Lagerhuis is net Rad van Fortuin
'MAG JE naar die fijne debatten in het Lagerhuis kijken', zeiden vrienden toen ik naar Londen vertrok. 'En ook nog in de baas zijn tijd....
De debatten in het Lagerhuis, nounou, gotgot. Daar kun je mee aankomen, in een Amsterdams café.
'Debat Lagerhuis gezien? Fan-tás-tisch! Kunnen ze hè, die Britten, debatteren. Als ze bij ons in de Tweede Kamer maar half zo goed konden debatteren was ik niet voor Den Haag Vandaag weg te sláán. Maar ja, hier val je in slaap als je langer dan dertig seconden kijkt. Hebben wij niet hè, die debating-traditie. Leren ze in Engeland al op de kleuterschool.'
(Hierna gaat het gesprek meestal over op die fan-tás-tische BBC - de ware Anglofiel zegt Beeb -, met dat fan-tás-tische journaal, waarbij vergeleken het NOS-journaal een gammele kijkdoos is. Daarover een andere keer.)
Ik kijk dus altijd.
Inmiddels weet ik dat John Major, druk bezet premier, op de ochtenden voor het vragenkwartiertje, om negen uur zijn voorbereidingen daarop aanvangt. Samen met een team van adviseurs loopt hij alle mogelijke vragen langs en laat zich de dodelijke antwoorden, desnoods met een gelogen statistiekje of twee, influisteren. Tony Blair, druk bezet oppositieleider, doet hetzelfde. Hoe valt de premier deze keer het beste aan te pakken? Met welk antwoord op welke vraag valt er te scoren?
De whips van beide partijen, de mannen die de fracties onder de duim moeten houden, verdelen de vragen die vanuit de bankjes gesteld moeten worden. Een Conservatief MP mag dan bijvoorbeeld informeren of de premier het ermee eens is dat de nieuwe economische cijfers de beste sinds mensenheugenis zijn.
De premier antwoordt dan het volkomen eens te zijn met de right honourable gentleman en dat Groot-Brittannië er beter voorstaat dan ooit. Hierop stijgt uit de Tory-rangen een 'hear-hear'-gejuich op.
Deze bijval valt eveneens te vernemen als de premier zijn tegenstander de grond in boort en het gejuich klinkt luider naarmate dit meer op de man gespeeld en onbeschofter gebeurt. Debiteert de premier een wise-crack, dan komen de Conservatieve MP's helemaal niet meer bij. Bij Labour zitten wat minder lachebekjes.
Sinds kort hebben Major en Blair een nieuwe truc. Zij doen een uitspraak die hun op gejoel van de tegenpartij komt te staan en verklaren vervolgens glimmend van genoegen en intens tevreden met zichzelf dat de uitspraak een citaat is van de tegenstander of een van diens partijgenoten.
Het is bij dit alles een genot om te zien hoe de parlementariërs in 's werelds oudste democratie in Pavlov-reacties en volgzaamheid niet onderdoen voor het klapvee bij het Rad van Fortuin.
Dus toen donderdag eindelijk het Scott-rapport openbaar gemaakt zou worden en er in het Lagerhuis een echt debat op het scherpst van de snede werd aangekondigd, zat ik trillend van opwinding voor de buis. Nu zou ik, na alle opwarmrondjes van de voorgaande weken, kennis gaan maken met de Britse debatingtechniek op haar best. Nu ging het echt ergens om: Irakgate was toch een soort Britse IRT-affaire.
En daar begon het al.
Minister Lang las een verklaring voor die een speciaal team van ambtenaren voor hem had opgeschreven, na acht dagen intensieve bestudering van het rapport. Dat werk was niet voor niets geweest. Lang had maar tien minuten nodig om de complexe waarheid achter 38 maanden nauwgezet en zeer uitgebreid onderzoek op fenomenale wijze te simplificeren en verkrachten.
Het klapvee achter hem dreigde hem op de schouders te nemen.
Toen kwam Cook, de woordvoerder van Labour. Die had drie uur de tijd gehad om het rapport te lezen. Want Groot-Brittannië mag dan wel de oudste democratie ter wereld zijn, de machtsverhoudingen tussen regering en parlement zijn sinds de zeventiende eeuw weinig veranderd.
Zeker gezien zijn korte voorbereidingstijd, verdiende Cooks verklaring alle respect. Met enkele citaten wist hij de woorden van Lang in twijfel te trekken en hij stelde de minister een paar ter zake doende vragen. Hij zei ook dat het hem niet helemaal eerlijk toe leek dat hem maar zo weinig leestijd was gegund.
Lang beantwoordde heel slim geen van de vragen, maar ging op een wijze die duidde op een lange debating-ervaring over op de smeercampagne die Labour volgens hem al jaren tegen de regering voerde. En het rapport, herhaalde Lang, was fijn en oké en zuiverde zijn collega-ministers van elke blaam. Het klapvee snoof van genoegen.
Als uitsmijter werd Cooks klacht dat hij te weinig tijd had gehad om het rapport te lezen, door Lang op grandioze wijze weerlegd. De minister had zelf gezien hoe Cook tien minuten van zijn dure leestijd had verlummeld met praten met journalisten. 'Tot zover het belang dat de right honourable gentleman in het Scott-rapport stelde', petsboemde Lang.
Op de achtergrond vielen enkele stuks klapvee in katzwijm van bewondering en premier Major klopte Lang uitbundig op de schouders vanwege die laatste fraaie uitsmijter. Die was ongetwijfeld voorgebakken, maar smaakte daarom niet minder lekker.
De rest van het debat was na deze climax enigszins teleurstellend. Enkele parlementariërs waagden het, na twintig minuten koortsachtig bladeren door 1800 voor hen volkomen nieuwe pagina's, nog een vraag te stellen. Maar Lang snoerde hen scherpzinnig de mond door erop te wijzen dat het rapport fijn was en oké en dat zijn collega-ministers door Scott van elke blaam waren gezuiverd.
Het Britse publiek acht het beroep van verkoper van tweedehands auto's eerbiedwaardiger dan dat van politicus, zo blijkt uit een recent onderzoek. Het maatschappelijk aanzien van de politicus is in Groot-Brittannië nu lager dan ooit. Hoe bestáát zoiets?
Op 26 februari volgt het definitieve debat over het Scott-onderzoek. Gaat u vooral kijken, op de Beeb, naar zo'n politiek debat in de beste Britse traditie. Laat ze daar in Den Haag eens een voorbeeld aan nemen.
Bert Wagendorp