Kettingzagen ronken in de Tuilerieën
De Jardin des Tuileries is het oudste openbare park van Parijs, het drukst bezochte, en tot voor enkele jaren ook het meest verwaarloosde....
EEN onverwachte windvlaag doet een witte stofwolk als een zuil omhoogkringelen naast de ronde vijver met fontein in de Jardin des Tuileries. Een slenterend Japans toeristenpaar tracht met wanhopige armgebaren het stof uit de ogen te houden. Het water in het bassin rimpelt en dertien speelgoedbootjes met bontgekleurde zeilen gaan gevaarlijk schuin.
Rond de vijver draven evenveel peuters met bamboe duwstokken naast hun gehuurde scheepjes. Er klinken opgewonden kinderstemmen in allerlei talen. De moeders en enkele vaders kijken vertederd toe vanaf hun ijzeren parkstoeltjes. Op enkele tientallen meters afstand, op een bank in de schaduw van de platanen, zoent een verliefd stel in een omstrengeling die de marmeren kus van Rodin tot een schamele kopie doet verbleken.
Het is een warme zomermiddag in het hart van Parijs. Het Louvre spuugt zijn dagelijkse lading toeristen in de Tuilerieën. Bij de toegang tot het park egaliseert een bulldozer de grond voor een toekomstig gazon. Tussen de kastanjes ronkt een kettingzaag. De beeldensokkels staan er schoongeboend, maar nog leeg bij. De renovatie van de eeuwenoude paleistuin is in volle gang.
De 23 hectare grote Jardin des Tuileries, aangelegd op de moestuin uit de zestiende eeuw van Catharina de Medici, is het oudste openbare park van Parijs. Met ruim zes miljoen bezoekers per jaar is het veruit de drukst bezochte tuin van de Franse hoofdstad, maar tot enkele jaren geleden ook de meest verwaarloosde.
Louis Benech, een van de jonge Franse tuinarchitecten die sinds 1989 aan de renovatie van de Tuilerieën werken, herinnert zich uit zijn jeugd alleen nog de zeilbootjes en de vijver van het park. Zijn grootouders woonden tegenover de Tuilerieën in de Rue de Rivoli. Met zijn opa speelde hij uren aan de rand van de fontein.
'Het gekke is dat mij alleen nog de bootjes en het water voor de geest staan. De rest van het park bestond eigenlijk niet. Het was een tuin zonder geuren, zonder frisheid, zoals bij mijn ouders op het platteland. Er was vooral veel opwaaiend stof', zegt Benech, wandelend onder de kastanjes.
Als kind werd hij al gefascineerd door aarde, planten en bloemen. Zozeer dat hij ondanks zijn rechtenstudie uiteindelijk toch tuinarchitect is geworden. Of eigenlijk tuinman, zoals hij liever zegt. Maar nimmer in zijn dromen had hij gedacht dat hij ooit het stoffige park uit zijn kinderjaren nieuw leven zou mogen inblazen.
Het uiteindelijk gevormde collectief voor de renovatie van de Tuilerieën, bestaande uit de Belg Jacques Wirtz en de jonge Fransen Pascal Cribier, François Roubaud en Louis Benech, stond voor een lastige taak. De Jardin des Tuileries was weliswaar schandelijk verwaarloosd, maar tegelijkertijd haast onaantastbaar door zijn historische betekenis en zijn voor de westkant van Parijs bepalende ligging.
De as van de tuin domineert de stadsaanleg vanaf het Louvre, via Place de la Concorde, ChampsElysées en Arc de Triomphe tot aan de nieuwe zakenwijk La Défense toe. 'Het is een plek met een veel grotere kracht dan wij. Dat dwingt je tot een zekere mate van bescheidenheid in de veranderingen die je kunt aanbrengen', meent Benech.
De huidige vorm van de Tuilerieën gaat grotendeels terug tot het grondplan van de beroemde Franse tuinarchitect André Le Notre. In opdracht van Lodewijk XIV, de Zonnekoning, voorzag Le Notre het Tuilerieën-paleis tussen 1660 en 1670 van een typische jardin à la française.
Aan de voet van het paleis bestond de tuin uit een borduurwerk van gazons met lage, getailleerde heggetjes. Hoe verder van het paleis verwijderd en hoe dichter bij het platteland met zijn velden en bossen waarin het park uitliep, hoe hoger de tuinaanleg werd met veelsoortige bomen.
Benech: 'Nu zijn dat hoofdzakelijk kastanjes en platanen, maar uit historische documenten weten we dat er vroeger een veel afwisselender beplanting was. Niet dat ooit is bijgehouden wat er werd geplant. Maar vanwege het economische belang en het prijsonderscheid van de verschillende houtsoorten is wel nauwkeurig vastgelegd wat er werd gekapt.'
BEHALVE de opbouw van de beplantingen gaan ook vrijwel alle andere structurerende elementen van de huidige tuinaanleg terug tot Le Notre: de centrale wandelas, de vijvers met fonteinen, het lage, langgerekte terras langs de Rue de Rivoli, en de verhoogde terrassen langs de Seine in hoefijzervorm aan het eind van het park.
In drie eeuwen tijd zijn de vroegere uitgangspunten voor de Jardin des Tuileries echter radicaal omgedraaid. Van het oorspronkelijke Tuilerieën-paleis is na de brand in de vorige eeuw niets meer over. En het platteland aan het einde van het park is vervangen door de rumoerige stad.
De tuin loopt nu niet meer vanaf het hoge paleis met zijn krioelende hofhouding naar de stilte van het bos, maar vanuit de leegte tussen de uitgestrekte vleugels van het Louvre naar de permanente verkeersopstopping op Place de la Concorde.
De prijsvraag die aan het einde van de jaren tachtig werd uitgeschreven voor de renovatie van de verloederde erfenis van Le Notre, was dan ook een vrijwel onmogelijke opgave. Temeer omdat naast vele instanties ook de Franse president Mitterrand zich hoogstpersoonlijk met het project bezighield.
Twee inzendingen werden uiteindelijk bekroond. Maar de uitverkoren teams moesten gezamenlijk een nieuw ontwerp indienen. De moeizame samenwerking leidde tot een strikte taakverdeling. De Belg Wirtz richtte zich op de nieuwe Jardins du Carrousel tussen de vleugels van het Louvre.
Op het dak van het luxe winkelcentrum en de parkeergarages wordt nu een moderne versie van de jardin à la française aangelegd met geschoren bomen en struiken, die in waaiervorm uitlopen op een verhoogd terras dat ontworpen is door Pei, de architect van het uitgebreide Louvre en de glazen piramide.
Vanaf het terras in beige natuursteen, dat de ondergrondse weg en de ingang van de parkeergarages met moeite maskeert, begint de eigenlijke Jardin des Tuileries. Het deel waarvoor de drie Franse tuinontwerpers verantwoordelijk zijn.
In het lage gedeelte, het Grand Carré, werd het sterkst ingegrepen. Vroeger werd dit door greppels en smeedijzeren hekken uit de tijd van Napoléon III in tweeën gedeeld. Vooral president Mitterrand drong er op aan dat die negentiende-eeuwse sporen in de tuin gehandhaafd zouden blijven. Maar bij een rondleiding met de architecten liet hij zich overtuigen om de afscheiding tot een minimum terug te brengen.
Het Grand Carré is nu vrijwel één ruimte geworden zonder de hekken. Een deel van de in de negentiende eeuw geplante bomen zijn gekapt. De gehandhaafde greppels zijn door twee brugverbindingen verbroken, waardoor de twee zij-assen tot in de vroegere Jardin Réservés doorlopen. De vele witte wandelpaden in het Grand Carré zijn visueel weggewerkt door een onopvallende lichte bolling van de gazons. Het hele oppervlak lijkt nu groen.
Om de vele bezoekers van het park - op sommige dagen zelfs rond de dertigduizend - de rumoerige stad rondom even te doen vergeten, zal ook het meubilair in de tuin zoveel mogelijk worden teruggedrongen. De lantaarnpalen zullen uit de wandelpaden in het bosgedeelte worden verwijderd en de banken zullen onopvallender van vorm worden.
In plaats van de geijkte begonia's en afrikaantjes van vroeger staan nu veel hogere, wilde planten in de langgerekte borders. Veldboeketten met geurige bloemen en kruiden. 'De bedoeling is om daarmee een beetje de frisheid van de natuur in de stad terug te brengen', zegt Benech. Hij kleurt rood als hij door een nieuwe windvlaag in een witte stofwolk wordt gehuld: 'Dat is het enige probleem dat we niet echt hebben kunnen oplossen.'
ANDERHALF jaar is geëxperimenteerd met ondergrond en bovenlagen voor het bestrijden van de twee belangrijkste plagen van de Tuilerieën, de grote plassen bij regenval en de zandverstuivingen op zomerse dagen. Het plassenprobleem is met een poreuze ondergrond opgelost, maar de stofwolken lijken met de nieuwe bovenlaag eerder toegenomen.
'We hebben besloten dat je twee maal per dag de paden moet besproeien om bij grote hitte werkelijk iets tegen het stof te doen', meent Benech, 'Daarvoor is nu een speciale machine aangeschaft.'
De renovatie, die in totaal ongeveer tachtig miljoen gulden zal kosten, is inmiddels in de laatste en voor de wandelaars meest pijnlijke fase aangeland. Van de ongeveer 2700 bomen in het beboste gedeelte moet een groot deel wegens ziekte of ouderdom worden gekapt. Een geleidelijke operatie die tot eind volgend jaar zal duren, maar er gaat zeker een kwart eeuw overheen voordat het bosgedeelte weer dezelfde schaduw zal bieden als voorheen.
'Dat geluid van die kettingzagen gaat me natuurlijk aan het hart, maar ik heb uiteindelijk het onvermijdelijke ervan begrepen', zegt Alain (48 jaar). Hij noemt zichzelf een zoetwatermatroos, maar voor de kinderen in het park is hij Monsieur Bateau. Al veertien, of misschien vijftien jaar lang - hij weet het zelf niet eens - verhuurt hij zijn zelfgemaakte zeilbootjes bij de ronde vijver.
Hij staat er drie middagen per week. Vijf franc per half uur kost een bootje. Hij noemt het een roeping. Soms komt uit een ver werelddeel een van zijn vroegere klanten, inmiddels boomlang, hem even gedag zeggen. Dat maakt een regenachtige middag goed.
In zijn vrije tijd is hij een beetje dichter en een beetje beeldhouwer. Met de drie jonge tuinarchitecten heeft hij een sterke band gekregen. Zijn aanvankelijke wrevel over de renovatie van het park is verdwenen. 'Ze leveren goed werk af', zegt hij, starend naar de bouwkeet van de architecten. 'Het zijn fraaie zielen.'