Kom ook in 2013 met verhalen

Op twintig plekken in Amsterdam openden 'Huizen van Verzet' op 5 mei hun deuren. Voor een ijzersterk verhaal in een buurtkroeg of een aangrijpend relaas in een bovenhuis.

VAN ONZE VERSLAGGEVER JAN TROMP

AMSTERDAM - Carien Vonk 'bevrijdingskind'

De tent zit vol jongeren, de meeste in het rood en wit, de stemming is uitgelaten. In café Struik aan de Amsterdamse Rozengracht dat vroeger café Ruiter heette zal zoon Karel komen vertellen over zijn legendarische vader Theo Ruiter, kroegbaas, bokser, voetballer en bovenal brein achter tal van ondergrondse acties in de jaren '40-'45.

Luid gejuich; op de tv-schermen in de kroeg is te zien dat Siem de Jong zojuist 4-0 heeft gescoord. Jongens en meisjes vallen elkaar om de hals. Grijze dames en heren stappen bedremmeld naar binnen. Is het hier? Nog één keer schuimt het bier: 5-0, Ajax kampioen, rood en wit joelend en juichend de straat op, in een oogwenk is het café van de godenzonen de pleisterplaats van een oorlogsheld. Denk niet dat men minder onder elkaar is dan de jeugdige supporters van Ajax.

Op twintig plekken in Amsterdam kwam gisteren, op Bevrijdingsdag de geschiedenis van het verzet tot leven. Het ging om de beleving: dus hier zijn ze doodgeschoten, hier hielden ze zich onvindbaar, hier werden de aanslagen beraamd.

Zoon Karel, inmiddels bijna 80, vertelt in de opkamer van café Ruiter over het huzarenstuk van zijn 'aartsbrutale' vader Theo. In 1942 redde hij een vermoedelijk bezopen Duitse officier uit het water; uit erkentelijkheid kreeg hij een getuigschrift waarmee hij wapperde als hij zich meldde aan het bureau om dossiers in te kijken van verzetslieden. Het werkte. Hij kreeg de stukken onder ogen, hij verscheurde de pagina's met belastende feiten en vrat deze op. Theo Ruiter heeft zeker 81 verzetsmensen het leven gered.

Zoon Karel zit wijdbeens te midden van opeengepakt publiek. Hij vertelt gloedvol, als een kroegbaas, stoere verhalen over een onverschrokken vader. De mensen glimmen, zoals een kwartier eerder de jeugdige fans van Ajax gloeiden. Karel vertelt ook ontroerend. 'Als kind heb ik alleen maar in angst geleefd', zegt hij opeens.

Er lijkt een honger te zijn naar verhalen, elke keer weer andere, nieuwe verhalen. De 'Huizen van Verzet', zoals het project door het Nationaal Comité 4 en 5 mei is gedoopt, worden druk bezocht. Maar wat opvallend ontbreekt, zijn de dertigers, de veertigers.

'Ik had er gisteren nog een gesprek over, we kwamen er niet uit', zegt Thijs van Velzen. Hij is 31 en zwak geschoren, naar de normen van zijn generatie. Hij is aanwezig omdat zijn vriendin in de organisatie zit. 'Ik heb geen bezwaar tegen herdenken, maar ik heb niet de feeling dat het over mij gaat', zegt hij. 'Persoonlijk heb ik er moeite mee. Misschien is het waar en zijn wij de verwende generatie. Maar het is ook lang geleden, die oorlog. Dat is een factor, hoe je het ook wendt of keert. Kunnen we ons niet beter druk maken over vervolgingen nu, uitsluitingen nu?'

Vraag uit het publiek: of Karels' vader werd gewantrouwd door de bazen van het verzet, gezien zijn goeie relaties met de Duitse bezetters. Zoon Theo herinnert zich dat een cafébezoeker de gewetensvraag ooit aan zijn vader stelde: waarom, meneer Ruiter, hebt u die Duitser uit het water gehaald? Waarop vader Ruiter moet hebben geantwoord: 'Ach joh, al was het een Jood geweest, ik had hem uit het water gehaald.'

Luid gelach in de opkamer. 'IJzersterk verhaal.' Die Theo toch. Het doet het gemoed goed.

Meestal wordt het gemoed natuurlijk op de proef gesteld. Om de hoek, op het adres Bloemgracht 82, zijn nog maar weken voor de bevrijding drie verzetsmensen ontdekt en ter plekke overhoop geschoten. De man voor de deur zegt: 'Loop maar naar boven, vriendelijke mensen, moeilijke verhalen.' Drie trappen voeren naar een lage woonkamer, balken aan het plafond, tot in de hoeken zitten en staan bezoekers. Er wordt een lied ten gehore gebracht, op de tekst van dichter Leo Vroman: 'Kom vanavond met verhalen/ hoe de oorlog is verdwenen,/ en herhaal ze honderd malen/ alle malen zal ik wenen.'

Artis

'Is het niet ongelofelijk, mensen die boven de leeuwenkooi zich schuilhielden?' Ze is een gracieuze vrouw, blond haar. Carien Vonk heet ze, ze is naar Artis gekomen om de verhalen te horen over de paar honderd onderduikers die tijdens de oorlog in de dierentuin bivakkeerden. Vonk noemt zich 'een bevrijdingskind', ze is van 1946, van ouders die beiden in het verzet zaten.

Oud-directeur Maarten Frankenhuis leidt rond. Hij vertelt hoe 's nachts altijd wel tientallen onderduikers aanwezig waren in Artis, mensen die aan de Arbeitseinsatz wilden ontkomen en Joden en lui uit het verzet. Ze verbleven overal, in de holle ruimten van de apenrots, achter de kooi van de roofvogels, in het nachtdierenhuis en bij de kleine zoogdieren. Ook wel bij de chimpansees, maar daar barstte het van de kakkerlakken. Dat was wel jammer, ja.

Om de hoek van de dierentuin had je de Hollandsche Schouwburg, verzamelplek van Joden. Aan het eind van de laan was het hoofdkwartier van de Grüne Polizei. Er is nooit een razzia geweest, er is nooit iemand gearresteerd.

'Kom vanavond met verhalen' - ook in Artis proef je dat verlangen, vooral naar geschiedenissen van weerbaarheid en ongebroken moraal. Carien Vonk is dicht bij haar pensioen, ze zegt dat ze steeds meer leest. 'Allemaal oorlogsdagboeken.'

Sandra Jansen uit Hazerswoude heeft drie kinderen meegenomen, ze zijn 11 en 14. 'Het zijn geschiedenisvreters', zegt ze over Daan, Kjeld en Savanna. Overal zijn ze al geweest, in het Verzetsmuseum, in Vught en Westerbork. Nu willen de kinderen naar Auschwitz. 'Daar vind ik ze nog iets te jong voor', probeert de moeder voorzichtig.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden