Laatste kans voor Moslimbroeders
Het icoon van de Moslimbroederschap en voorzitter van de Wereld Unie van Moslimgeleerden Yussuf Qaradawi leidde gisteren op het Tahrir-plein het vrijdaggebed. Hij hield een preek die aan duidelijkheid niets te wensen overliet. De grens tussen Egypte en Gaza moest open, hij wilde ook in Jeruzalem preken en waarschuwde jongeren de revolutie niet uit handen te geven 'aan degenen die deze revolutie willen stelen'. Opmerkelijk, want hij zelf wil niets liever dan de revolutie stelen om eerst Egypte en daarna de wereld te islamiseren. De Moslimbroeders hebben met hem hun zwaarste geschut ingezet in de hoop zo een grotere rol te kunnen opeisen in de nasleep van de revolutie. Staat ons nu een Iran aan de Nijl te wachten?
Historisch gezien is de Broederschap een religieuze en charitatieve beweging met weinig aandacht voor sociaal-politieke vraagstukken. De problemen van de arme bevolkingsgroepen zijn nooit tot een politieke kwestie verheven. De broeders zoeken het in prediking. Het individu is het eerste doelwit. Wanneer iemand betrokken raakt bij de beweging en haar opvattingen gaat delen, wordt hem opgedragen zijn gezin en familie erbij te betrekken. Families en gezinnen die op deze manier worden 'gerekruteerd', worden aan elkaar geknoopt. Voor de broeders is het ultieme doel de zogenaamde ustaziyyat al-'alam (meesterschap van de wereld).
De Moslimbroederschap is er heilig van overtuigd dat de islam hét antwoord bevat op alle denkbare problemen waarmee de mensheid geconfronteerd wordt, wanneer en waar dan ook. Het is daarom haar plicht om de wereld hiervan te doordringen. Dat heet shumuliyyat al-islam (de allesomvattendheid van de islam). Sinds haar oprichting in 1928 door de 22-jarige onderwijzer Hassan al-Banna vormt dit de kern van haar ideologie. Deze gaat uit van een samenleving waar de sociale verschillen zullen verdwijnen zodra de regels van de islam worden nageleefd. Meerpartijenstelsels staan de realisering van de islamitische staat in de weg en zijn onwenselijk.
De broederschap is een beweging van de (hogere) middenklasse. De rekruteurs van de beweging vermijden doelbewust ledenwerving binnen arme bevolkingsgroepen. Armen zijn ongeletterd en je kunt niet op ze rekenen, aldus de Broeders. Ze hebben daarom weinig draagvlak onder de armen van Egypte.
Begin jaren tachtig wijzigden de Broeders hun koers. De toenmalige leider Omar al-Tilmisani besloot mee te doen aan de parlementsverkiezingen. Hij was zo bang dat zijn beweging haar einde zou naderen, dat politieke participatie de enige uitweg was om te kunnen overleven. Voor het eerst in haar geschiedenis betrad de Broederschap het parlement onder de naam van de aartsvijand uit het verleden, de Wafd-partij. Maar de Broeders hielden desondanks gewoon hun eigen politieke lijn aan.
Behoedzaam en geheimzinnig opereren is kenmerkend voor de Broederschap. Mede door jarenlange afzondering ontwikkelde zij zich tot een sekteachtige groepering met veel interne strijd. Altijd achterdochtig over de buitenwereld en (politiek) avontuurschuw. Haar allianties met andere partijen en groeperingen duren nooit lang en worden bijna altijd aangegaan uit puur lijfsbehoud. Deze houding verraadt een diepe crisis binnen de Moslimbroederschap. Haar arrogante houding tegenover 'de kleine politiek' heeft haar blind gemaakt voor wat er zich werkelijk op straat afspeelt. Ondanks jarenlange ervaring heeft de Broederschap nog steeds niet door dat revoluties op straat plaatsvinden en niet vanachter het preekgestoelte op gang komen.
De Moslimbroeders protesteerden uiteindelijk mee, maar hebben geen enkele binding met de aanstichters van de opstand. Het zou mij daarom niet verbazen als niet alleen Mubarak en de zijnen het slachtoffer van de opstand zullen zijn. Het valt niet uit te sluiten dat ook de Broeders een vette rekening gepresenteerd krijgen. Het monsterlijke regime waartegen iedereen gemobiliseerd werd, is er niet meer. In de nasleep kunnen interne spanningen en tegenstellingen in de Broederschap nu opnieuw en heftiger opspelen.
Een belangrijke afsplitsing heeft al plaats gevonden in de vorm van de Al-Wasatpartij. Noch het regime Mubarak noch de Broederschap verwelkomde haar. Maar in deze gewijzigde omstandigheden maakt Al Wasat weer kans toegelaten te worden. Opmerkelijk is dat de Broederschap heeft aangekondigd met een eigen partij te zullen komen. Daar waar Bertus Hendriks en Roel Meijer (Opinie & Debat, 18 februari) dit als teken van vergaande modernisering zien, zie ik het eerder als teken aan de wand. De Broeders kunnen dit initiatief nog steeds omarmen, maar deden dat tot nu toe niet. Kennelijk gaat Al Wasatin hun ogen te ver door bijvoorbeeld Kopten als volwaardige leden en bestuurders te accepteren.
Op het vlak van de prediking krijgt de beweging nu een geduchte concurrent: de tienduizenden voormalige jihadi's die in ruil voor hun de-radicalisering van het regime van Mubarak wel mochten prediken en recruteren. De beruchte Al Jamaa al Islamiyya, met meer dan 15.000 aanhangers is in 2000 begonnen met een radicale herziening van haar gewelddadige ideologie. In ruil daarvoor kreeg zij toestemming van het regime om haar predikingsactiviteiten, zoals tot dan toe door de Moslimbroederschap gepraktizeerd, te hervatten. In ruil ook voor vrijlating van haar aanhangers.
Maar ondanks de interne verdeeldheid en concurrentie is de rol van de Moslimbroederschap allerminst uitgespeeld. Zij beschikt nog steeds over een grote achterban. Het politieke landschap is vrij kaal. En dat biedt kansen. Bovendien heeft de ervaring geleerd dat de Moslimbroederschap altijd uit haar crises kwam; desnoods door rare sprongen te maken.
Een (tijdelijke) alliantie met de Nationale Democratische Partij is niet helemaal uitgesloten. Beide groepen verschillen niet heel erg van elkaar. Ze zijn allebei voorstander van de markteconomie, zij hebben min of meer dezelfde visies op de lage sociale groepen, ze zijn allebei voorstander van privatisering en ze zijn allebei niet zo nationalistisch. Over de rest kan nog altijd worden onderhandeld. Ik denk niet dat de NDP grote moeite zou hebben met een boerkakapitalisme, een aantal hijababes op (staats)televisie of wat gekuiste onderwijsprogramma's. Dat vrouwen en Kopten geen president mogen worden, is geen brandend agendapunt voor de NDP.
Maar hoe groot wordt die rol? De Broederschap heeft nu politieke en religieuze concurrentie. De komst van Qaradawi lijkt me een vrij wanhopige poging van de Moslimbroeders om de revolutie toch naar hun hand te zetten. Maar naar mijn mening heeft de geschiedenis hen ingehaald. Ze voeren een stevig gevecht. Maar wel een achterhoedegevecht.