reportage
Kleine bierbrouwers slaan alarm: de tripel en ‘Boze Griet’ worden onbetaalbaar door hogere accijnzen
De kleine brouwers hebben de coronacrisis amper overleefd, en nu wil de regering het hele systeem van bieraccijnzen ondersteboven gooien. Ze vrezen dat ze tienduizenden euro’s meer belasting gaan betalen. De tripels dreigen duur te worden.
Vraag Erwin de Wit (63) naar de edele kunst van het ambachtelijk bierbrouwen, en je krijgt een heel college over gerst, mout, hop en vergistbare suikers, en alle werkzaamheden in beslagketel, filterkuip en gisttank. ‘Je bent net een patissier’, vertelt hij in zijn brouwerij annex proeflokaal in Den Bosch. ‘Je maakt beslag, net Brinta pap. Daarna gooi je het in een soort snelkookpan en de rest wijst zich vanzelf. Een brouwdag duurt bij ons acht uur - dat is het verschil met Heineken of Grolsch, die doen het in twee uur.’
De Wit was manager speciaalbieren bij Grolsch tot hij vijf jaar geleden zijn droom kon verwezenlijken en voor zichzelf begon: de Bossche stadsbrouwerij Jongens van De Wit, gevestigd in de Sheds, een karakteristiek gebouw waar ooit medicijnen voor apothekers lagen opgeslagen. Op de vide staan de roestvrijstalen brouwkuipen en ketel, beneden zitten gasten aan de kelken met donkerblond tarwebier (‘Gerrit de Struikrover’), tripel of imperial stout (‘Bossche Duisternis’). Voor de echte diehards komt Boze Griet uit de tap, een gerstewijn met 10 procent alcohol.
De opkomst van de ambachtelijke brouwerij in de Brabantse hoofdstad, die meer lokale bierbrouwers kent, staat niet op zichzelf. Overal in Nederland zijn de afgelopen tien jaar kleine producenten van speciaalbier als paddestoelen uit de grond geschoten. Volgens de branchevereniging van kleine brouwers, Craft, telt Nederland al bijna 900 ambachtelijke brouwerijen - waarvan een deel het bier ook zelf brouwt en de rest het productieproces uitbesteedt. ‘Het is net als in de Middeleeuwen, toen had elke plaats ook zijn eigen bierbrouwerij’, zegt De Wit.
Accijnzen
De kleine brouwers zijn echter in rep en roer door een wetsvoorstel over een verhoging van de bierbelasting, dat demissionair staatssecretaris van Financiën Hans Vijlbrief eind vorige maand naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. Daarin stelt het kabinet voor om niet alleen het verlaagde tarief voor kleine bierbrouwerijen af te schaffen (bedrijven die maximaal 200 duizend hectoliter bier per jaar produceren, krijgen nu een korting van 7,5 procent op de te betalen accijns), maar het hele accijnssysteem voor bier te wijzigen. Dat is nu nog gebaseerd op de hoeveelheid vergistbare suikers in het bier in wording. Het nieuwe accijnssysteem wordt gebaseerd op het alcoholpercentage in het bier. Dus hoe zwaarder de trappist, tripel of quadrupel, des te hoger de accijns.
‘Dat nieuwe belastingsysteem pakt rampzalig uit voor de kleine brouwerijen, die een grote variatie aan bieren maken, waaronder ook veel sterke speciaalbieren’, zegt Jitze Vellenga van Craft, dat meer dan 150 ambachtelijke brouwerijen vertegenwoordigt. ‘Dat zijn ook nog eens kleine ondernemers die hard zijn geraakt door de coronacrisis, en slechts met grote moeite het hoofd boven water kunnen houden.’
Vellenga, zelf met zijn broers eigenaar van de Wispe Brouwerij in Weesp, rekent op een kladblaadje voor wat dat betekent voor een producent van een bovengistende tripel met 9 procent alcohol: ‘Die betaalt nu afgerond 44 euro accijns per hectoliter. Dat wordt straks ruim 67 euro. Als hij 4.000 hectoliter brouwt, is hij bijna een ton meer kwijt aan belasting. Zo’n bedrag tast niet alleen de winstgevendheid aan, maar ook het vermogen om te investeren in nieuwe ketels.’
Veel ondernemers hebben ook een horecazaak gekoppeld aan de brouwerij - die zijn net aan het opkrabbelen uit de coronacrisis. ‘Dit wetsvoorstel voelt als een flinke trap na’, aldus Vellenga.
Prijzen
De kans is groot dat de kleine brouwers de accijnsverhoging, waarover ook nog eens 21 procent btw wordt geheven, gaan verwerken in hun prijzen. Daardoor kunnen speciaalbieren in de horeca volgens de Craft-woordvoerder wel 50 tot 75 cent duurder worden, en in de winkels 10 tot 20 cent. Vellenga: ‘Maar de prijzen van speciaalbieren liggen al hoog, door stijgende prijzen voor flesjes, verpakkingsmateriaal en etiketten.’
Volgens het ministerie van Financiën zijn de maatregelen onderdeel van het voornemen om ‘de wildgroei van fiscale regelingen flink terug te snoeien’. Het kabinet wil met het voorstel ‘een gelijk speelveld creëren voor alle kleine producenten van alcoholhoudende dranken die geen uitzondering hadden’, aldus een woordvoerder.
Voor gewoon bier (pils van rond 5 procent alcohol) zijn er geen gevolgen en blijft de belastingdruk gelijk, benadrukt het ministerie. Dat wordt vooral geproduceerd door de veertien grote bierbrouwconcerns, die goed zijn voor 95 procent van de bierproductie in Nederland. Maar ook grote brouwers zijn de laatste jaren in de speciaalbieren gestapt. Zo kocht het Bavaria-concern onlangs Uiltje Brewing Company in Haarlem.
De vereniging Nederlandse Brouwers, die zich sterk maakt voor de hele biersector (grote en kleine brouwers), is een petitie begonnen: ‘Stop Extra Bierbelasting’. Ook Craft heeft een petitie (‘Strijd mee, zeg nee’), die volgens woordvoerder Vellenga al 16 duizend keer is ondertekend.
‘Budgetneutraal’
Het ministerie van Financiën beweert dat het om een budgetneutrale operatie gaat. Maar volgens Vellenga is uit onderzoek gebleken dat de overstap naar het nieuwe systeem voor kleine brouwers tot een gemiddelde accijnsverhoging van 25 procent leidt, met uitschieters tot 70 procent.
‘Ik hoop dat de Tweede Kamer dit gaat tegenhouden’, zegt Erwin de Wit in zijn Bossche brouwerij. ‘Het ministerie zegt dat het om harmonisatie van accijnzen in Europa gaat. Maar in Duitsland betalen ze tweederde minder, en in België eenderde minder. Reken maar dat dit het bieraccijnstoerisme in de grensstreek nog meer zal stimuleren.’