Konvooi rijdt nog altijd niet, Merkel en Biden bellen met Porosjenko
Kiev en Moskou hebben overeenstemming bereikt over hoe het Russische hulpkonvooi Oekraïne binnen moet komen. Dat meldt een woordvoerder van Rode Kruis. Maar groen licht om de vrachtwagens daadwerkelijk de grens over te laten gaan is er nog niet.
De hulporganisatie heeft zaterdag aan Kiev laten weten de lading van het Russische hulpkonvooi te hebben gecontroleerd, schrijven Russische persbureaus. Ze heeft de Oekraïense regering gevraagd het konvooi te erkennen als humanitaire hulp, maar Kiev zou nog niet hebben gereageerd.
'Over de procedures rondom de lading zijn Rusland en Oekraïne het eens geworden. Het gaat voornamelijk nog om het in orde maken van papierwerk, aldus Pascal Cuttat van het Rode Kruis, die elke vrachtwagen van het Russische konvooi zal begeleiden naar Oekraïne.
'Maar het grootste probleem is de veiligheid. Om snel en veilig te kunnen werken, moeten beide partijen de veiligheid garanderen. Dat blijft een grote uitdaging.'
Honderden vrachtwagens van een Russisch hulpkonvooi wachten sinds donderdag vlak bij de grens met Oekraïne. De hulpgoederen zijn bedoeld voor burgers in Oost-Oekraïne die te lijden hebben onder de strijd tussen leger en separatisten, met name in de steden Loehansk en Donetsk.
De vrees bestaat dat het hulpkonvooi een dekmantel is voor een Russisch complot de rebellen verder uit te rusten. De pro-Russische strijders worden volgens Kiev en westerse landen gesteund door Moskou. Maar Rusland en Oekraïne werden het eens dat de vrachtwagens de grens mogen oversteken als ze begeleid worden door het Rode Kruis en zodra de lading door de Oekraïense douane is goedgekeurd.
Porosjenko, Merkel en Biden
Ondertussen hebben de Oekraïense president Petro Porosjenko, de Duitse bondskanselier Angela Merkel en de Amerikaanse vicepresident Joe Biden nog maar eens benadrukt dat de Russische wapenleveranties aan de separatisten moeten stoppen. Rusland moet volgens hen afstand nemen van de opmerkingen van een rebellenleider die vandaag in een interview zei wapens van Moskou te krijgen. Ook meldde hij dat 1.200 man meevechten aan de zijde van de pro-Moskou-strijders die vier maanden in Rusland zijn getraind.
Alle drie riepen zij op tot een staakt-het-vuren, en het stopzetten van de militaire hulp.
