Nieuws
Lampedusa wacht hete zomer met opvlammende migratiediscussie in Italië
Op het eiland kwamen afgelopen weekend meer dan 2.000 mensen aan met boten vanuit Libië en Tunesië. Rechtse politici spreken van ‘een invasie’ en roepen om een militaire blokkade, maar op Lampedusa zelf is niemand van de aankomsten onder de indruk. ‘We zien het alleen op het journaal.’
In de zonnige straten van Lampedusa eten tieners een wit broodje met ijs, specialiteit van Sicilië en omstreken. Oude mannen zitten te kletsen, vrouwen hangen de was buiten te drogen. ‘Lampedusa staat op instorten’, koppen Italiaanse media tegelijkertijd, nadat er in het weekend ruim 2.000 migranten en vluchtelingen aankwamen op het eiland.
‘Een invasie’, roepen de uiterst rechtse politici Giorgia Meloni (Fratelli d’Italia) en Matteo Salvini (Lega). Meloni vraagt op sociale media zelfs om ‘een Europese militaire interventie’ in de vorm van een scheepsblokkade. ‘Wat een idioot’, briest Salvatore Martello, burgemeester van Lampedusa, terwijl hij in zijn rommelige werkkamer een trekje van een sigaar neemt.
Opvangkamp
Volgens de sociaal-democraat kan het eiland de aankomsten tot nu toe best aan. Ja, het opvangkamp – ooit gebouwd voor 250 mensen – zit woensdag overvol met ruim 1.700 migranten, maar dat is een kwestie van dagen, bezweert de burgemeester. Vanwege slecht weer op zee heeft nog maar één schip kunnen uitvaren om mensen naar asielzoekerscentra op Sicilië of het vasteland te brengen.
Een kilometer landinwaarts, verscholen tussen de heuvels, zitten achter de hekken van het hermetisch bewaakte kamp voornamelijk jonge mannen, op elkaar gepakt op schuimrubber matrasjes. Volgens hulporganisatie Save the children zijn er bijna vijfhonderd alleenreizende minderjarigen bij en enkele tientallen kinderen met familie. Het grootste deel vertrok vanuit Libië, zegt burgemeester Martello, de rest komt uit Tunesië.
Terwijl voor de bewoners van Lampedusa het leven gewoon doorgaat, met als enige verschil de vele politieauto’s en legertrucks die over het eiland rijden, ontvouwt zich op nationaal niveau een felle politieke discussie. Is het nu wel of geen noodsituatie op Lampedusa? En wat gaat de zomer nog brengen? Met bijna verlekkerd alarmisme schrijven Italiaanse media dat er op de Libische kust 50 duizend tot 70 duizend mensen klaarstaan om te vertrekken.
Journaalbeelden
In een restaurant in het dorpscentrum kijken eilandbewoners gefascineerd naar journaalbeelden van ‘hun’ pier vol migranten, gewikkeld in aluminium thermodekens. Honderden moesten de nacht daar doorbrengen, in afwachting van hun covidtest en verplaatsing naar het kamp. ‘Is dit van gisteren?’, vraagt een ober vertwijfeld. Zelfs hier is de migratieproblematiek voor veel mensen ver van hun bed. ‘We zien het alleen op het journaal’, zegt een meisje.
Dat geldt niet voor wie op zee werkt, zoals visser Salvatore Riso (29). Zijn boot ligt pal naast de pier waar de reddingsboten van de kustwacht aanmeren. Ook tijdens het vissen komt hij geregeld boten met migranten in nood tegen, die hij niet mag helpen: dat is zelfs strafbaar als mensensmokkel. ‘We zijn niet geschokt door de aankomsten. Het is niets nieuws’, zegt hij schouderophalend.
Cijfers bevestigen dat. De aankomsten trekken weliswaar weer wat aan na een lange tijd van daling, ingezet nadat Italië in 2017 migratieakkoorden sloot met Libië en versterkt door de pandemie, maar het zijn er vooralsnog veel minder dan tijdens de grote golven van 2011 en 2014.
Bottleneck
Wel raakt Lampedusa de laatste jaren zwaarder belast als bottleneck, doordat de reddingsschepen van ngo’s bijna niet meer mogen uitvaren. De ngo’s brachten migranten vanaf zee vaak direct naar Sicilië of het vasteland. Nu zij er niet zijn, is koersen op ‘tussenstation’ Lampedusa de enige kans op succes.
De strijd tegen de ngo’s was een van de stokpaardjes van Matteo Salvini’s ministerschap in 2018, maar duurt ook twee regeringen later nog steeds voort. Schepen worden vaak aan wal gehouden onder futiele administratieve voorwendselen. ‘Het is alsof een ambulance niet mag rijden omdat hij teveel verband aan boord heeft’, zegt Marta Bernardini van hulporganisatie Mediterranean Hope.
Salvini’s theorie dat de ngo’s als ‘veerdienst’ de belangrijkste aantrekkingskracht voor migratie waren, lijkt door de nieuwe toename van aankomsten definitief ontkracht. Bernardini verleende eerste opvang op de pier en zag een Somalisch meisje moeizaam van de boot af strompelen, amper in staat om te lopen vanwege de mishandeling die ze in de Libische kampen had ondergaan.
Mensen ontvluchten de slechte omstandigheden in eigen land, zegt ook priester Carmelo La Magra. Voor mede-eilanders die in de koffiebar naast zijn kerk klagen dat het toeristenseizoen verloren dreigt te gaan vanwege de negatieve publiciteit, heeft hij dan ook weinig begrip. ‘Niet wij zitten in een noodsituatie, maar de migranten.’ Het eiland kent zijn eigen economische problemen, maar die hebben niet met migratie te maken, zegt de priester. Lampedusa heeft al jaren deze naam en steeds komen er evenveel toeristen.
Lijnboot
Donderdagochtend kan er eindelijk een schip met 600 mensen vertrekken naar het vasteland, nog eens 200 mensen verlaten het eiland via een lijnboot. Het opvangkamp krijgt weer wat lucht, maar zolang er niets verandert aan het Europese beleid is het wachten tot de cyclus zich herhaalt.
Nieuwe aankomsten, de voorspelbare politieke rel en de verplaatsingen, waarna de ophef wegebt tot de volgende ronde. ‘Het wordt een hete zomer’, voorspelt Bernardini. Is het niet op Lampedusa, waar de meeste eilandbewoners er amper iets van meekrijgen, dan wel in Rome en Brussel.