Kok acht kans op deelname aan Eritrea-missie 'reëel'

Kok noemde het 'zeer waarschijnlijk' dat het kabinet volgende week vrijdag een 'finaal besluit' kan nemen. Komende week zullen de meest betrokken ministers informeel pogen steun van de coalitiepartijen te verwerven, zo bleek uit de woorden van Kok na afloop van de ministerraad.

Gisteren waren de VVD-ministers De Grave van Defensie en Van Aartsen van Buitenlandse Zaken er nog niet in geslaagd een voorstel voor te leggen aan hun collega's. Dat zal de komende dagen worden opgesteld, op basis van informatie die met name De Grave heeft ingewonnen bij de VN, de Verenigde Staten en Canada, het land waarmee Nederland nauw zou moeten samenwerken.

Kok zei te beseffen dat de Kamer garanties verlangt over zaken als de beperkte duur van de vredesmissie, internationale samenwerking bij de operatie en bij een eventuele evacuatie van troepen in nood.

De premier was geërgerd over het feit dat het CDA al bij voorbaat een negatief standpunt inneemt. Hij meent dat de Kamer pas een oordeel kan vellen als er een kabinetsbesluit op tafel ligt.

Kok noemde de afwijzende houding van het CDA een 'belangrijk politiek feit', omdat hij streeft naar brede parlementaire steun voor een vredesmissie. Maar voor het kabinet is het CDA-standpunt allerminst maatgevend. 'Het CDA heeft geen vetorecht.'

Wel wil het kabinet rekening houden met de rapportage van de commissie-Bakker . De Kamer bespreekt komende week het rapport over gebreken in de Haagse besluitvorming bij de eerdere inzet van Nederlandse troepen in den vreemde. De commissie-Bakker wil voorkomen dat het kabinet de Kamer opscheept met 'slikken of stikken'-besluiten.

Uit juist gisteren gepubliceerde nieuwe stukken van de commissie blijkt dat het vaak maanden duurde voordat de regering de Kamer zelfs maar informeel inlichtte over mogelijke deelname aan vredesmissies.

Een besluit over Eritrea hoeft volgens Kok niet te wachten totdat de discussie tussen Kamer en kabinet over het rapport-Bakker voltooid is. Dat kan enkele weken duren.