Kwetsbaar werelderfgoed in een fragiel land

De restauratie van de oude handelsstad Djenné was met Nederlandse steun vorig jaar net afgerond, toen de radicale jihadisten het noorden van Mali veroverden. Maar de Malinezen zijn vastbesloten hun cultureel erfgoed te redden.

VAN ONZE VERSLAGGEVER BEN VAN RAAIJ

LEIDEN - Huizen als zandkastelen. De leemarchitectuur van de Malinese stad Djenné is de beroemdste traditionele bouwstijl van Afrika. Hij is nauw verbonden met de bloeitijd van Djenné, dat in de Middeleeuwen een belangrijk centrum van handel en islamitische wetenschap was. De oude karavaanstad aan de Niger en haar Grote Moskee werden in 1988 opgenomen op de Werelderfgoedlijst van Unesco.

Het ging op dat moment al bergafwaarts met Djenné. Door de droogte en economische malaise in de Sahel in de jaren tachtig werd het onderhoud van de huizen jarenlang verwaarloosd. Funest, want leemarchitectuur is heel kwetsbaar en moet elk jaar bijgewerkt worden. Talloze herenhuizen vervielen en stortten in. En zonder werk begon de vakkennis van de meestermetselaars - al sinds de vijftiende eeuw verenigd in een gilde - weg te zakken.

Op Nederlands initiatief werd daarom in 1998 een groot restauratieproject opgezet - een samenwerkingsverband van het ministerie van Buitenlandse Zaken, Rijksmuseum Volkenkunde in Leiden en de Malinese regering. Het werd vorige week afgesloten met een symposium in het museum, waarvoor ondanks de onrustige politieke situatie in Mali ook een Malinese delegatie naar Leiden was gekomen.

Vakkennis

Nederland droeg geld en expertise bij aan het project, maar het werk werd gedaan door de Malinezen zelf, zegt Annette Schmidt, conservator Afrika van het museum. De restauratieprojecten leverden werk op voor de meestermetselaars, die daardoor jongeren konden aannemen om het vak te leren. 'We hebben dus geïnvesteerd in het behoud en de ontwikkeling van vakkennis. Anders was er door de malaise een hele generatie verloren gegaan.'

Er zijn ruim 130 traditionele huizen gerestaureerd, plus elf zogenaamde 'jongenshuizen', waar ongetrouwde mannen verblijven. Het project was breder dan architectuur alleen. Zo werd er een grote internationale opgraving gedaan van een middeleeuwse stad in de binnendelta van Niger, niet ver van Djenné. Om iets te doen tegen de veelvoorkomende illegale opgravingen in Mali werd een theaterstuk ontwikkeld dat op marktpleinen en op de nationale televisie werd vertoond.

Naweeën

Dat het project na zestien jaar wordt afgesloten terwijl Mali kampt met de naweeën van een radicaal-jihadistische invasie en een Franse militaire interventie is natuurlijk treurig, zegt Schmidt. Maar er is tegelijk tevredenheid dat de doelstellingen zijn bereikt. 'Een groot deel van de leemarchitectuur is gerestaureerd. En we hebben de lokale bouwtraditie in stand weten te houden door onze aanbestedingen.'

De rest is nu aan de Malinezen zelf, zegt Yamoussa Fané, chef van de mission culturelle in Djenné. 'Er zijn nog steeds veel gebouwen in slechte staat. Helaas heeft de oorlog de plannen in de war geschopt. Veel mensen zijn weggetrokken uit Djenné, onderhoudsactiviteiten zijn gestaakt en de toeristen blijven weg.' Maar men is vastbesloten om het erfgoed in stand te houden.

Is er angst dat de jihadisten terugkomen of heeft men vertrouwen in een straks door de VN bewaakte vrede?

Vrede is nooit voor altijd, zegt directeur Samuel Sidibé van het Nationaal Museum van Mali. 'We moeten ons cultureel erfgoed conserveren en dat doen we ook. Maar de beste manier om het te beschermen gaat via de hoofden van de mensen. Als het erfgoed in de mensen zit, zullen de jihadisten het veel moeilijker kunnen vernietigen.'

De redding van de bibliotheek van Timboektoe

De vernietiging van het belangrijkste culturele erfgoed van Mali - de befaamde middeleeuwse bibliotheken van Timboektoe - kon vorig jaar maar net worden afgewend. De oude manuscripten werden in een grootscheepse evacuatie de stad uitgesmokkeld, bleek begin dit jaar. Waar ze vervolgens bleven was echter een raadsel.

De manuscripten hebben Mali nooit verlaten, onthult directeur Samuel Sidibé van het Nationaal Museum van Mali nu in Leiden. 'De boekwerken zijn gewoon in de hoofdstad Bamako. Ze zijn echter niet in goede conditie, want ze zijn tijdelijk opgeslagen in metalen kisten, zonder de juiste klimatologische omstandigheden.' Als de situatie in Timboektoe het toestaat, worden ze geretourneerd.

De stad Timboektoe heeft anders dan Djenné wel schade opgelopen tijdens de oorlog. De jihadisten hebben diverse middeleeuwse soefi-mausolea verwoest. De Malinese regering heeft een nationale commissie opgezet die de herbouw van Timboektoe gaat coördineren. De beschadigde monumenten zullen worden hersteld.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden