Lcd-dochter Philips stilt haar geldhonger
Zowel Philips als LG verdient goud met de bouw van platte beeldschermen. Binnenkort gaat hun dochter LG.Philips naar de beurs....
Veel consumenten hebben er waarschijnlijk geen weet van, maar de kans is groot dat het lcdscherm van hun laptop of pc is gemaakt door LG.Philips. Dit bedrijf levert onder meer aan Dell, Apple, Hewlett-Packard, Sony en Toshiba, die er vervolgens hun eigen naam op plakken.
Het afgelopen jaar werden er 21 miljoen stuks verkocht, goed voor een omzet van 5,3 miljard dollar. Hiermee heeft de firma bijna een kwart van de wereldmarkt in handen. Alleen Samsung bouwt meer platte schermen, die ook oprukken in de huiskamer als tv.
Prettig voor Philips, dat de boot midden jaren negentig compleet leek te gaan missen. Toen bleek namelijk dat het concern zijn onderzoeksgeld aan de verkeerde lcd-technologie had besteed.
Het was echter ondenkbaar dat Philips decennialang marktleider in klassieke beeldbuizen zou ontbreken op deze nieuwe markt. Daarom kocht het zich in bij de Japanse firma Hosiden. Een succes was dit niet: hoge aanloopverliezen, geen leidende positie.
De grote slag werd alsnog geslagen in de zomer van 1999 onder toenmalig topman Cor Boonstra begon een samenwerking met het Koreaanse LG. Philips pompte 3,4 miljard gulden (ruim 1,5 miljard euro) in de joint venture. De deal werd voorbereid door Gerard Kleisterlee, toen nog divisiedirecteur.
Beide moederbedrijven hebben tot dusver veel plezier van hun dochter. Zowel Philips als LG, dat maandag met cijfers kwam, haalt bijna de helft van zijn winst uit de lcd-schermen. Bij Philips was dat in het tweede kwartaal 251 miljoen euro (op een totale winst van 616 miljoen), een kwartaal eerder kwam er 215 miljoen euro (op een totaal van 550 miljoen) uit Seoul.
De markt voor lcd-schermen groeit echter zo onstuimig dat de investeringen hoog oplopen. LG.Philips heeft geld nodig voor nieuwe fabrieken. Binnenkort krijgt het bedrijf daarom een beursnotering in New York en Seoel.
De vijf huidige fabrieken ('P1' tot en met 'P5' genaamd) staan in het Koreaanse Gumi. Daar is ook een assemblagelijn gevestigd, waar de onderdelen worden samengevoegd. De overige assemblage vindt plaats in Nanjing, China. Het bedrijf (8500 werknemers) bouwt nu in Korea aan P6 en P7, die circa twee miljard dollar per stuk kosten.
Het maken van lcd-schermen is immers een peperdure aangelegenheid, die valt te vergelijken met de fabricage van chips. In een ultraschone ruimte worden vloeibare kristallen en andere componenten in een 'sandwich' van glasplaten geperst. Hoe groter de glasplaten, hoe goedkoper de productie, omdat dan meer individuele schermen uit een plaat kunnen worden gemaakt.
Dat de lcd-industrie zeer kapitaalintensief is, blijkt ook uit het feit dat de arbeidskosten bij veel bedrijven de bulk van de lasten bij LG.Philips slechts 5 procent van het totaal bedragen.
Met de beursgang de exacte datum is nog niet bekend haalt LG.Philips een miljard dollar op. Dat is minder dan werd verwacht; beleggers zijn minder happig geworden op de sector omdat de groei afvlakt. De aandelenverkoop is, samen met het kasgeld, echter voldoende voor P7. Bovendien gaat het slechts om een plukje aandelen: Philips en LG houden na de beursgang elk nog 44,8 procent in hun lcd-dochter. Toekomstige winsten hoeven dus nauwelijks met anderen gedeeld te worden.