Klinkenberg eerder activist dan journalist

Schrijvers en historici als Tomas Ross, J.G. Kikkert en anderen beriepen zich de afgelopen dagen na prins Bernhards open brief op Wim Klinkenberg en diens levensverhaal van de prins-gemaal...

Door Jean-Pierre Geelen

'Het moet ergeren wil het beteren', was niet alleen een citaat van zijn moeder dat hij vaak aanhaalde, het was tevens de essentie van de politieke overtuiging van 'journalist' Wim Klinkenberg (1923-1995), vaak omschreven als 'de laatste stalinist van Nederland'.

Voor Stalins massamoorden wist hij 'een historische rechtvaardiging' te bedenken. Zelfs zijn bewondering voor de pianist Lazar Berman stond ten dienste van zijn ideologie, getuige zijn constatering dat 'de Sovjet-Unie met de voortbrenging van deze man, deze mens, haar superioriteit andermaal bewijst'.

In 1945 kwam hij te werken bij Het Vrije Volk. Na drie jaar werd dat het communistisch dagblad De Waarheid. Een conflict met partijtijger Joop Wolf kwam hem op ontslag te staan; Klinkenberg werd freelancer voor tal van bladen en programma's, zijn vaste inkomen haalde hij uit het hoofdredacteurschap van de Amsterdamse Uitkrant.

Sinds 1968 was hij bestuurslid van de Nederlandse Vereniging van Journalisten (NVJ), een functie die hij 25 jaar volhield. Voorzitter is hij nooit geworden. Een artikel in 1974, vlak voor de bestuursverkiezing van de vakbond, waarin hij alle begrip toonde voor de Sovjet-autoriteiten die de dissidente schrijver Alexander Solzjenitsyn hadden verbannen, veroorzaakte zo'n rel dat het hem voor altijd onmogelijk zou blijven hoger dan vice-voorzitter te worden. Vooraanstaande journalisten weigerden lid te worden van de organisatie zolang Klinkenberg in het bestuur zat. Dat anderen daar minder moeite mee hadden, zal hebben gelegen aan het feit dat hij eerder een curieus en aandoenlijk relikwie uit vervlogen, linkse tijden was dan een reëel gevaar voor de persvrijheid.

Om zijn journalistieke kwaliteiten kan het moeilijk geweest zijn. Klinkenberg was eerder politiek activist dan journalist. Zijn belangrijkste publicatie, de 'politieke biografie' van prins Bernhard in 1979, staat bol van de vooringenomenheid.

Hij is 'de specialist van de conspiratiejournalistiek', omschreef wijlen Martin van Amerongen hem ooit. In dat genre zijn de feiten ondergeschikt aan de complotten erachter. In de biografie van Bernhard beschrijft Klinkenberg hem zodoende als nazi-spion voor IG-Farben, Hitler-aanhanger, verrader van de geallieerde luchtlandingen bij Arnhem, kandidaat-dictator van het door Hitler overwonnen Nederland en het boze brein achter de Greet Hofmans-affaire. Voor sommige van deze punten beriep Klinkenberg zich op een artikel van Henk de Mari, journalist van De Telegraaf, ironisch genoeg het medium waarmee Bernhard zo lang zulke warme banden had.

'Geen politieke theorie zo dwaas of hij verdedigde hem', schreef Harry van Wijnen, die twee jaar met hem in het journalistenforum van de TROS-radio zat. 'Feiten interesseerden hem niet, alleen overtuigingen, dat wil zeggen: de zijne.'

Bewijsbare feiten waren ook schaars in zijn artikel over de jeugd van prins Claus. Op 5 december 1965 publiceerde weekblad Panorama, nadat Algemeen Handelsblad, de Friese Koerier en Het Parool hadden geweigerd, een artikel waarin Klinkenberg stelde dat Claus reeds in zijn jeugd in Afrika lid zou zijn geweest van de Hitlerjugend. Het blad heeft slechts enkele uren in de kiosk gelegen; toen liet de president-commissaris van uitgeverij VNU de oplage vernietigen. Niemand heeft de 'primeur' ooit verdedigd.

Als verslaggever van De Waarheid had hij de primeur over de Greet Hofmans-affaire op 13 juni 1956. Journalistiek speurwerk was nauwelijks nodig, Klinkenberg hoefde alleen maar over te pennen wat Der Spiegel (naar nu vaststaat met prins Bernhard zelf als bron) had geopenbaard over het hofconflict rond de genezeres. De hele journalistiek was ervan op de hoogte, maar zweeg erover op verzoek van de regering.

Schrijvers en historici als Tomas Ross, J.C. Kikkert en anderen hadden zich al met al een geloofwaardiger bron mogen wensen dan Klinkenberg. De prins heeft de auteur nooit voor de rechter gedaagd, maar dat maakt de waarde van het boek niet groter. Wie de 576 pagina's dikke biografie nog eens ter hand neemt, zal moeten beamen dat die bovendien nauwelijks leesbaar is. Zoals Harry van Wijnen in vakblad De Journalist noteerde bij het afscheid van Klinkenberg als NVJ-bestuurder: 'Klinkenberg heeft ongetwijfeld een reusachtige hoeveelheid spitwerk in archieven gedaan, maar zijn vermenging van feiten en meningen en zijn onnavolgbare tettertaal maken het onmogelijk het boek serieus te nemen.'

Jean-Pierre Geelen

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden