Nieuws

Kinderrechters gaan eigen blinde vlekken onderzoeken na toeslagenaffaire

Ook de familie- en jeugdrechters gaan hun eigen handelen onder de loep nemen – vooral bij uithuisplaatsingen van kinderen en in andere ‘kwetsbare’ zaken. Dit doen ze mede naar aanleiding van de oproep van de Parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag om ‘in de spiegel te kijken’.

Charlotte Huisman
Een meisje ligt tussen haar speelgoed. Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant
Een meisje ligt tussen haar speelgoed.Beeld Marcel van den Bergh / de Volkskrant

De bestuursrechters deden al eerder onderzoek naar hun eigen rol in de toeslagenaffaire. De commissie die dat onderzoek uitvoerde, concludeerde dat de bestuursrechters de ouders onvoldoende bescherming hadden geboden nadat ze in problemen waren geraakt door de hoge terugvorderingen van de Belastingdienst.

Hebben kinderrechters wellicht, net zoals de bestuursrechters in de toeslagenaffaire, te weinig oog voor de belangen van de burgers die tegenover het systeem zijn komen te staan, vragen de familie- en jeugdrechters zich nu af.

‘We inventariseren daarom nu landelijk welk type zaken kwetsbaar is en welke risico’s hierin zouden kunnen spelen’, zegt kinderrechter Ellen van Kalveen, voorzitter van de landelijke expertgroep jeugdrechters. Met deskundigen en onafhankelijke buitenstaanders zal worden onderzocht of er mogelijk sprake is van ‘blinde vlekken’.

Ouders kritisch

Dit zelfonderzoek was al gepland voordat het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vorige week bekendmaakte dat de afgelopen zes jaar ruim 1.100 kinderen van zogeheten toeslagenouders uit huis zijn geplaatst. Hoe de gevolgen van de toeslagenaffaire ­samenhangen met deze uithuisplaatsingen is niet duidelijk, aldus het CBS.

Kinder- en jeugdpsychiater Peter Dijkshoorn, landelijk ambassadeur voor de verbetering van het jeugdzorgstelsel, juicht het zelfonderzoek toe. ‘Alle partijen die betrokken zijn bij deze uithuisplaatsingen zouden hun rol moeten analyseren.Het gaat er niet om wie iets fout heeft gedaan, maar wát er fout is gegaan. Iedereen kan lessen leren uit dergelijk zelfonderzoek.’

Ook buiten de toeslagenaffaire klagen veel betrokken ouders dat kinderrechters in hun ogen te gemakkelijk meegaan met de conclusies van de hulpverleners. En dat zij te weinig worden gehoord. De Raad voor Strafrechtstoepassing en Jeugdbescherming (RSJ) gaf hun vorige maand een steun in de rug met het advies dat ­ouders en kinderen een betere rechtspositie moeten krijgen als bijvoorbeeld uithuisplaatsing dreigt.

Structurele problemen

De kinderrechters vinden overigens niet dat zij te gemakkelijk een kind uit huis plaatsen. Zij toetsen de zaken grondig, beklemtonen ze. ‘Wij zijn geen stempelmachine’, zegt Van Kalveen.

Van Kalveen ziet wel grote knelpunten in het jeugd- en familierecht. Sommige gerechten kampen met een structureel tekort aan jeugdrechters terwijl de zaken steeds ingewikkelder worden. Kinderrechters hebben te weinig tijd om te ‘sparren’ met collega’s. In familiezaken moeten gezinnen soms lang wachten voor hun zaak wordt behandeld. ‘Het algehele gevoel bij de betrokken rechters is dat door gebrek aan tijd en geld een goede rechtsbescherming van het kind en de ouders in het gedrang kan komen.’

Bovendien hebben rechters last van de ‘reeds lang bestaande structurele problemen’ in de jeugdbeschermingsketen: een tekort aan gekwalificeerde medewerkers, wachtlijsten en het ontbreken van beschikbare hulp en diagnostiek. Veel gezinnen hebben te maken met wisselingen van gezinsvoogden. ‘De soms gebrekkige kwaliteit van alle schakels in deze keten maakt dat de rechtsbescherming niet altijd optimaal kán zijn.’

In vergelijking met andere landen worden in Nederland relatief veel kinderen uit huis geplaatst, zegt Van Kalveen – soms vrijwillig, zonder rechterlijke tussenkomst. Met passende, intensieve zorg thuis zou mogelijk een deel van de uithuisplaatsingen kunnen worden voorkomen, denkt ze, maar aan deze hulp is een groot gebrek. De kinderrechters merken soms dat de situatie verslechtert omdat gezinnen die vastlopen niet in een vroeg stadium zijn geholpen. Uiteindelijk kunnen dan een ondertoezichtstelling van de kinderen en uithuisplaatsing volgen.

Kwaliteit rapporten

Bovendien, zegt Van Kalveen, vinden kinderrechters de kwaliteit van de rapportages van de Raad voor de Kinderbescherming en vooral die van Jeugdbeschermingsorganisaties geregeld op onderdelen benedenmaats. ‘Niet altijd is duidelijk hoe de informatie is verkregen, hoe de verslagen tot stand zijn gekomen en in hoeverre de informatie die daarin staat vermeld, is geverifieerd’, schreef Van Kalveen hierover deze maand in een intern memo aan de kinderrechters. ‘Feiten, meningen en conclusies zijn niet altijd te scheiden.’

Daar komt bij dat er lange wachtlijsten zijn bij de onderzoekende instanties. Omdat er een tekort is aan gezinsvoogden hebben zij volgens Van Kalveen niet altijd de tijd om de situatie goed te analyseren en een doordacht plan van aanpak te maken voor de verbetering van de situatie in het gezin.

De Tweede Kamer praat woensdag over de Jeugdbescherming.

Wilt u belangrijke informatie delen met de Volkskrant?

Tip hier onze journalisten


Op alle verhalen van de Volkskrant rust uiteraard copyright.
Wil je tekst overnemen of een video(fragment), foto of illustratie gebruiken, mail dan naar copyright @volkskrant.nl.
© 2023 DPG Media B.V. - alle rechten voorbehouden