Kwelling
GEHURKT zit ik bij een halfvolle koffer, over vier uur vertrekt het vliegtuig naar Durban, waar vrijdag de VN-racismetop begint, en ik verkeer in hevige tweestrijd....
Neem ik een stropdas mee?
Het stropdasdebat is al zo oud, de argumenten zijn zo afgezaagd, dat ik ze niet ga herhalen. En eigenlijk bestaan er geen argumenten over de stropdas, pro noch contra. Alleen persoonlijke voorkeuren. Zelf vind ik het een bespottelijk ding, dat mij verplicht het bovenste knoopje van m'n overhemd dicht te maken, een kwelling die hooguit vergelijkbaar is met een verblijf anno 1976 in de Cambodjaanse martelkamers van Ta Mok.
Andere mannen houden wel van dassen. Mijn zegen hebben ze. Al knoopten ze er 280 tegelijk om, mij hoor je niet. Een probleem ontstaat pas zodra de stropdassianen intolerant worden, zodra ze het afkeuren dat ik er niét een om heb.
Het aardige van journalist zijn, is dat men de kwaliteit van je werk beoordeelt, niet wat je draagt. Zo bevindt zich, terwijl ik dit stukje tik, een Afghaanse tulband op mijn hoofd, ik draag een Schots plooirokje met zwarte rijglaarzen, en door mijn ontbloot bovenlijf steken twee tepelpiercings. Toch vindt u het een aardig stukje tot dusver.
Akkoord, in Durban zal ik de Schotse rok niet aandoen, maar of ik er echt mee had opgevallen betwijfel ik. VN-conferenties zijn de catwalk van 's werelds kleedgewoonten. Er zijn diplomaten in krijtstreep, diplomaten in mantelpakjes, Afrikanen in Afrikaans textiel, Indiase vrouwen met sari's, ngo-activisten in pak of mantelpak, ngo-ers in spijkerbroek, ngo-ers in vaalbruin jute.
Te midden van zoveel pluriformiteit kan ik ook hier dus aantrekken wat ik wil. Misschien wel een zwart pak op een wijnroodT-shirt met V-halsje. Dat staat stoer.
Waarom dan een stropdas overwegen? Dat spreekt: vanwege de persconferentie, zondagmiddag, van minister Roger van Boxtel van Grotesteden- en Integratiebeleid!
Ik stop hem toch maar in de koffer.
En m'n plooirokje.