Kersvers IOC-lid Verbruggen heeft al een mening 'Organisatie Spelen hoort bij regering'
Hein Verbruggen is na Anton Geesink het tweede lid in het Internationaal Olympisch Comité. De voorzitter van de internationale wielerunie, die het IOC in '88 nog een hypocriete bende noemde geeft zijn ogen goed de kost....
Van onze verslaggever
Wybren de Boer
ATLANTA
Bij zijn entree in het internationale bestuurscircuit van het cyclisme nam Hein Verbruggen onmiddellijk de bezem ter hand, maar als kersvers lid van het IOC verkiest hij vooralsnog de luwte. 'Mijn eerste taak is om me rustig te houden, goed te luisteren en me te oriënteren.' Over enige tijd zal de Olympische familie vanzelf merken dat de 55-jarige Nederlander geen schuwe meeloper is.
Een etmaal nadat voorzitter Juan-Antonio Samaranch hem welkom heeft geheten in het Olympisch comité, stelt Hein Verbruggen vast dat de Olympische Spelen zijn verworden tot een 'mega-evenement' dat in de toekomst niet meer toevertrouwd mag worden aan een betrekkelijk klein organisatiecomité. 'Ik hoor binnen het IOC stemmen dat men niet gelukkig is met de situatie zoals die zich hier in Atlanta voordoet.
'De totale organisatie van deze Spelen rust in feite bij het stadsbestuur van Atlanta. Dat kan niet meer. Zaken als veiligheid en de zorg voor een goede infrastructuur mag je niet meer aan een stadsbestuur overlaten.
'Daar moeten regeringen in betrokken worden. Te vaak is gebleken dat een organiserende stad nà de Spelen diep in de schulden en de problemen zat. Dat kun je ondervangen door die organisatorische taak naar de overheid te verschuiven.'
Het is een les die Verbruggen als voorzitter van de Internationale Wielerunie UCI leerde. 'De WK's van 1989, '91 en '93 waren financiële debacles. Toen hebben we als UCI gezegd: we gaan de organisatie van een WK zelf coördineren, in samenspraak met een plaatselijk organisatiecomité. Daarbij verlangen we schriftelijke garanties van de overheid van dat land. Dat zal ook het uitgangspunt worden bij de toewijzing van toekomstige Olympische Spelen.
'Ik zit in de evaluatiecommissie die kandidaat-steden voor de Spelen van 2004 bezoekt en beoordeelt. Niet een stad moet de Olympische Spelen willen, het hele land moet erachter staan.'
Op meerdere fronten maakte Verbruggen in de wielerwereld faam. Onder zijn bestuurlijke leiding werden de profsectie FICP en amateursectie FIAC in 1992 samengebracht in de UCI, een ontwikkeling die vooral bij Samaranch grote indruk maakte. Ruim tien jaar geleden noemde de IOC-voorzitter de wielrennerij nog 'een chaos', vergelijkbaar met boksen waar ook meerdere bonden bestaan.
Aanvankelijk genoot slechts de FIAC de Olympische status, In 1993 werd dat lidmaatschap overgegeven aan het UCI, waarmee de weg vrij werd gemaakt voor de komst van de beroepsrenners naar de Olympische Spelen. Dat was iets waar Samaranch altijd voor had geijverd en volgens Verbruggen is zijn recente toetreding tot het IOC dan ook geen toeval. 'Het zou mij verbazen als mijn werk voor de UCI niet de reden is geweest om mij IOC-lid te maken.'
Te verwachten valt dat Verbruggen een duidelijk stem zal krijgen in de aanhoudende discussie rond dopingvraagstukken. Direkt na zijn benoeming tot voorzitter van de FICP in 1984 bestempelde hij de toenmalige dopingreglementen in het fietsen als 'achterhaald'. Op zijn initiatief werd een nieuw reglement opgesteld. 'Topsporters moeten een voorbeeld zijn voor de jeugd en wij van het IOC dienen daar over te waken.'
Om die reden is het volgens hem ook uitgesloten dat het IOC ooit prijzengeld beschikbaar zal stellen. 'Dat is ook niet nodig, want wie een medaille wint weet zich verzekerd van goede sponsorcontracten en verdient daarmee veel geld.' Bang dat atleten ooit op de barricaden zullen klimmen om net als bij 'normale wedstrijden' prijzengeld af te dwingen, is in zijn ogen ondenkbaar.
'De Olympische Spelen zijn zo immens groot en hebben zo'n ijzersterke formule, daar wil elke sportman of vrouw bij zijn.'