'Kidnap boy' terecht, nu begint de strijd
Een Australische vader vindt na ruim twee jaar zijn zoon in Amsterdam. Nu wacht het juridisch gevecht om hem thuis te krijgen.
Na de euforie volgt nu de koude douche voor Ken Thompson. Tweeënhalf jaar reisde de Australiër de hele wereld af op zoek naar zijn zoontje Andrew, die was ontvoerd door zijn moeder. Begin september vond hij het nu 6-jarige kind, levend en wel, 16.000 kilometer van Sydney, op een basisschool in Amsterdam.
Dat was 'the easy part', lacht Thompson (56), een ex-brandweerman die in eigen land is uitgegroeid tot een mediafenomeen. Australische media bieden zescijferige bedragen voor de eerste foto's van hem en de kidnap boy. Hij heeft ze afgewezen. Voor Thompson moet de echte strijd nog beginnen: met de moeder en de taaie internationale wetgeving omtrent kinderontvoering.
'Als dit lang gaat duren, ga ik gewoon wéér in een tent wonen', zegt Thompson, nippend aan zijn thee in een Amsterdams café. De mok is niet groot genoeg om zijn wrange grijns te verbergen. 'De Nederlandse campings zijn voortreffelijk, dat meen ik.'
Thompson verruilde zijn goedbetaalde baan als de tweede man van het brandweerkorps van de staat New South Wales voor een leven aan de verkeerde kant van de armoedegrens. In zijn 'naald in een hooiberg'-achtige zoektocht naar Andrew reisde hij sinds mei kriskras door Europa - op de fiets.
'Ik koos voor de fiets om zoveel mogelijk persaandacht te trekken. Een Duitse journalist vroeg me: waarom neem je niet de auto om je zoon te zoeken? 'Zou ik hier dan nu zitten?', antwoordde ik.'
Sinds mei fietste Thompson door Engeland, Frankrijk, België, Nederland, Duitsland, Polen en Tsjechië. Overal stuurde hij persberichten naar lokale media. In Australië hielden sympathisanten zijn blog en Facebook-pagina bij.
Thompson overnachtte op campings, op slechte dagen langs de kant van de weg. Tot hij op 5 september, ergens tussen Neurenberg en Stuttgart, de eerste anonieme e-mail kreeg: Andrew was gevonden, in Nederland, zo bleek later. Sindsdien slaapt Thompson bij kennissen in de Amsterdamse Plantagebuurt.
Naar Singapore
Zijn leven is onherkenbaar veranderd sinds 24 april 2008, de dag dat zijn vrouw Melinda Stratton met Andrew in een vliegtuig stapte naar Singapore. Thompson en zijn nu 48-jarige vrouw - officieel zijn ze nog getrouwd - waren verwikkeld in een voogdijgevecht. Enkele dagen voor de ontvoering had de rechtbank de vader in het gelijk gesteld. Daarop besloot Stratton haar zoon te ontvoeren. Via Singapore vlogen ze naar Frankfurt. Daar verdwenen ze.
Tussen Stratton en Thompson was het ruim vier maanden daarvoor misgegaan. 'Ze beschuldigde me ervan dat ik Andrew seksueel misbruikte. Vanuit het niets.'
'Tot drie keer toe werden Melinda's aantijgingen onderzocht door de kinderrechter en tot drie keer toe werd ik onschuldig verklaard.' Psychiaters oordeelden dat Andrews moeder aan een geestesziekte leed. Volgens de rechter was het juist zij die haar kind schade toebracht met haar beschuldigingen.
Tot op de dag van vandaag woedt er een bittere richtingenstrijd op internet. Vaderactivisten zien in Thompson een held, het slachtoffer van de leugens van zijn vrouw. Verdedigers van vrouwenrechten zien juist Stratton als het slachtoffer. Volgens hen zag zij geen andere manier om haar kind te verdedigen tegen zijn pedofiele vader dan te vluchten.
Na de ontvoering vaardigde Interpol een red alert, het hoogste opsporingsalarm, uit. De Australische rechters en psychiaters die zich over de voogdijzaak hadden gebogen, vreesden dat zij Andrew iets zou aandoen. In 187 landen liep een opsporingsbevel. Toch kon ze als illegaal tweeënhalf jaar ondergedoken blijven in Europa, waarvan ten minste het laatste half jaar in Nederland. Maandag 6 september arresteerde de politie haar in haar Amsterdamse appartement, na een tip van een lerares. Stratton had haar zoon net naar school gebracht.
Zij verblijft nu in een vrouwengevangenis in Utrecht. Australië heeft om haar uitlevering gevraagd. Stratton hangt in eigen land een straf van tien jaar of langer boven het hoofd.
Thompson heeft weinig hoop dat hij Andrew snel mee naar Australië kan nemen. 'Ik had gehoopt dat Me linda zou meewerken.' Vanuit de gevangenis is ze een juridisch gevecht begonnen. Hij is bang dat ze een van de bepalingen van de Haagse Conventie van 1980 zal aangrijpen om Andrew in Nederland te houden. In dit internationale verdrag over kinderontvoering staat dat als een kind gesetteld is in zijn nieuwe thuisland, het niet kan worden uitgeleverd.
'Dat is wat ontvoerders vaak proberen uit te buiten: ze proberen zo lang mogelijk spoorloos te blijven en hun kind ondertussen zo veel mogelijk te laten integreren. De Haagse Conventie heeft als doel ontvoerde kinderen zo 'prompt' mogelijk terug te krijgen naar hun eigen land. Ik hoop dat de Nederlandse autoriteiten de geest van dat document zullen eren. Maar ik moet de procedures respecteren.'
In een tehuis
Ondertussen zit Andrew in een tehuis in Amsterdam. Drie keer per week mag Thompson hem bezoeken, plus een telefoontje op zaterdagavond. Nee, zegt Thompson met rode ogen, Andrew herkende hem niet toen ze elkaar vorige maand voor het eerst weer zagen. 'Hij wist nog dat hij een vader had, maar hij herkende me niet. Maar toen hij hoorde wie ik was, begon hij meteen tegen me te praten. Hij wilde spelen, hij wilde niet dat het zou ophouden, maar ik moest na een half uurtje weg. Hij noemde me geen daddy of father, dat kwam pas na het derde bezoek. Nu introduceert hij me bij zijn vriendjes als zijn vader.'
'Het is ongelooflijk: in mijn achterhoofd heeft al die jaren gespeeld dat ik hem misschien nooit meer zou zien. Die gedachte probeerde ik weg te duwen, maar als je iedere dag 6 tot 8 uur op de fiets zit, heb je te veel tijd om na te denken. Iedere dag was een absolute nachtmerrie. Ik wist niet waar Andrew was, welke taal hij zou spreken.'
Thompson weet nog steeds niet precies waar Andrew en zijn moeder al die jaren zijn geweest. 'Andrew spreekt met een accent dat niemand kan plaatsen. Het lijkt op een mengeling van Engels, Duits, Nederlands en Frans. Hij is 6, maar hij spreekt meerdere talen vloeiend.'
In Oostenrijk zouden nonnen Stratton hebben helpen onderduiken, zo schreven Australische media. In Engeland zou een advocaat haar hebben geholpen en in Nederland een gepensioneerde rechter en leden van een Afrikaanse Methodistenkerk. Allemaal moeten zij op de hoogte zijn geweest van het opsporingsbevel. 'Het is net een roman van Dan Brown', zegt Thompson. 'De ene laag intriges na de andere.'
Zijn moeder verfde Andrews haar donker en gebruikte valse namen. Een lerares op een school in Amsterdam kreeg argwaan. 'Zij vroeg Melinda: waarom zien we Andrews vader nooit? 'Andrews vader is een slechte man', antwoordde ze. Op Google tikte de vrouw in: missing persons Australia. En daar floepte Andrews foto te voorschijn.'
'Wat me nog steeds de rillingen over de rug doet lopen: in juni ben ik een week in Amsterdam geweest. Je wilt niet weten hoeveel mensen ik hier heimelijk achterna heb gefietst, denkend dat het Melinda of Andrew was. Het kan bijna niet anders dat ik toen ook langs Andrews school ben gefietst.'