Nieuws
Kuipers zal zelf moeten besluiten over concentratie kinderhartchirurgie, ziekenhuizen willen er niet aan
Minister Ernst Kuipers (VWS) zal de knoop moeten doorhakken in welke twee academische ziekenhuizen de kinderhartchirurgie wordt geconcentreerd. De ziekenhuizen zelf lukt het niet om daarover gezamenlijk een besluit te nemen.
Dat schrijft de NFU, de federatie van academische ziekenhuizen, vandaag in een brief aan de minister.
De concentratie van de kinderhartchirurgie is een hoofdpijndossier in de zorg dat al decennia tot geruzie en onenigheid leidt tussen de academische ziekenhuizen. Iedereen is het erover eens dat deze zeer gespecialiseerde zorgsoort in slechts een beperkt aantal ziekenhuizen moet worden aangeboden: dat leidt tot meer ervaring bij de betrokken artsen, tot een minder zwaar dienstenrooster, en dus uiteindelijk tot betere zorg voor de baby’s en kinderen die met een hartafwijking zijn geboren.
Maar geen enkel van de vier ziekenhuizen (Rotterdam, Utrecht, Groningen en Leiden) die nu nog kinderhartchirurgie in het takenpakket hebben, wil deze zorg kwijt. Vallen deze operaties weg, dan zet dat een waterval van andere gevolgen in gang: ic-bedden blijven onbezet, opleidingsmogelijkheden verdwijnen, zorgpersoneel zoekt zijn heil elders, wetenschappelijke publicaties verdampen. Zelfs de toegankelijkheid van de spoedeisende hulp of de academische status komt in gevaar, waarschuwde de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa)eind vorig jaar.
Wie van de vier
De NZa adviseerde ook om nu pas op de plaats te maken met de concentratie en eerst tot een vergelijk te komen tussen de academische centra, waarbij concentratie en verdeling van álle ingewikkelde zorg zou worden besproken. Dat zou de vergaande gevolgen van de concentratie van de kinderhartchirurgie kunnen beperken.
Maar daar ging minister Kuipers niet in mee. De concentratie van de hartchirurgie heeft haast, schreef hij vorige maand, ook al omdat binnen afzienbare tijd enkele chirurgen met pensioen gaan. Hij wilde dat de ziekenhuizen zelf met een voorstel kwamen welke twee centra in de toekomst de zorg zouden mogen leveren. Voor 15 februari moesten de ziekenhuizen laten weten of ze dat zou lukken. Vandaag kwam het antwoord: onmogelijk.
Decennialang gesteggel
Hoewel de discussie over de concentratie van de kinderhartchirurgie al sinds 1993 speelt, en ook de NZa uitvoerig alle gevolgen in beeld heeft gebracht, schrijven de ziekenhuizen dat ‘alle leden van de NFU het noodzakelijk (achten) om een redelijk zicht te hebben op de mitigerende (het beperken van de gevolgen, red.) maatregelen en de resultaten waar die toe zullen leiden. (...) De NFU ziet niet dat dit voor half april van dit jaar is gerealiseerd.’
En zonder dat zicht is een gedragen beslissing nemen onmogelijk, vindt de NFU. Bovendien is er onder de ziekenhuizen nog altijd onenigheid over de noodzaak tot het concentreren in twee ziekenhuizen. ‘Niet alle, maar enkele UMC’s zijn van mening dat die optie (van concentratie in twee ziekenhuizen, red.) verkend moet worden.’
Het besluit van de NFU komt niet als een verrassing. Het gesteggel duurt immers al decennia, en ook voormalig VWS-minister Hugo de Jonge vroeg in november 2021 de ziekenhuizen al voor de zoveelste keer samen tot een besluit te komen. Ook toen kwam er al snel een briefje terug: bedankt voor het verzoek, gaan we niet doen.
Nu gaat Kuipers dus een beslissing nemen. ‘Op korte termijn’, beloofde hij in zijn brief in januari. Of dat ook tot een snelle definitieve concentratie leidt, valt nog te bezien. De ziekenhuizen die zullen afvallen hebben hun juristen al klaarstaan om het besluit bij de rechter aan te vechten.
