Kostbare vergissing

Uitgevoerd in grof brons kijkt hij uit over de azuren Baai van Matanzas. Su nombre es pequeño, maar hier, op de kust van Cuba, veroverde Piet Hein in de nazomer van 1628 de Spaanse zilvervloot....

Door Alex Burghoorn

De grootste held van Matanzas heeft géén kleine naam - hij heet Javier Sotomayor Sanabria.

Tegenover de afgebladderde San Carlos Borromeo-kathedraal in het centrum van de Cubaanse havenstad huist het Sportmuseum, een krappe toonzaal die twee dagen per week ook dienst doet als crèche. Op roze sokkels staan de bekers die de plaatselijke schoolvoetbalteams, hondenclubs, schakers en hardlopers hebben gewonnen. Achter het bureau waakt een dame over het gastenboek, tussen de vitrinetjes veegt een tweede dame de hele dag de vloer en een heer-op-leeftijd leidt spaarzame bezoekers langs de uitstalling. Iedere kampioen doneert in de paradijsstaat zijn prijs aan de gemeenschap.

Het topstuk is de gouden medaille die Javier Sotomayor elf jaar geleden won op de Olympische Spelen. De 'beste hoogspringer aller tijden' (partijkrant Granma) en houder van het wereldrecord (2,45 meter) is in Limonar geboren, maar dat nabijgelegen dorp wordt voor het gemak gewoon bij Matanzas getrokken. Zo maakt het de stad ook niets uit dat 'doping' in de loop van de jaren negentig de middle name van Sotomayor is geworden.

Eigenlijk ontbreekt aan het eerbetoon voor de Cubaanse atleet maar één ding: een lied.

Op de patio van het Provinciemuseum, elders in Matanzas, kijken zes dames de klok naar één uur. De suppoosten - gekleed in rokjes van een onbestemde, communistische kleur - drentelen doelloos rond een gammel tafeltje dat als kassa dient. Om beurten bestuderen ze hun nagels.

Het Provinciemuseum is van twaalf tot één gesloten, stond te lezen op het bordje naast de poort. Maar de deuren stonden wagenwijd open en binnen maakte niemand aanstalten om aan te schuiven voor het middageten. Toch open? 'U kunt daar wachten', klonk het streng, en de dame wees naar de massieve drempel van het 19de eeuwse palacio.

En zo begon het toen, drie kwartier lang: geen boe of ba, geen blik van verstandhouding, geen grijns, geen knipoog. De zes dames beheersen, zoals alle werknemers van de Cubaanse staatsinstellingen, het spel van het Grote Negeren tot in de finesses. Zonder aanleiding zo lijkt het - niemand keek op de klok -, zwermen de dames dan toch uit over de toonzalen. De kordate beweeglijkheid verrast na de lange minuten van traagheid: luiken gaan open, gangen worden aangeveegd en de kassala schuift open en dicht. Maar als allen eenmaal hun positie hebben ingenomen, pakken ze de draad van het zwijgen weer op. Elke kraak van de houten vloeren klinkt oorverdovend.

Van zaal naar zaal gaat het: van de namaakskeletten uit de pre-historie tot de porceleinen vazen die eind 19de eeuw zijn meegekomen met Chinese plantage-slaven. In de vitrine waar het op deze zweterige dag om te doen is, hangen vage zwartwitreplicas van 17de eeuwse documenten en twee willekeurige Engelse pistolen. Het is armetierig. En toch, voor wie de Vaderlandsche Geschiedenis van de Lage Landen is toegedaan, heeft het glazen kastje de allure van een heiligdom. Het is het eerbetoon van Matanzas aan Piet Hein, van de West-Indische Compagnie uit Holanda.

Vlakbij het Provinciemuseum heeft de admiraal-zeerover in 1628 de Spaans koloniale heersers ongenadig te pakken genomen: hier in de Baai van Matanzas heeft hij, caramba!, de zilvervloot veroverd.

De suppoosten staren uit het raam. Ja, ze kennen de geschiedenis. Maar het lied, nee, dat kennen ze niet. Piet Hein, su nombre es pequeño, sus hechos estan grandes, ha ganado la flota de plata. Eerlijk is eerlijk: zonder rijm is er ook niets aan.

Roestige spoorrails slingeren zich langs de waterkant van de baai. Het verbindt de silo's en olieloodsen in de haven met de hoofdstad Havana, honderd kilometer naar het westen. Takelkranen steken in de verte af tegen de witblauwe lucht, een olietanker dobbert in het azuur van het Caribische water. Matanzas deelt in de economische misère die Cuba het laatste decennium heeft getroffen. Behalve langs de kustweg is er geen verkeer in de stad. In Versalles, de wijk die in de 19de eeuw is gebouwd door Fransen op de vlucht voor de slavenopstand op Haïti, zijn de straten volstrekt autoloos.

Al weken lag Piet Hein in de nazomer van 1628 met twintig schepen en elf jachten voor anker voor de westkust van Cuba - vierduizend bemanningsleden en 689 stuks geschut aan boord. Ze wachtten de komst af van de vloten uit Colombia, Mexico en Honduras. Jaarlijks verzamelden die zich in Havana om met zijn allen de oversteek naar Spanje te maken. Vlak voor het orkaanseizoen aanbrak, verschenen op 8 september twaalf schepen aan de horizon. De Hollanders maakten zich op voor een zeeslag van jewelste, maar negen schepen gaven zich zonder slag of stoot gewonnen; twee andere overmeesterden ze later in de kustwateren.

Het was een voorproefje: uit het kraaiennest werden nog eens vier galjoenen en vier kleinere schepen gezien. De Spanjaarden vluchtten de Baai van Matanzas in. Een kostbare vergissing. De kolossale schepen liepen vast op een zandbank en waren plots sitting ducks. Los van wat musketschoten gaven de Spanjaarden zich opnieuw snel over. Het inladen kon beginnen: 177.329,5 pond zilver, 37.375 huiden, 2112 kisten indigo, 720 kisten karmijn, 361 kisten suiker, 115 kisten zijde en nog eens 382 kisten 'diversen' (bron: Lijst vande Waren by de Generael Pietersz Heyn bekomen, gepubliceerd in 1628).

Over de kustweg denderen vrachtwagens vol goederen om het alleen voor buitenlanders toegankelijke strandoord Varadero, veertig kilometer verderop, te bevoorraden. Voor ze Matanzas uitrijden passeren ze een klein standbeeld - niet bepaald een voorname plaats. Het is Piet Hein, uitgevoerd in grof brons. Hier eert, ietwat opdringerig, de gemeente Rotterdam de zeeheld - in 1998 schonk de stad het beeld. Met de ene hand op zijn hart en in de andere hand een rol papier staart hij uit over het water.

Achter de heldenrug langs rijdt een afgedankte Nederlandse stadsbus, ook een gift. Bestemming: 'Noord via Stokhasselt'.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden