ReportageRechtszaak om adoptie

Koreaanse geadopteerde wint zaak om biologische vader te ontmoeten: ‘Vertel me wie mijn moeder is’

Kara Bos deze week in Seoul, waar ze wacht op de uitspraak van de rechter. Beeld Woohae Cho
Kara Bos deze week in Seoul, waar ze wacht op de uitspraak van de rechter.Beeld Woohae Cho

De Zuid-Koreaanse Kara Bos werd als baby geadopteerd door Amerikaanse ouders. Decennia later vond ze haar biologische vader, die weigerde haar te erkennen. Bos stapte in haar geboorteland naar de rechter, die haar vrijdag in het gelijk stelde. De uitspraak kan grote gevolgen hebben voor geadopteerde kinderen wereldwijd.

Jeroen Visser

Op 18 november 1983 wordt een Koreaans meisje van ongeveer 2 jaar oud gevonden op een parkeerterrein in Goesan, ruim honderd kilometer onder de hoofdstad Seoul. Ze draagt een rode jas van zijde en een bijpassende broek. Omdat niemand om haar komt vragen, wordt ze naar een weeshuis gebracht. Ze verblijft drie maanden bij een Koreaans pleeggezin, waarna ze in de zomer van 1984 wordt geadopteerd door de familie Bedell uit het Amerikaanse Michigan. Ze noemen haar Kara.

Bijna 36 jaar later zit Kara Bos in de siertuin van Koroot, een hostel in Seoul bedoeld voor geadopteerden die op zoek zijn naar hun wortels. Bos, die getrouwd is met een Nederlander, in Amsterdam woont en vloeiend Nederlands spreekt, was hier de afgelopen jaren kind aan huis terwijl ze zocht naar haar biologische ouders.

Vrijdag stelt een Koreaanse rechter Bos in het gelijk in een zaak die ze heeft aangespannen. Ze eist op basis van dna-bewijs erkenning door haar biologische vader en hoopt zo te ontdekken wie haar moeder is. Het is voor zover bekend de eerste keer dat een buitenlandse geadopteerde zo’n zaak aanspant.

Kara Bos (links) met haar Amerikaanse adoptie-ouders, datum onbekend.  Beeld Privéarchief Kara Bos/ via AFP
Kara Bos (links) met haar Amerikaanse adoptie-ouders, datum onbekend.Beeld Privéarchief Kara Bos/ via AFP

‘Het ideale adoptiekind’

Ooit was Bos naar eigen zeggen ‘het ideale adoptiekind’. Ze was gelukkig, zag haar Amerikaanse adoptiegezin als haar enige familie en had geen interesse om er achter te komen wie haar biologische ouders waren. Pas toen haar eigen dochter 2 jaar werd, besefte Bos wat het betekent om op die leeftijd een kind van haar ouders te scheiden. ‘Ik had me altijd voorgesteld dat ik als kleine baby was achtergelaten, maar als je 2 bent, kun je al zoveel en heb je zó’n band met elkaar. Ik dacht: hoeveel pijn heeft dat mijn moeder gedaan? Heeft ze elke dag aan me gedacht?’

Holt, het adoptiebureau van destijds, kan haar in eerste instantie niet helpen. Ze staat als wees geregistreerd en het bureau heeft alleen gegevens van de Koreaanse pleegouders. Maar als ze het dossier opvraagt, zit er een papiertje bij waarop staat dat Bos iets zei toen ze werd gevonden: ‘Ik heet Kang Mee-sook en ik ben 2 jaar oud.’

‘Voor het eerst wist ik mijn naam, iets dat mijn Amerikaanse ouders ook nooit hadden geweten. Later dook er nog een tweede briefje op, waaruit bleek dat mijn Koreaanse pleegouders me hadden willen adopteren, maar dat ze waren overgehaald het niet te doen, omdat ik in Amerika een beter leven zou krijgen.’

Baby-exportland

In het jaar dat Kara werd geadopteerd, stond Zuid-Korea al decennia bekend als ‘baby-exporteur’. Jaarlijks werden zo’n 8.000 kinderen bij buitenlandse gezinnen ondergebracht. Dat veranderde pas na de Olympische Spelen in Seoul van 1988. Veel Zuid-Koreanen begonnen zich te schamen voor het adoptieprogramma, met name omdat het land inmiddels zeer welvarend was geworden.

Sindsdien is het aantal buitenlandse adopties sterk afgenomen en worden meer kinderen bij Koreaanse gezinnen ondergebracht. Maar nog altijd vertrekken jaarlijks ruim 300 kinderen naar de Verenigde Staten, Canada, Italië, Zweden en Noorwegen. In Nederland zijn sinds eind jaren zestig meer dan 4.000 Koreaanse kinderen geadopteerd. In 2003 stopte de verantwoordelijke Nederlandse stichting de samenwerking, omdat het geen inzicht kreeg in de financiën van het Zuid-Koreaanse kindertehuis.

Lang niet iedereen slaagt erin zijn of haar biologische ouders terug te vinden. Ook voor Bos loopt het spoor aanvankelijk dood. Tot begin vorig jaar. Aan het begin van haar zoektocht heeft de Amsterdamse met behulp van haar dna-profiel een account aangemaakt op myheritage.com, een website voor mensen die meer willen weten over hun stamboom. Nadat ze had gehoord over twee zussen die elkaar dankzij de site hebben gevonden, logt ze weer eens in. Dan ziet ze dat er een match is gevonden, met een Koreaanse student.

‘Ik stuurde een e-mail en hij antwoordde direct. Heen en weer mailend kwamen we tot de conclusie dat zijn moeder waarschijnlijk een zus of een halfzus van mij was. En dat zijn opa mijn vader kon zijn.’

De familie weigert

De familie is niet enthousiast over de ontdekking. Haar neef wordt gemaand het contact te verbreken en de drie (half)zussen weigeren een ontmoeting te regelen tussen Bos en hun vader. ‘Het enige wat ik wilde, was een gesprek van vijf minuten om naar mijn moeder te vragen, maar zelfs dat kon niet.’

Bos vermoedt dan al dat ze is geboren uit een buitenechtelijke relatie en dat dit de reden is waarom ze destijds is achtergelaten. In het conservatieve en patriarchale Zuid-Korea vormden alleenstaande moeders een groot taboe. Buitenechtelijke kinderen werden daarom vaak afgestaan, daartoe aangemoedigd door familieleden en adoptiebureaus. Het is ook een van de redenen waarom betrokken Koreaanse families dit het liefste doodzwijgen.

Ook nu nog worden Koreaanse adoptiekinderen in 90 procent van de gevallen afgestaan door een alleenstaande moeder, al dan niet na een scheiding. Tegenstanders van internationale adoptie, onder wie teruggekeerde geadopteerden, voeren al jaren campagne voor een betere status en meer sociale bijstand voor alleenstaande moeders. Zij lobbyden met succes voor een wet die de overheid verplicht het aantal adopties te reduceren. Ook krijgen moeders nu een vertrouwenspersoon die alternatieven voor adoptie bespreekt.

Dna-doorbraak

Als Bos in de zomer van 2019 weer in Seoul is, besluit ze de confrontatie aan te gaan. Via Linkedin vindt ze het werkadres van de dochter van een van de zussen. Bij de balie doet ze alsof ze een afspraak heeft. ‘Ze was gelukkig heel open. Het raakte haar ook. Ze trok een haar uit zodat ik ook haar dna zou kunnen laten testen.’

Ook die test laat een nauwe verwantschap zien. Maar ondanks bemiddeling van haar nichtje wil de familie nog altijd niet meewerken. ‘Toen ben ik naar het huis van mijn halfzus gegaan. Ik dacht: als ik rechtstreeks voor je sta, zie je me misschien als persoon. Maar ze wilde niet opendoen. Ik heb zelfs op mijn knieën voor de video-intercom gesmeekt. Uiteindelijk heeft ze de politie gebeld.’

Bos denkt aan opgeven. ‘Ik was gebroken. Ik had nog nooit in mijn leven hoeven smeken en dat is een vreselijke ervaring. Ik had er zo veel energie, tijd en geld ingestopt, het was klaar.’ Maar het gevoel van onrecht blijft knagen. Er rest nog maar één stap: de rechter. Ze neemt een advocaat in de hand. Die dient op 18 november 2019, heel toevallig exact 36 jaar nadat ze is achtergelaten, de zaak in.

Foto gemaakt ten tijde van haar adoptie, op het bordje staat onder meer haar Koreaanse naam Kang Mee-sook.  Beeld Privéarchief Kara Bos / via AFP
Foto gemaakt ten tijde van haar adoptie, op het bordje staat onder meer haar Koreaanse naam Kang Mee-sook.Beeld Privéarchief Kara Bos / via AFP

De confrontatie met een oude man

Op de papieren van de rechtbank vindt ze het adres van haar vader. Als ze in maart op last van de rechtbank een dna-test moet doen in Seoul, neemt ze een taxi naar zijn appartement in een rijke buurt in het centrum. Zijn echtgenote doet open. ‘Ik legde in steenkolen-Koreaans uit waarvoor ik kwam, maar ik denk niet dat ze me begreep. Toen zag ik dat hij achter haar stond in de gang. Ik keek hem aan en zei: ‘Ik ben Kang Mee-sook, herken je mij?’

Haar vader zegt niets en wuift haar weg. Als ze later die week terugkomt, doet een (half)zus open. ‘Ze zei: je moet stoppen, wij zijn niet je familie. Je zit verkeerd.’ Het resultaat van de dna-test bewijst anders: het is 99,9981 procent zeker dat hij haar vader is. ‘Ik moest meteen huilen’, vertelt Bos. ‘Ik wist dat ik gelijk had, maar je gaat toch aan jezelf twijfelen.’

De uitspraak

Omdat Bos de zaak nu heeft gewonnen, volgt maandag een gesprek met haar vader, zo hebben de advocaten afgesproken. Dat is mede te danken aan de vele media-aandacht die haar zaak heeft gekregen, in en buiten Korea. Of haar vader gaat vertellen wie haar biologische moeder is, blijft onzeker. Het is goed mogelijk dat hij volhoudt dat hij het zich niet meer kan herinneren.

Toch zal het de moeite waard zijn, denkt Bos. Wellicht schept de uitspraak een precedent voor andere geadopteerden die erkend willen worden. ‘Ik besef dat ik ook voor hen heb gevochten. Het zou gewoon niet zo moeilijk mogen zijn om er achter te komen wie je vader en moeder zijn. Dat is een fundamenteel recht.’

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden