'Kunstraad uit zware en misplaatste beschuldiging'

Van onze verslaggever

AMSTERDAM

Dat de extra subsidie-aanvraag is afgewezen, stelt directeur M. Sanders van het Concertgebouw teleur. Maar dat de Kunstraad er de verdenking aan heeft toegevoegd van een schemerig 'vestzak-broekzakgedoe' maakt hem razend. Hij spreekt van een 'buitengewoon zware en misplaatste beschuldiging'. Directeur B. van der Linden van Carré: 'De beschuldiging aan ons adres is absoluut niet waar.'

Zowel Carré als het Concertgebouw krijgt van de gemeente een subsidie om het gebouw te exploiteren. Het Concertgebouw had 2,7 miljoen gulden gevraagd, Carré bijna 4 miljoen. De Kunstraad adviseert respectievelijk 1,8 en 3,3 miljoen gulden toe te kennen. Waar de Raad zich druk over maakt, is dat beide instellingen een steunstichting hebben die geen inzage geeft in de boeken.

Het bestaan van die stichtingen wordt niet ontkend. Maar ze hebben niets te maken met de exploitatie van het gebouw. Ze dekken het risico van optredens. Veel kunstinstellingen krijgen een subsidie om optredens mogelijk te maken, het Concertgebouw en Carré niet.

Zo zijn de recettes van concerten in het Concertgebouw zelden voldoende om de kosten te dekken. Daarom wordt met sponsors gewerkt. Door de oprichting van een stichting drukken de risico's van de programmering niet op het voortbestaan van het gebouw.

Van der Linden stuurt een brief naar verantwoordelijk wethouder Bakker van Cultuur. De hoop is dat de gemeente de gevraagde extra subsidie toch toekent. 'Als we die zeven ton niet krijgen, wordt het moeilijk voor Carré.'