ANALYSEBeelden George Floyd
‘Kijk naar hem, kijk naar hem!’: wat de beelden van George Floyd betekenen
Waarom bracht juist de gewelddadige dood van George Floyd zo veel teweeg? Natuurlijk, er zijn beelden van: schokkende, onverdraaglijke, hartverscheurende beelden. Toch verklaart het bestaan van die beelden niet alles.
8 minuut 46 is de snoozetijd van je wekker. Het is de tijd waarin je een kop koffie kunt zetten, melk kunt kloppen en aan tafel kunt schuiven om je laptop open te klappen. Makkelijk. 8 minuut 46 is zo voorbij wanneer je ervan uitgaat dat je nog een heel leven hebt. Het is ook de tijd waarin je iemand langzaam kunt zien sterven, iemand met zijn hoofd op de straat en een knie in zijn nek. 8 minuut 46 is een zee van tijd voor wie kijkt naar een man die een andere man verstikt en geen moment die knie weghaalt. Het is de tijd waarin een kop koffie koud kan worden.
Er zijn verschillende video’s van de dood van George Floyd. Ze werden op de avond van 25 mei gemaakt door voorbijgangers op straat in Minneapolis, toevallige passanten die hun telefoon tevoorschijn haalden toen ze zagen dat vier politieagenten een geboeide, zwarte man tegen de grond werkten, waarna drie van hen boven op hem gingen zitten en de vierde de filmende omstanders op afstand hield. Een video kan bewijsmateriaal zijn.
- Let him breathe!
- His nose is bleeding, like, come on now. Look at his nose!
Het gekke was: een paar uur voordat de 46-jarige Floyd werd gedood, had een ander filmpje een Twitter-storm veroorzaakt. Uit wat je het best kunt omschrijven als zelfverdediging had Christian Cooper, een zwarte man uit New York, zijn camera gericht op Amy Cooper, een witte vrouw (met toevallig dezelfde achternaam). Even daarvoor had hij haar erop aangesproken dat zij haar hond niet aan de lijn had in een gedeelte van Central Park waar dit verplicht is. Zij reageerde geagiteerd en agressief, hij bleef kalm en uit de buurt. Beiden grepen naar hun telefoon. Hij omdat hij voorvoelde dat hij weleens zou moeten kunnen bewijzen dat hij geen vinger naar de vrouw had uitgestoken, zij om hulp te roepen.
‘Ik bel de politie’, roept zij.
‘Bel alsjeblieft de politie’, zegt hij, waarna ze het alarmnummer belt en schreeuwt dat ze wordt gefilmd en bedreigd door een zwarte man. Ze is zo hysterisch dat ze niet doorheeft dat ze haar hond, inmiddels aangelijnd, bijna wurgt. ‘Dankjewel’, zegt Christian Cooper. Dat is het eind van de video, die online werd gezet en ervoor zorgde dat Amy Cooper stante pede werd ontslagen door haar werkgever. Nog geen etmaal later denderden de beelden van George Floyd daaroverheen. Daarna gingen mensen over de hele wereld massaal de straat op om te protesteren tegen racisme en politiegeweld.
- Bro, would you get him off the ground? He is human, bro.
- How long you gotta hold him down?
Waarom bracht de dood van Floyd zo veel teweeg? De eerste reden, die lang geen volledige verklaring is, is een cynische: omdát zijn sterven op beeld staat. Ook de naam van Breonna Taylor, een 26-jarige zwarte vrouw die in maart het dodelijke slachtoffer werd van een politie-inval terwijl ze lag te slapen in haar huis in Kentucky (de inval bleek later een vergissing), werd de afgelopen tijd gescandeerd door demonstranten, alleen: er is geen video van. Hoe afschuwelijk haar dood ook is, er zijn geen beelden die gaten branden in het netvlies.
Beeld is belangrijk. In 1991 werd Rodney King ernstig mishandeld door vier politieagenten in Los Angeles. Het werd gefilmd: donkere beelden van mannen die uit alle macht met stokken inslaan op iemand die eerst nog probeert overeind te komen, maar al snel als verdoofd op de grond ligt. Er was al langer sprake van excessief politiegeweld, nu was er ook bewijs. De vier agenten werden opgepakt en vrijgesproken. Maar, zei Tom Bradley, de ontgoochelde burgemeester van Los Angeles: ‘Onze ogen hebben ons niet bedrogen. We zagen wat we zagen; wat we zagen was een misdaad.’
Beeld kan ook een aanklacht zijn. Nadat het verminkte lichaam van Emmett Till in 1955 uit de rivier was gehaald, wilde zijn moeder, Mamie Till Mobley, dat haar zoon in een open kist werd opgebaard, zodat mensen hem konden zien en foto’s van hem konden maken. ‘Laat de mensen zien wat ik zie’, zei Mobley.
In The New York Times beschreef dichter en schrijver Claudia Rankine in 2015 hoe de rouwende vrouw het zwarte lichaam van haar zoon, het lichaam dat voor zijn moordenaars en het justitiële systeem niets had betekend, zo alsnog van grote betekenis maakte. En hoe Mobley daarmee ook de decennialange ‘traditie’ van de gelynchte figuur omkeerde, die hangend aan een boom (‘strange fruit’ zong Billie Holiday in 1939) als waarschuwing moest dienen voor de zwarte gemeenschap. Door haar toedoen, schrijft Rankine, legde ‘het schouwspel van het zwarte lichaam’ plots de nadruk op ‘het onrecht, gemarkeerd op het lijk van haar zoon’. Onbewust inspireerde Mobley daarmee de Amerikaanse burgerrechtenbeweging in de jaren vijftig en zestig.
- You fucking stopping his breathing right there, bro. That’s bullshit, bro!
- He enjoying that shit. Look at you, your body language explains it.
Toch verklaart de aanwezigheid van beeld niet alles. Er zijn beelden van politiegeweld – ook in Nederland, zoals de video die in maart werd gemaakt van de hardhandige arrestatie van de 40-jarige Tomy Holten uit Zwolle, die daarna stierf – die niet zoveel ophef veroorzaakten als de video waarin we George Floyd zien sterven. En in vredesnaam: laat het geen wedstrijd zijn, maar er is iets aan de beelden van Floyd wat maakt dat ik begrijp dat juist zíjn gewelddadige dood de druppel was, waardoor juist hij staat voor al die andere zwarte mensen die het slachtoffer werden van racisme en racistisch politiegeweld. Twee dingen eigenlijk.
Allereerst is het de kille onverstoorbaarheid van Derek Chauvin, de agent die zijn knie in de nek van Floyd plant. Zijn onverschilligheid, de schijnbare overtuiging dat het volledig gerechtvaardigd is om een geboeide, angstige man die zich niet verzet zo te behandelen – het is verbijsterend. De agenten die Rodney King mishandelden, wisten niet dat ze werden gefilmd. Het was donker toen ze hem tot moes sloegen, ze deden het heimelijk. In Minneapolis is het avond, maar nog lang niet donker. Chauvin weet dat hij wordt gefilmd en het lijkt hem niets uit te maken. Er is een moment dat hij recht in de camera kijkt, naar u, naar mij, naar iedereen, alsof hij zegt: ‘Wie doet me wat?’
Uiteindelijk zijn het de omstanders die me tijdens het kijken vloeren. Heel af en toe richten ze de camera op elkaar, dan zie je ze staan op de stoep, telefoons in de hand, vragend, schreeuwend. Ze kunnen George Floyd niet helpen, er staat een gewapende agent tussen hen en de stervende man, en tegelijkertijd zijn ze niet machteloos. Onopzettelijk en onophoudelijk voorzien ze wat we zien van commentaar. Ze zijn als een Grieks koor dat de agenten tot de orde roept, ze schelden, vloeken, benoemen en wijzen. 8 minuten en 46 seconden lang. Langer nog, net zo lang tot George Floyd met een ambulance wordt weggevoerd en de agenten in hun dienstauto’s stappen. Maar eigenlijk schreeuwen ze nog steeds.
- Get off of his neck! He’s dying!
- Look at him, look at him!