Kind in problemen
De essentie van de hervorming van de jeugdzorg is goed, maar in de uitvoering schuilen risico's.
Kinderen met problemen worden straks vanaf één loket doorverwezen naar de juiste hulpverleners. De verantwoordelijkheid over deze regierol ligt vanaf 2015 bij de gemeenten. Hiermee moet een einde komen aan de versnippering van de jeugd- en gezinszorg tussen Rijk, provincies, GGZ en gemeenten.
Met de essentie van de plannen, die verantwoordelijk staatssecretaris Van Rijn van Volksgezondheid deze week naar de Tweede Kamer heeft gestuurd, is niets mis. De voorbeelden van gezinnen die onder het toeziend oog van meerdere hulpverleners tussen wal en schip raken met soms zelfs fatale afloop, zijn legio. Eén regisseur per gezin, die zorgt dat alle noodzakelijke hulp wordt verstrekt en gestroomlijnd, zal veel gefrustreerde cliënten - en hulpverleners - als muziek in de oren klinken.
De hamvraag is echter of de gemeenten ook zijn opgewassen tegen deze taak. Daaraan twijfelen niet alleen belanghebbenden, zoals de bureaus Jeugdzorg, maar zelfs veel gemeenten zelf. Te snel, te veel hervormingen tegelijkertijd en te weinig geld, zo klinkt het driedelige mantra van protest.
Die zorgen zijn niet ongegrond. De overheveling van de jeugdzorg gaat gepaard met een forse bezuiniging. De zorg zal zeker goedkoper kunnen als zorgverleners gerichter te werk gaan, minder langs elkaar heen werken en minder tijd kwijt zijn aan bureaucratie, maar die winst zal pas op termijn kunnen worden geboekt.
De grootste zorg betreft de uitvoering. Zo is het onduidelijk wie straks de regierol op zich neemt. Een willekeurige ambtenaar of een ervaren hulpverlener? Hoe wordt de behoefte aan zorg bepaald? En wat zijn de gevolgen voor de reguliere jeugdzorginstellingen als zij zich moeten positioneren tegenover 408 gemeenten in plaats van een handvol provincies? De herinnering aan de ravage in de thuiszorg na de invoering van de Wmo in 2007 stemt niet hoopvol.
Voorkomen moet worden dat opnieuw marktmachten worden gevormd, of juist beunhazen worden toegelaten. Dat vraagt om veel (ingehuurde) expertise bij de gemeenten en een voldoende onafhankelijk toezicht op de markt. Zonder die waarborgen bestaat het risico dat kwetsbare kinderen straks de rekening betalen voor ondoordacht beleid.
undefined