Klacht tegen België na dood vluchtelingen

De Internationale Federatie voor de Mensenrechten (FIDH) heeft dinsdag een klacht ingediend tegen België omdat het land geen hulp heeft geboden aan een groep bootvluchtelingen in levensgevaar. De mensenrechtenorganisatie hoopt daarmee de verantwoordelijken te vinden voor een gruwelijk drama in de Middellandse Zee.

VAN ONZE CORRESPONDENTE LEEN VERVAEKE

BRUSSEL - Op 26 maart 2011 vluchtten 72 Afrikanen in een opblaasbare boot uit Libië. Na 18 uur bleken ze te zijn verdwaald, zonder benzine, eten of drinken. Ze stuurden een noodsignaal uit, maar ze werden niet geholpen. Na tien dagen spoelde het bootje aan op de Libische kust, met slechts negen overlevenden.

In deze periode was de NAVO in Libië aanwezig om er het vliegverbod te controleren. Volgens de FIDH bevonden verschillende NAVO-schepen zich in de buurt van het verdwaalde bootje, maar negeerden zij alle het uitgezonden noodsignaal. Een rapport van de Raad van Europa beschreef de overtocht van Libië naar Italië als 'slalommen tussen militaire schepen'.

In 2011 kwamen er zo'n 1.500 bootvluchtelingen om op weg naar Lampedusa, maar uniek aan deze zaak was dat er overlevenden waren. Zij vertelden dat er een legerhelikopter boven hen was komen vliegen die flesjes water en koekjes had neergelaten, maar daarna weer was weggevlogen. Op de tiende dag, toen de helft van de passagiers al was gestorven, voer een militair schip langs. De soldaten maakten foto's van de vluchtelingen, die wanhopig op de dode baby's wezen, maar ook zij voeren gewoon weg.

Volgens de FIDH, dat zeven van de negen overlevenden vertegenwoordigt, maakten de NAVO-landen zich daarmee schuldig aan het niet verlenen van hulp aan mensen in nood. Daarnaast zouden ze ook een oorlogsmisdaad begaan hebben, omdat ze verplicht zijn om burgers in een gewapend-conflictsituatie te beschermen. De NAVO-landen ontkennen dat hun boten vlakbij waren en hulp hadden moeten verlenen.

Niemand weet uit welk NAVO-land het militaire schip kwam, maar volgens de FIDH zijn er aanwijzingen dat het om de Belgische mijnenveger Narcis zou kunnen gaan.

'We zijn niet zeker dat het de Narcis was, maar door deze rechtszaak hopen we dat dit eindelijk grondig onderzocht wordt', aldus Véronique Van der Plancke, advocaat van de Belgische Liga voor de Mensenrechten. 'Maar zonder twijfel heeft de Narcis het noodsignaal gehoord, dat tien dagen lang elke vier uur werd uitgezonden, en zonder twijfel had het hulp moeten bieden.'

De FIDH heeft samen met andere ngo's soortgelijke rechtszaken aangespannen tegen Frankrijk, Spanje en Italië.

Van de 72 bootvluchtelingen stierven er 63 door uitdroging, verdrinking of ziekten door het drinken van zeewater. De negen overlevenden wonen nu allen in Europa, onder wie twee in Nederland. 'Ik heb geluk gehad dat ik het overleefd heb, maar ik zal dit nooit te boven komen', zegt de Ethiopische Abu Kurke Kebato (24), die in Capelle aan den IJssel woont. 'Ik heb 63 mensen zien sterven, ook kleine baby's. Ik wil er liever niet meer over vertellen, maar ik moet. De wereld moet dit weten.'

Kebato ondertekende de Belgische aanklacht mee. 'Ik kon niet geloven dat ze ons achterlieten. Ik wil weten waarom. Maar ik denk niet dat iemand ons een antwoord zal geven. Ik heb geen macht, ik kan alleen vertellen wat ik gezien heb.'

Abu Kurke Kebato (24) Vluchteling uit Ethiopië

undefined

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden