Klus geklaard: huis afgebrand

VAN ONZE VERSLAGGEVER ROB GOLLIN

Kom op jongens, het is nog niet gedaan, hè. Heeft de commandant soms al het sein brand meester gegeven? Weten jullie honderd procent zeker dat niemand, maar dan ook helemaal niemand, ook niet de hond of de kat, zich in de vlammenzee achter jullie bevindt? Zoiets hoef je in 't Zandt of Winschoten niet te proberen.

Dat de meesten van jullie met een brede, zo niet gelukzalige grijns op het gezicht staan te poseren, draagt niet bij aan de beeldvorming van een alert korps dat tot het uiterste gaat om de meubelen te redden. Je kent het cliché toch? In iedere brandweerman schuilt een pyromaan. Jullie vragen er wel om, zo. Jullie vinden het gewoon lekker, die hitte, het helle licht en het geluid van ziedend vuur en knappende spanten. Vraag het Sigmund Freud. Die vermoedde natuurlijk seksuele opwinding: de vorm en beweging van de vlammen roepen associaties op met een fallus in volle actie.

Het wordt tijd voor een geruststelling: bijna alle panden op deze foto's dienden als oefenobject. De fik moest juist uitrazen. Het zijn huizen in de Verenigde Staten die de eigenaren ter beschikking hebben gesteld aan de firefighters uit dorp of stad. Op de smeulende asresten kunnen de bewoners dan een nieuw pand optrekken. Dat spaart een sloper uit.

De foto's zijn van internet geplukt door de Israëlisch/Roemeense kunstenaar Idan Hayosh (33), afgestudeerd aan de Rietveld Academie en nu resident artist aan de Rijksakademie van Beeldende Kunsten. Hij zoekt altijd naar foto's voor zijn werk, waarin agressie, geweld en vuur vaak terugkeren. Hier boeide hem de spanning tussen het dodelijke gevaar op de achtergrond en de ontspannen professionals die er nauwelijks iets tegen hebben ondernomen. 'Ze zien er niet eens moe uit.'

Voelde niemand van jullie al poserend iets van nattigheid? Er is een omstreden schatting dat 10 procent van de pyromanen zelf ook blusser is. Feit is dat in Nederland één tot twee keer per jaar iemand uit brandweerkring wordt opgepakt, omdat-ie ergens opzettelijk iets in de hens heeft gestoken. Een voormalige brandweercommandant uit West-Brabant, Nico Koolen, heeft in 2008 onderzoek naar de motieven van de daders gedaan, de bevindingen staan in zijn scriptie Als de brandweerheld een brandstichter is.

De fikkiestokers onder de spuitgasten zoeken volgens hem vooral opwinding, spanning en aandacht. Ze kiezen vaak locaties in de buurt uit, waarbij aanbidding van de helden van de rode brigades verzekerd is. Anderen hebben financiële redenen: extra inkomsten door overwerk of betaling per oproep. In een enkel geval is wraak een drijfveer, waarbij de kazerne zelf het doelwit kan worden.

Of jullie in de daderprofielen passen, kunnen jullie zelf bepalen. Hier zijn enkele kenmerken uit Amerikaanse rapporten die Koolen in zijn werkstuk aanhaalt: man, blank, leeftijd tussen de 17 en 26 jaar, ontwrichte jeugd, sociaal niet erg vaardig, eerder werkzaam in laagbetaalde banen, gemiddeld tot bovengemiddeld intelligent, maar zwak presterend op school. En?

Idan Hayosh en Corina Künzli, Fire Guys; Kodoji Press € 12,- Te bestellen via vision@kodoji.com.

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden