Landschap

De geacteerde documentaire van Hany Abu Assad bracht Matthijs van Nieuwkerk aan een nieuwe rol: agent van de documentairepolitie...

Ad van Liempt

Aan de vooravond van wat voor hem een druk en afwisselend televisieseizoen belooft te worden, deed Matthijs van Nieuwkerk de afgelopen week een intensieve warming up als talkshowgastheer op het Nederlands Filmfestival in Utrecht. Elke avond besprak hij de belangrijkste gebeurtenissen van de dag met direct betrokkenen - acteurs en regisseurs vooral. Na twee dagen besloot de organisatie hem een echte politiepet aan te bieden, het attribuut van de ware representant van de documentairepolitie die Van Nieuwkerk bleek te zijn: veel van zijn gasten probeerde hij tot een volledige bekentenis te dwingen inzake het in scène zetten van delen van hun documentaires.

Het was allemaal begonnen met Hany Abu Assad, de maker van Ford Transit, een door de VPRO al uitgezonden documentaire over Palestijnen die taxi's gebruiken om in de bezette gebieden de controleposten van het Israëlische leger te omzeilen. Assad had de werkelijkheid een handje geholpen door als hoofdpersoon een acteur in te zetten. Diverse scènes waren niet zo authentiek als wel leek, waarop de VPRO besloot de film terug te trekken van het festival.

Daarmee ging een eindeloze discussie van start, met Matthijs van Nieuwkerk, politiepet op het hoofd, als gangmaker. Hij bracht Abu Assad, zelf aanwezig in Utrecht, er uiteindelijk toe te bekennen (zoals hij dat deze week ook in de Volkskrant deed) dat hij zijn film geen documentaire had mogen noemen. En Michiel van Erp, de maker van de hooggeprezen film over de rouwperiode na de dood van Prins Claus, gaf toe dat hij voor de opening van zijn documentaire ook een trucje had toegepast: je ziet de hoofdrolspelers achtereenvolgens bij een tv-toestel waarop nieuws over de toestand van Prins Claus is te horen. Van Erp erkende tegenover Van Nieuwkerk dat dat achteraf in elkaar was gezet. Het zat hem nu niet lekker, maar hij moest toch wát om de film aardig te laten beginnen.

Zo'n opvlammende discussie over wat er in documentaires wel en niet mag heeft iets ritueels - het is de eeuwige strijd om de vrijheid van de documentairemaker.

Markant moment in deze traditie was die kwestie uit 1997 in Groot Brittannië, met die film over de werkwijze van de Columbiaanse drugsmafia, The Connection. Voor de commerciële produktiemaatschappij Carlton Communications had regisseur Marc de Beaufort een drugskoerier gevolgd die met bolletjes heroïne in zijn maag door de Britse douane was geglipt. 'En weer is een pond heroïne op onze straten beland', had een donkere stem ter begeleiding van de beelden meegedeeld. De documentaire had op festivals prijzen gewonnen, was ook in de Verenigde Staten uitgezonden, in het prestigieuze CBS-programma Sixty Minutes, en viel een jaar na dato door de mand. Een verslaggever van The Guardian had ontdekt dat er een acteur was ingehuurd om een levensechte drugskoerier neer te zetten. Een spannende tocht van de reporter - twee dagen geblinddoekt in een auto door onherbergzame streken - naar het hypergeheime hoofdkwartier voor een gesprek met een van de bendeleiders was ook al verzonnen: de ontmoeting had gewoon in een hotel plaatsgevonden. De gevolgen waren pittig: de Independent Television Commission, die in Engeland klachten over televisieprogramma's behandelt, legde Carlton een boete op van twee miljoen pond wegens opzettelijke misleiding.

De vader van alle documentairebedriegers is de Duitse regisseur Michael Born. Hij liep begin 1996 tegen de lamp en uit onderzoek bleek dat hij in meer dan twintig gevallen de zaak getild had. Vooral Stern TV had veel van zijn reportages uitgezonden, vol met spannende interviews en schokkende verhalen, die achteraf allemaal fake bleken te zijn. Vier jaar cel was het vonnis van de rechter in Koblenz uiteindelijk.

Als ergens geldt dat strenge straffen niet helpen - dan hier. De neiging om in documentaires de werkelijkheid op te leuken, onder druk van de kijkcijfers vooral, wordt almaar sterker. Ook en vooral in historische programma's. Dat er volop scènes uit de oudheid en de Middeleeuwen worden nagespeeld is logisch. Maar wat je op dit moment op grote schaal ziet gebeuren is het vers aanmaken van archieffilm. In een Britse documentaire serie over de onderzeebootoorlog van 1940-1945 zie je om de paar minuten een drenkeling wanhopig schreeuwend een stuk wrakhout omklemmen. Binnenkort is er een Amerikaanse documentaire over het verraad van de familie Frank te zien op Discovery Channel - met nagespeelde archiefbeelden uit het Achterhuis.

En we staan nog pas aan het begin. Eind vorig jaar, op een congres in Berlijn, kondigde de Britse tv-baas Dan Chambers (van de jongerenzender Channel 5) aan dat het nog maar een jaar of vijf duurt of we kunnen een levensecht interview met Adolf Hitler zien, geproduceerd door een computer.

Tegen die tijd heeft het weinig zin dat namens de documentairepolitie hoofdagent Van Nieuwkerk met platte pet op pad gaat. Een peloton ME zal wel het minste zijn.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden