Kooprecht voor huurders is bizar en onhaalbaar
De auteur is emeritus hoogleraar Onderzoeksinstituut OTB van de TU Delft. Minister Donner is ongeloofwaardig. Deze wil corporaties zonder enige juridische grondslag tot oneigenlijk handelen dwingen.
De ongunstige ontwikkelingen op de internationale financiële markten worden door menigeen in verband gebracht met het gebrek aan gezag en de ongeloofwaardigheid van de betrokken politici. Dit probleem staat helaas niet op zichzelf. Op 1 juli 2011 publiceerde minister Donner van Binnenlandse Zaken zijn zogeheten Woonvisie. Slechts één punt uit deze Woonvisie haalde het nieuws: de verlaging van de overdrachtsbelasting.
Er staat echter veel meer in, zoals een reeks slecht onderbouwde maatregelen die vooral de huursector veel chaos zullen brengen. De Woonvisie van Donner markeert binnen de volkshuisvestingssector het toppunt van ongeloofwaardigheid.
Eén hoofdthema licht ik eruit: de aankondiging van een kooprecht voor huurders van corporatiewoningen: 'Huurders van een corporatiewoning krijgen het recht hun woning tegen een redelijke prijs te kopen.' Deze formulering is letterlijk overgenomen uit het regeerakkoord van VVD en CDA.
Het kooprecht van huurders van sociale huurwoningen is in 1980 in Groot-Brittannië geïntroduceerd door de regering-Thatcher. De woningmarkteffecten waren desastreus: de sociale-huursector werd gemarginaliseerd en gestigmatiseerd. Het ging daar om gemeentewoningen. Publiek bezit mag door het publiek gezag worden verkwanseld. Daartegen valt juridisch weinig of niets in te brengen. In Nederland gaat het om woningen van private organisaties: die kunnen niet zomaar door de staat worden onteigend.
Om een aantal redenen illustreert de aankondiging van het kooprecht voor huurders van sociale-huurwoningen het gezagsvacuüm waarin ook Nederlandse politici zijn terechtgekomen.
In de verkiezingsprogramma's van VVD, CDA en PVV staat geen woord over een kooprecht voor huurders. Alleen het verkiezingsprogramma van GroenLinks geeft aan huurders het recht om hun woning (met korting) te kopen van de woningcorporatie, in combinatie met een terugkooprecht voor de verhuurder. Maar GroenLinks zit niet in de regeringscoalitie. Het kooprecht, prominent opgenomen in het regeerakkoord, is geheel losgezongen van de verkiezingsprogramma's van regeringspartijen en gedoogpartner. Dit heette vroeger 'kiezersbedrog'.
De Woonvisie van Donner meldt dat met corporaties afspraken worden gemaakt over de verkoop van huurwoningen. Daarbij wordt speculatie voorkomen, aldus de Woonvisie. Maar wie maakt deze afspraken? De huurders? De gemeente? Het Rijk? Het lijkt erop dat het Rijk hier een taak voor zichzelf ziet en druk wil uitoefenen op de corporatiebestuurders, mede in het licht van de heffing van meer dan 600 miljoen euro per jaar die de corporaties boven het hoofd hangt.
De plicht om altijd woningen te verkopen als huurders dat zouden willen, is een aanslag op de zelfstandigheid van woningcorporaties en maakt voor deze sociale verhuurders een strategisch voorraadbeleid onmogelijk. De corporaties zouden van hun vastgoedrechten worden beroofd en niet langer hun sociale taakstelling kunnen realiseren en uiteindelijk als toegelaten instelling ten onder gaan.
Minister Donner kondigt nu een kooprecht aan waarvoor geen enkele juridische grondslag bestaat. Het is juridisch onmogelijk om het bezit van particuliere organisaties zonder een wettelijke grondslag en zonder een toereikende compensatie te onteigenen.
Uit de Woonvisie van Donner wordt niet duidelijk of de Raad van State over dit vergaande voorstel om advies is gevraagd. Zo'n advies zou niet anders dan uiterst negatief kunnen uitpakken. Een jurist die met droge ogen een kooprecht voor huurders aankondigt, diskwalificeert zichzelf als kandidaat voor het vicevoorzitterschap van de Raad van State.
undefined