Landbouwgronden bij Schiphol worden herschapen in moerassen en parkachtige landschappen Boeren in De Venen moeten oog hebben voor gruttonesten
Op nog geen twintig kilometer afstand van Schiphol is een van de grootste natuur- en recreatiegebieden van de Randstad in ontwikkeling, De Venen....
Van onze verslaggeefster
Marieke Aarden
AMSTERDAM
Na zeven jaar touwtrekken wordt vandaag het convenant De Venen getekend. Zo'n 25 partijen zetten hun handtekening onder het plan, waarmee 500 miljoen gulden is gemoeid. Dat bedrag wordt voornamelijk uitgegeven voor de aankoop van landbouwgronden, die vervolgens in moerassen en parkachtige landschappen worden herschapen.
De Venen (30 duizend hectare) hoeft niet helemaal op de schop om toegankelijke natuurparken, plassen, kanoroutes, fiets- en wandelpaden te creëren. Slechts 10 procent van het gebied krijgt een andere functie. Het leeuwendeel blijft boerenland.
Toch is het niet uitgesloten dat minister Pronk van VROM en staatssecretaris Faber van Natuurbeheer vandaag tijdens hun rondrit door het gebied in Mijdrecht-Oost de vlag halfstok zien hangen. Bij melkveehouder Karel Compier aan de Botsholsedwarsweg bijvoorbeeld. Compier, die al zeven jaar actie voert tegen de natuurplannen, vormt met 299 anderen de Vereniging Leefbare Venen. 'Wij worden opgeofferd aan de natuur. Zelfs de landbouworganisatie WLTO zet mij buitenspel. Die dulden alleen jaknikkers.'
Compier bezit een goed lopend bedrijf met zestig melkkoeien. Dat vindt hij tenminste zelf. Maar projectleider mr. J. Jorritsma van De Venen schetst een minder rooskleurig beeld.
Het water uit de hoger gelegen Vinkeveense Plassen en Botshol stroomt via de ondergrond weg, naar de droogmakerijen rond de plassen. Daar komt het als kwelwater omhoog. De bodem in de polder daalt voortdurend. Willen de poten van Compiers koeien niet in het veen wegzakken, dan moet er behoorlijk wat water weggepompt worden. Naar de Amstel, het Noordzeekanaal en uiteindelijk naar het IJsselmeer of de Noordzee. De gemalen van de hoogheemraadschappen hebben een grote capaciteit en draaien permanent op volle toeren.
Het is het bekende probleem: de boeren willen een laag waterpeil en de natuur wil het liever wat natter hebben. Die twee zijn niet te verzoenen. Dus moet er gekozen worden. In 1992 koos de overheid voor 3500 hectare nieuwe natuur, daar is na zeven jaar nog 2585 hectare van over.
Begin jaren negentig leek de opvatting dat het Groene Hart leeg en onbebouwd moest blijven, haar langste tijd te hebben gehad. De steden rond het Groene Hart liepen vol. Mensen wilden een huis met puntdak boven hun hoofd, liefst met voor- en achtertuin. Het werd steeds lastiger die druk te weerstaan.
'Alleen met natuur van formaat kan je tegenwicht bieden', is de opvatting van projectleider Jorritsma. 'Dus geen bloempottennatuur, maar grote eenheden die verbonden zijn. Het Amsterdamse Bos zal nu ook niemand meer willen kappen. De Venen moet het ook hebben van grote eenheden en uitlopers naar de Vechtplassen en de Krimpenerwaard. Zo wordt de versnippering tegengegaan en kunnen ecologische corridors het ene natuurgebied met het andere verbinden.'
'Veel natte natuurgebieden hebben we niet in Nederland', zegt Jan Willem van Rijn van Alkemade van Natuurmonumenten. 'De Wieden en de Weerribben in Overijssel, en in het westen willen we in het Groene Hart laagveenmoerassen ontwikkelen. Dat is niet alleen maar water, maar ook riet, grasland en grazige stukken weiland. Aan de randen kunnen boeren hun bedrijven voortzetten, zij het in aangepaste vorm. Verwacht wordt dat ze oog hebben voor bloemen langs de slootkanten en dat ze nesten van weidevogels als de kievit, grutto en tureluur laten staan.'