitein te vertellen dat er nóg een gek was, een Engelsman in het tussendek.
Toen ik vanochtend aan dek kwam, hield een man me staande die zei dat ik goed moest kijken om de stoomschepen te zien. Ik deed vijf minuten mijn best, tot mijn ogen traanden, maar ik zag niets. Toen ik een dekknecht vroeg of hij de stoomboten wel gezien had, zei hij dat mijn informant de gekke Engelsman was. De hele dag liep die man aan dek te schreeuwen dat hij stoomschepen, boten en wat al niet zag. Het leek me dat iets in zijn gekte correspondeerde met de woelingen van de razende zee. 's Avonds drong hij met geweld de eetzaal binnen en viel de steward aan, waarop die hem neersloeg en naar buiten sleepte.
Herman Melville (1819-1891), Amerikaans schrijver. Fragment uit Journal of a Visit to London and the Continent.