Korting
ZIT ik naar m'n soap te kijken, gaat de bel. Doe ik de deur open, staat daar een zwaar opgemaakt, blond meisje met een stralende glimlach voor mijn neus....
Wie is dat nou?
'Ik ben Patricia en ik mag u komen feliciteren!', roept ze blij. Ik begrijp dat ze me iets wil verkopen, want tegenwoordig kan een mens niet veel meer winnen dan tien gulden korting op iets duurs. Dat vind ik niet leuk en dus zeg ik maar niks terug tegen Patricia. Voor je het weet denkt ze dat je akkoord gaat.
'Ja!', roept ze, 'ik mag u feliciteren want u heeft een prachtige kans gewonnen! Want u-huuu, u mag. . .' En dan krijgt ze opeens een heel gewoon, boos gezicht en ze zegt vlak: 'Ach, laat maar zitten.' En ze loopt weg, naar een jongeman in regenjas die verderop staat te wachten. Ik roep haar na waarom ze me stoort als ze nog te beroerd is om haar riedeltje af te draaien, waarop zij zegt dat ze aan mijn kop al ziet dat er toch niks van komt, en de jongeman zegt koeltjes tegen haar: 'Kom. Laten we oprotten.' Ik voel me even zwaar bekocht, maar dan besef ik dat mijn gezichtsuitdrukking een gladjakker kan wegjagen. Eindelijk de juiste, kille, vijandige blik! Ik heb er een nieuw wapen bij! Zou je zoiets kunnen cultiveren, zodat het rond je tachtigste een peulenschil is om verkopers gillend het hazenpad te laten kiezen? Want je zal maar oud zijn, en verneukt worden door de stralende glimlach van zo'n vals loeder aan je deur. Bejaarden worden steeds vaker de dupe en een nieuw wetje om alle verkoop aan de deur te verbieden zou geen kwaad kunnen.