Opinie

'Latijn op school kan ook zonder gepuzzel en gezweet'

Het Latijn een dode en elitaire taal? Het hoeft zeker geen verdroogde geheimtaal te zijn, schrijft Bas van Bommel. 'Onderwijs Latijn weer als een levende taal. Laat het kinderen horen, laat het hen schrijven en laat het hen spreken.'

OPINIE - Bas van Bommel
Het Colosseum in Rome. Beeld ANP
Het Colosseum in Rome.Beeld ANP

Met de 'Week van de Klassieken' in volle gang kunnen we ons beter geen illusies maken: het Nederlandse, klassieke Gymnasium is op sterven na dood. Het landelijk percentage onvoldoendes voor de Latijnse proefvertaling op het Centraal Examen loopt al jaren richting de 50 procent. Het gemiddelde cijfer ligt vrijwel elk jaar beneden de 6. Ik gaf drie jaar les in het middelbaar onderwijs, en heb niet één eindexamenleerling gekend die het Latijn voldoende beheerste om enig plezier te hebben in het eigen kunnen. De lessen stonden in het teken van geploeter en gezweet, maar tot echte taalvaardigheid kwam het zelden, om van dieper inzicht of enthousiasme maar te zwijgen. De conclusie lijkt onvermijdelijk: nog een paar decennia, en met het Gymnasium is het gedaan.

Toch is er een uitweg uit de misère: onderwijs het Latijn - net zoals tot vrij recent altijd gebeurde - weer als een levende taal. Dompel kinderen er van jongs af aan in onder. Laat het hen horen, laat het hen schrijven en laat het hen spreken. Onderwijs het Latijn, met andere woorden, zoals welke andere taal dan ook.

Ontcijferen
De klassieke talen worden in het moderne onderwijs veel te moeilijk gemaakt. Vanaf de eerste klas leer je dat Latijn nauwelijks te begrijpen is. Latijn kun je niet lezen, maar moet je ontcijferen. Persoonsvorm, onderwerp en overige zinsdelen sprokkel je als puzzelstukjes bijeen om de betekenis van een zin achteraf te reconstrueren. Deze 'grammaticale methode' is de grote plaag van het moderne klassiekenonderwijs. Zij maakt het leerlingen principieel onmogelijk Latijn te leren als wat het is: als een echte taal.

Dat het anders kan bewijzen tal van recente, internationale ontwikkelingen. Op de kakelverse Academia Vivarium Novum in Rome bijvoorbeeld worden niet alleen vrijwel uitsluitend Latijnse en Griekse klassieken gelezen door jongeren uit alle windstreken, maar ook het onderwijs, discussies en de dagelijkse omgang zijn geheel in het Latijn. De resultaten zijn verbluffend. Binnen een jaar kunnen studenten die nog geen woord Latijn kenden de klassieken met gemak in het origineel lezen. Ook leren ze Latijn foutloos schrijven en spreken. Hun laaiende reacties zijn hier te vinden.

Dode taal?
Maar is het wenselijk dat leerlingen het Latijn actief leren beheersen? Is het Latijn niet juist een dode taal, die alleen van belang is vanwege een aantal beroemde, klassieke teksten? Weinig tegenargumenten zijn bedrieglijker dan dit, want klassieke teksten lezen is precies wat gymnasiumleerlingen juist niet kunnen. Het actieve gebruik van het Latijn is geen doel op zichzelf, maar een vanzelfsprekend onderdeel van taalbeheersing. Welke taal kun je ooit leren begrijpen als je zelf nog geen drie woorden achter elkaar kunt plaatsen? Kortom: als je Latijn leert, leer het dan ook goed!

Waarde van de Europese cultuur
De actieve leermethode is de enige manier om de vreugde in het klassiekenonderwijs terug te brengen. Leerlingen die merken dat ze het Latijn goed beheersen, zullen de klassieken niet alleen beter begrijpen, maar ook een beter besef krijgen van hun unieke waarde voor de Europese cultuur: voor ons zelfbegrip, voor onze geschiedenis, voor onze identiteit.

Dit besef van de waarde der klassieken is sinds de Mammoetwet van 1968 echter verdacht gemaakt. Het Latijn, dat sindsdien als elitair geldt, is tegenwoordig omgeven met taboes. De klassieke oudheid als ideaal? Gymnasiasten die het Latijn vloeiend beheersen? Het is er allemaal niet meer bij. Latijn is niet langer een vitaal en gezichtsbepalend onderdeel van onze cultuur, maar een verdroogde geheimtaal uit lang vervlogen tijden. En zo wordt het dan ook onderwezen, vol gepuzzel en gezweet.

Zal het Gymnasium sterk genoeg zijn om het Latijn als levende taal te herontdekken? Zo niet, dan kan het net zo goed ten onder gaan. Want zolang onze westerse cultuur bestaat zullen er mensen blijven komen die zich het Latijn willen eigen maken. De existentiële behoefte om de diepere lagen van de eigen cultuur te begrijpen en te duiden, zonder vertaling en commentaar van anderen, zal niet vergaan. En daarvoor is en blijft het Latijn onmisbaar.

Bas van Bommel is publicist en als classicus werkzaam aan de Universiteit Utrecht en doet onderzoek naar de geschiedenis van het Latijnonderwijs in Europa.

Dit stuk is geschreven in het kader van de 'Week van de Klassieken' die thans bij het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden loopt. Donderdag tijdens de Dies Latinus, een dag georganiseerd door de vereniging Athenaeum Illustre, zullen sprekers uit het buitenland, onder wie de vermaarde latinist Luigi Miraglia van de Academia Vivarium Novum in Rome, over het Latijn spreken. Meer informatie vind je hier.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden