Koreaanse 'troostmeisjes' ontvangen na 71 jaar schadevergoeding
46 Zuid-Koreaanse vrouwen die in de Tweede Wereldoorlog door het Japanse leger tot seksslaven waren gemaakt, zogenoemde 'troostmeisjes', ontvangen na jaren debat een schadevergoeding van 80 duizend euro per persoon. Families van overleden seksslavinnen, 199 in totaal, worden gecompenseerd met 16 duizend euro per familie.
Afgelopen december werd al een stichting opgericht die moet toezien op de uitkering van het smartengeld. Japan weigerde over te gaan tot betaling omdat tegenover de Japanse ambassade in Seoul een standbeeld van een 'troostmeisje' prijkt. De Japanners eisten tevergeefs dat het beeld verwijderd zou worden.
De troostmeisjes werden tijdens de Tweede Wereldoorlog door het Japanse leger vastgehouden om als 'troost' voor de soldaten te dienen. In werkelijkheid waren zij seksslavinnen die tegen hun wil werden vastgehouden in bordelen. De slachtoffers waren vooral Zuid-Koreanen, maar ook Chinese vrouwen en vrouwen uit Nederlands-Indië werden tot seksslaaf gemaakt. Gemiddeld zijn zij inmiddels 89 jaar oud.
De kwestie is al jaren een heet hangijzer in de relaties tussen Japan en Zuid-Korea. Japanse historici haalden vorig jaar de woede van de overlevenden op de hals door te stellen dat zij reguliere sekswerkers waren. De Japanse premier Shinzo Abe heeft inmiddels wel zijn excuses aangeboden.
Er is veel kritiek op de Zuid-Koreaanse overheid vanwege de deal. Volgens veel Zuid-Koreanen zou de compensatie te mager zijn.