Kinderombudsvrouw: 'Begeleiding kinderen van gevangenen moet beter'
Kinderen van gevangenen moeten beter begeleid worden. Zowel voor, tijdens, als na de detentie van hun ouder worden ze te vaak aan hun lot overgelaten. Dat zegt de Kinderombudsvrouw, Margrite Kalverboer.
25 duizend kinderen hebben een ouder in de gevangenis. Dat kan een traumatische ervaring zijn, zegt Kalverboer. 'Vaak durven ze het niet te vertellen, en leidt het tot enorme schaamte. Soms mogen andere kinderen niet meer met ze spelen. Als de ouder wordt veroordeeld, krijgt ook het kind straf.' Het is volgens haar daarom van belang dat het beleid kindvriendelijker wordt.
'Er is wel beleid, maar er zijn veel dingen die op het kind grote impact hebben waar te weinig rekening mee wordt gehouden', aldus Kalverboer, die dinsdag het project Zie je mij wel presenteerde, dat uiteenzet waar de hulp aan kinderen beter moet.
Dat begint al bij de arrestatie. Kalverboer: 'Bij een aanhouding wordt hard op de deur gebonkt, vaak moeten kinderen in een andere kamer wachten en hebben ze geen idee wat er aan de hand is. Ze kunnen hier jaren later nog last van hebben.' Kalverboer bepleit dat arrestaties bij voorkeur plaatsvinden zonder het kind. Als dat niet mogelijk is, moet iemand met pedagogische kennis zich over het kind bekommeren.
'Moeders die achterblijven zijn soms niet in staat het gezin te blijven runnen', zegt Winie Hanekamp van Exodus Nederland, een organisatie die gedetineerden, ex-gedetineerden en hun familieleden ondersteunt, en betrokken is bij het project. De problemen zouden vroeg gesignaleerd moeten worden vanuit de gemeente, zodat eventuele opvang klaar staat.
De enige beelden die kinderen van een gevangenis kennen, zijn vaak van gevangenen in oranje overalls uit Amerikaanse televisieseries, zegt Hanekamp. Het is volgens haar daarom van belang dat filmpjes en foto's van de gevangenis dat beeld nuanceren.
Knuffelen tijdens een regulier bezoek moet kunnen, vindt Kalverboer. 'Ik sprak een meisje dat een standje kreeg omdat ze haar vader wilde omhelzen. Dat heeft grote impact op haar gehad.' Een controle voor- en achteraf van de gedetineerde neemt het risico op smokkel weg, stelt ze.
Als kinderen en ouder ook tijdens het gevangenschap contact blijven onderhouden, is dat vaak voor beiden beter, zegt Kalverboer. 'Voor kinderen is het prettig om te vertellen over een goede voetbalwedstrijd of een dood konijn.' De ouder ervaart een minder grote overgang na het vrijkomen als hij betrokken is gebleven bij de opvoeding.
Het vrijkomen van een ouder hoeft niet het einde van de ellende te betekenen. Kalverboer: 'Een kind heeft zich daar vaak lang op verheugd, en dan blijkt het soms niet leuk te zijn. Hij of zij ziet jou als dat kleine meisje of jongetje, maar daar is geen sprake meer van.' De begeleiding moet volgens haar daarom, indien nodig, ook na de detentie voortduren.
Betrokken organisaties moeten zich bewust worden dat de kinderen in deze situaties vaak over het hoofd worden gezien, zegt Hanekamp. 'Er moet niet alleen naar de straf van de gedetineerde gekeken worden, maar ook naar de belangen van het kind.'
'Over zes jaar is mijn moeder weer vrij en gaan we leuke dingen doen'
De moeder van Beau (13) is drie jaar geleden tot 13 jaar gevangenisstraf veroordeeld.
'Ik was op woensdagmiddag onder de dekens op mijn Wii aan het spelen. Ineens klonk hard gebonk, forceerde de politie de deur met een stormram en stonden ze met veel agenten binnen. Ik schrok me kapot en kroop onder mijn dekens. Ik had geen idee wat er aan de hand was. Ze werd meteen meegenomen.
'Ik ben door de recherche gebracht naar mijn tante. De mensen van de recherche vroegen wat ik speelde, zij behandelden me niet alsof ik iets verkeerds had gedaan.
'Ik ben niet bij de rechtszaak geweest, toen had ik belangrijke cito's. Toen ik thuiskwam vertelde mijn vader dat de uitspraak 13 jaar was. Dat was schrikken, maar ik ben de rest van de dagen ook naar school geweest.'
'Ze heeft heel veel verkeerde dingen gedaan met verkeerde mensen. Ik zou bij god niet weten wat ze precies heeft gedaan. Dan ga ik me alleen maar druk maken, en dat wil ik niet.'
'Ze is aangehouden in oktober 2014. Ik heb haar voor het eerst in februari of maart gezien, daarvoor heb ik haar ook niet gesproken. Ik heb me niet per se zorgen gemaakt, ik vroeg me wel af hoe het met haar ging. Je ziet programma's over gevangenen, maar daarvan weet je nooit of die realistisch zijn. Dan zie je ze in die pakjes lopen met een sloopkogel aan hun voeten, zo is het gelukkig in het echt niet.
Dat ik haar zag, was heel emotioneel, omdat je elkaar heel lang niet ziet. We konden gewoon spelletjes spelen, het was in een open zaal. De bewakers staan er in gewone kleding, zij hebben een foto van ons gemaakt.
'Vanaf dat moment bellen we iedere woensdag en zondag, en ga ik eens in de maand langs. Dat is genoeg: het is toch anderhalf uur in de auto heen en terug, en we bellen heel vaak. We vertellen elkaar bijna alles, maar het is niet zo dat ze dingen bepaalt.
'Mijn ouders zijn al elf jaar gescheiden. Voordat mijn moeder naar de gevangenis ging woonde ik doordeweeks bij haar en in het weekend bij mijn vader. Nu woon ik altijd bij mijn vader. Mijn vader en moeder hebben bijna geen contact meer.
'Op school heb ik het mijn goede vrienden verteld. Zij vonden het gek, maar vroegen niet of ik ook een crimineel was. Tegen kinderen die ik niet goed ken, zeg ik dat ze weg is voor werk. Ik heb geen zin om heel dat gedoe uit te leggen.
'Mijn school en mijn mentor weten wat er aan de hand is. Als er iets met mij is, houden zij er rekening mee. Ik kreeg meer tijd om de Citotoets te maken.
'Bij de aanhouding had de politie wel rekening met mij kunnen houden. Ze weten dat ik niet al te oud ben, op school zit en op woensdagmiddag thuis ben. Dan zit je niet te wachten op al die politie.
'Ik heb me weleens gerealiseerd dat ik verdrietig was, maar voor de rest ben ik heel positief, want over zes jaar is mijn moeder weer vrij en gaan we leuke dingen doen.'